De Loire, die streek in Midden-Frankrijk vernoemd naar de langste rivier van het land, die bekend staat om zijn kastelen én het wisselvallige weer. We fietsen er een week lang van camping naar camping. Met vijf kinderen, twee mama’s, één papa en een oma. En in de fietstassen slechts proviand voor de dag en dus een regenjas én een zwembroek. Want in de Loire weet je het nooit.
“Als het maar geen vrijdag wordt, want dan moeten we weer omhoog fietsen.” Jikke (11) spreekt uit wat we allemaal denken terwijl we een lange afdaling naar beneden fietsen. “Maar gelukkig is het nog lang geen vrijdag,” roepen wij. De fietsvakantie in de prachtige Loirevallei is nog maar net begonnen dus voorlopig fietsen we zorgeloos langs chateaus, oude boerderijen, duizenden ronde hooibalen en witte koeien op de velden. We ontbeten eerder die ochtend buiten op een minicamping met een weids uitzicht over het Loiredal. Wat een heerlijke plek om te ontwaken! Het was er oorverdovend stil, tenminste als je het opgewonden gepraat van de kinderen in de speeltuin, even uitschakelde.
Voor het eerst met de kinderen op fietsvakantie is ook niet niks, denk ik. Alhoewel dit wel een mooie opzet is. De tenten zijn ingericht en de bagage wordt rondgereden. Wij hoeven eigenlijk alleen maar te zorgen dat er eten is en dat de kinderen de eindstreep halen. Dat gaat vooralsnog prima. Al afdalend tussen de Franse hooivelden en de Blonde d’Aquitaines (of het zijn runderen van het ras Charolais) raken we allemaal een beetje uitgelaten. “We moeten klimmen op die hooibalen!, ” roept Tijn (9). En zo brengen we de eerste pauze door op een hooiveld, in de hoop dat de boer het niet ziet óf het gewoon goed vindt.
De fietstocht richting Bourbon-Lancy kent ook een klim. De kinderen worden stil. Tijn fietst stoer voorop. Wij, met een kind achterop of op een aanhangfiets, knokken ook tegen te heuvels op “zonder af te stappen”! De frisse duik in het meertje en een koude Vin Blanc op de camping zijn een fijne beloning voor deze eerste dag fietsen.
Na een rustdag stappen we weer op en fietsen richting Gannay-sur-Loire. Een gemoedelijke tocht met weinig hoogtemeters, dus iedereen is goed gemutst. Halverwege de dag rijden we het dorpje Cronat in, waar een grote speeltuin naar ons lacht. En als de ijswinkel speciaal voor ons nog even opengaat tijdens de Franse siësta-uren is iedereen weer opgewekt. Om drie uur ’s middags rijden we het slaperige dorpje Gannay-sur-Loire binnen en treffen daar de fantastische camping Domaine du Bourg aan. “Een reuzentrampoline!” schreeuwt één van de kids en weg zijn ze.
Op een aantal dagen in de week bieden de campings een maaltijd aan: table d’hôtes. De eigenaren nodigen de campinggasten (tegen een kleine vergoeding) aan tafel en serveren gerechten en wijnen uit de streek. Bij Peter en Trudi van Domaine du Bourg eten we courgettes en paprika’s uit de regio, naast een ouderwetse aardappelpuree. Met de verhalen van Peter tijdens het opdienen wordt het een heel ontspannen avondje tafelen. Zeker ook doordat we voor de kinderen vooraf pannenkoeken hebben gebakken en zij lekker bij de ‘trampo’ hangen.
En dan is daar toch die gevreesde laatste dag, waarop er weer een paar klimmetjes staan te wachten. Maar wat valt het mee! We hebben vrienden gemaakt met een ander gezin dat dezelfde route fietst en de kinderen vliegen bijna over de heuvels. Geen omkijken naar. We hadden dus best op de kaart kunnen kijken, maar ook wij waren teveel in gesprek en we wijken per ongeluk van de route af. Het levert geen extra kilometers op, maar een onverwachte stop in het dorpje Saint Seine. Een perfect café naast de kerk, precies zoals je het verwacht. Ongelooflijk gastvrije en blije bediening die geen woord Engels spreekt, plates du jour, omelettes avec legumes, café au lait, en une glace voor de kinderen. Als je per ongeluk van het gebaande pad afwijkt, gebeuren er altijd leuke dingen! Zonder verdere dwalingen bereiken we die middag na 30 kilometer de laatste camping. We brengen de laatste dagen door met onze nieuwe fietsvrienden aan de lange picknicktafels. We proosten: Vive la France, vive la fiets!