icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Image
Phare de la Gacholle fietsen
Reisverhaal

Fietsen in de Camargue

  • 16 mei 2018
  • Door: Erik van de Perre

Met zijn uitgestrekte waterplassen, wilde paarden en stieren, flamingo's en zoutpannen staat de Camargue voor ongerepte natuur. Op een steenworp afstand liggen Romeinse wereldattracties zoals het amfitheater van Arles of de Pont du Gard. Gesneden koek dus voor een weekje fietsen.

'Mis ik iets?'
'Bedoel je een geraamte of zo?'
Verbaasd staren we naar het autowrak, dat in de kwelders ligt te roesten. Een slecht voorteken? Voor ons ligt de natte wildernis van de Camargue, de ruige delta van de Rhône. Dwars door dit oerlandschap met zijn uitgestrekte waterplassen, moerassen en zoute weiden willen we via een eenzame piste naar het oosten. Een vrij naïef plan, dat blijkt al snel. En dat komt door de regen! Die heeft de stoffige pistes de afgelopen nacht herschapen in een zee van modder. Brokken vettige klei vliegen ons om de oren. Weldra verstopt de blubber remmen en derailleurs en blokkeert tenslotte ook de wielen. Rien ne va plus! Ontmoedigd zijgen we neer in het zilte gras.

Image
Fietsen in de Camargue

Holland in de Provence

'Wat nu?'
Een snelle blik op de kaart.
'Het is vier uur. Wanneer we stevig doortrappen, halen we nog net de laatste pont over de Petit Rhône.' Met takken ontdoen we de fietsen zo goed als het kan van de modder en vatten de terugtocht aan. Via Aigues-Mortes zoeven we naar Sylvéréal, waar we opnieuw het natuurgebied in duiken. Ontspannen rollen we tussen metershoog riet, rijstvelden en moerassen langs de oever van de Petit Rhône. De duisternis valt al wanneer we, van kop tot teen onder de blubber, fietstassen in de hand en een brede grijns op het gezicht, de receptie van het hotel in Saintes-Maries-de-la-Mer binnenwandelen…

De volgende dag balanceren we op de kustdijk oostwaarts. Urenlang rollen we langs weidse étangs, ondiepe plassen vol flamingo's en reigers, die staan te vissen in het water, terwijl aan de horizon tientallen kleurrijke vliegers het kitesurfersparadijs Beauduc verraden. Salin de Giraud, ons doel, leeft net als Aigues-Mortes nog altijd van de zoutwinning. Het dorp oogt grappig vertrouwd: met zijn bakstenen huizen lijkt Salin de Giraud zo uit Holland of Vlaanderen te zijn weggeplukt, de platanen voor de deur ogen echter ontegensprekelijk Provençaals.

Image
Fietsen in de Camargue

Krachtmeting met de mistral

 's Nachts word ik gewekt door het toenemende klapperen van deuren en ramen. De wind draait. Ik zie de bui al hangen. Wanneer we de volgende ochtend in de pedalen treden, blaast de mistral met volle kracht. Ondanks de wolkeloze hemel is het bar koud. Op de Étang de Vaccarès staan witte schuimkoppen, zware golven beuken op het strand van de waterplas. Het riet langs de oevers ruist hevig in de wind. Het tempo zakt. Veertien kilometer per uur… twaalf… acht…

In Arles worden we ontvangen door stadsgids Agnès Barrier, een sympathieke Parisienne, die al een eeuwigheid in Arles woont. We bewonderen het rijke beeldhouwwerk van het hoofdportaal van de kathedraal, waaronder het laatste oordeel, met aan de ene kant de 'goeden' die het ticket naar het paradijs al op zak hebben, aan de andere kant de geboeide 'slechteriken', op weg naar die andere plaats. Om de haverklap stuiten we in Arles ook op Vincent Van Gogh. Tegels verraden waar de schilder, die hier zijn productiefste periode kende, zijn ezel opstelde. We herkennen het door de kunstenaar vereeuwigde gele café (het huidige Café Van Gogh), slenteren over de place Lamartine (hier stond het huurhuis van de schilder, dat in 1944 werd plat gebombardeerd) en verkennen de tuin van de psychiatrische instelling, waar de artiest belandde, nadat hij tijdens een strijd met zijn medebewoner Paul Gauguin een oor had verloren.

Image
Fietsen in de Camargue

Water voor de metropool

Verder noordwaarts brengt onze zwerftocht ons door de wijnbergen naar de vallei van de Gardon. In dit zijdal van de Rhône lieten de Romeinen een van hun beroemdste bouwwerken achter: de Pont du Gard. De brug is het meest ingenieuze onderdeel van een vijftig kilometer lang aquaduct, gebouwd om water vanuit Uzès naar de toenmalige wereldstad Nîmes te brengen. Om de vele zijdalen te overwinnen, moesten in totaal liefst 17 dergelijke bruggen worden gebouwd. Bij de bouw van de Pont du Gard, die tot 20.000 m³ water per dag zou transporteren, waren 1000 arbeiders betrokken. Na amper vijf jaar tijd stond het bouwwerk er. Toen de onderste etage in de 18de eeuw werd uitgebreid met een brug voor het wegverkeer, hadden de bouwers bijna net zoveel tijd nodig als de Romeinen voor de hele Pont du Gard. Voor gids Domnine Reynert ligt de verklaring echter voor de hand: 'Vermoedelijk deed de zweep in die dagen niet meer zo efficiënt haar werk als bij de Romeinen.'