Het uitdagende van wandelen in Portugal? Dat je een keuze moet maken waar. Wandel je langs levadas, door mistige laurierbossen of door subtropische wouden met watervallen? Over verlaten stranden onder honinggouden kliffen of in sensationele maanlandschappen? We nemen je graag mee door de zeven mooiste gebieden om te wandelen in Portugal, inclusief tips voor niet-te-missen wandelroutes in die gebieden.
Porto Santo ligt in dezelfde hoek van de Atlantische Oceaan als Madeira. Met de ferry heb je maar 2,5 uur nodig om de heilige haven te bereiken. Voor het gemak zou je het eiland dus op één hoop bij het moedereiland kunnen gooien. Maar wandelen op dit door zonnestralen verschroeide en door regen gemeden eiland doe je zonder geurende bossen en prachtige kleurrijke bloemen in de meest onwerkelijke vormen. Hier treed je binnen in sensationele Mordorlandschappen. Steile hellingen van donkerbruin gesteente waar vulkanische activiteit perfect gevormde vijfhoekige zuilen heeft gevormd, wit gruizige flanken waar niets meer dan een distel of een mosje groeit, rotsformaties die zonder aankondiging in zee verdwijnen, grillige lastig te bereiken bergkammen waar de zonsopgang het woeste landschap ineens een zoet gezicht geeft. Een van de populairste wandelingen is de vijf kilometer lange weg naar de op een na hoogste piek van het eiland, de Pico Branco, en het om de hoek gelegen uitzichtpunt Terra Chã, waar het uit het niets verrassend groen is (PS PR1).
Zo bemind en bezongen het zuiden, zo onbekend en onontdekt het noorden. Op deze plek onder de rook van de Spaanse grens vormen de berggebieden Serra da Peneda en Serra do Gerês samen het enige nationaal park van het land. Nationaal Park Peneda-Gerês is een verbazingwekkend groene wereld van vredige riviervalleien en beboste ruwe rotsformaties waar je tijdens het wandelen, als je geluk hebt, dieren als reeën en de Iberische wolf tegenkomt. De eeuwenoude dorpjes in dit gebied zijn omgeven met een gloed van nostalgie en geven je het gevoel dat de moderne wereld heel ver weg is. Een bijpassende wandeling is de weg over de Via Geira, een antieke Romeinse weg door de wilde natuur waarbij je 2.000 jaar oude wegbewijzeringen volgt en over kasseien wandelt die als ze konden praten, geschiedenisboeken zouden dicteren. Over Romeinse bruggen en langs bouwwerken, over heuvels en door bossen.
Mijlenver van zee, zittend op het dak van Portugal, is het uitzicht op Midden-Portugal, laten we zeggen…overzichtelijk. Een Panorama Mesdag van donker graniet door de eeuwen heen gekneed en geboetseerd tot puntige pieken en diepe dalen, met als verleidelijke afleiding verkoelende gletsjermeren en rivieren. Serra da Estrela is de grootste bergketen van Portugal, voor wat het waard is, want écht omvangrijk is ze niet. Handzaam, zou je bijna zeggen – 50 kilometer lang en 20 kilometer breed. Maar met meer dan 400 kilometer aan gemarkeerde wandelpaden is het een volwaardige speelplaats voor actieve wandelaars. De wandeling naar het met jeneverbes en borstelgras bedekte plateau van Torre (1993), het hoogste punt van continentaal Portugal, met de torre die de overige zeven meter overbrugt, wordt bij helder weer beloond met zicht op zee, als een spiegelend streepje aan de horizon. Zoek je het lager op in de uitlopers van deze hoogste bergketen van het Portugese vasteland, dan kom je met regelmaat tijdloze kasteeltjes tegen, historische dorpen van gestapelde speculaashuisjes en leistenen stadjes.