Het Virgental, centraal in het ‘dak van Oostenrijk’, wordt omringd door de hoogste bergen van het land. Lelijke skigebieden en stuwdammen heeft men er met succes buiten de deur kunnen houden. In het groene en waterrijke dal is daardoor aandacht en liefde voor oude tradities en oorspronkelijke landbouwmethodes. Door de vele hutten in het gebied is het Virgental een juweeltje voor uitdagende huttentochten of afwisselende dagwandelingen.
Het imposante en ‘ongerepte’ Virgental in Oostenrijk ligt in de Oostenrijkse deelstaat Tirol. Dit deel van Tirol, waar de hoogste bergen van Oostenrijk liggen, wordt Ost-Tirol genoemd. Het Virgental is een hooggelegen dal dat begint op 974 meter (Matrei) en eindigt op 1400 meter (Ströden). Na 20 km vertakt het dal zich in het noordelijk uitlopend Maurertal en in het verder naar het westelijk lopende Umbaltal met de Umbal Kees gletsjer als ijskoude afsluiting.
Aan de zuidkant van het Virgental vinden we de Lasörlinggruppe met de 3098 meter hoge Lasörling als hoogste top. In het noorden van het dal schittert de Venedigergruppe (deel van de Hohe Tauern) met de 3657 meter hoge Groẞvenediger als absolute blikvanger. Het dal wordt aan de westkant afgesloten door een groot aantal andere drieduizenders waaronder de Rötspitz (3495 m) en Dreihern Spitze (3498 m) op de grens met Italië. Grote delen van het Virgental liggen binnen de grenzen van het grootste nationaal park van Oostenrijk, het Nationalpark Hohe Tauern.
De naam Virgental heeft overigens niets te maken met het Spaanse woord Virgen, wat ‘maagd’ betekent. Maar behoorlijk ongerept is het Virgental wel! Je vindt er géén skipistes, geen skiliften en vooral ook geen stuwdammen. En dat laatste mag een klein wondertje heten, want tot voor vrij recentelijk waren er plannen om een grote stuwdam aan het einde van het dal te bouwen voor de opwekking van energie. Dat was vrijwel zeker het einde geweest van het Virgental in de huidige vorm: wild, waterrijk, groen, imposant. Sinds 2015 is het Virgental onderdeel van het Europese Natura 2000 project wat weliswaar enige bescherming tegen dwaze plannen biedt, maar geen garantie is voor de toekomst.
Waar komt de naam Virgental dan wél vandaan? Zeer waarschijnlijk is de naam gegeven door Slavische volkeren die in het dal neerstreken en het Virge noemden; Slavisch voor ‘zonnige plek’. Een raak gekozen benaming, want de bijnaam van het dal is niet voor niets ‘Het Merano van Ost-Tirol’. Naar de zonnige Noord-Italiaanse stad Merano waar de palmbomen in het centrum domineren.
In plaats van grootschalig (winter)toerisme, ademt het Virgental een sfeer uit van duurzaamheid en aandacht voor traditionele waarden. Je vindt er nog volop hooilanden, sappige weiden en akkers die vaak volgens eeuwenoude traditie worden bewerkt. In de zomer staat het Virgental vol met bloemen; een walhalla voor insecten en vlinders. De term ‘Sanfter Tourismus’ (vertaald als duurzaam toerisme) kent in dit deel van Oostenrijk zijn oorsprong!
Niet onbelangrijk: door het Virgental stroomt de 57 km lange gletsjerrivier Isel. Omdat hij niet afgedamd is, mag hij nog wild, ruig en ongetemd zijn en verandert daardoor ook steeds van loop. Bij Bobojach knettert de rivier door een woeste kloof die bekend staan als de Iselschlucht. Hier vind je tevens de meeste watervallen in het dal. Op de rivier wordt vanaf Matrei richting Lienz ook geraft. De Isel begint als stroompje onderaan de Umbal Kees-gletsjer en gaat bij Matrei verder naar het zuiden door het Iseltal om, een stuk minder wild, bij de stad Lienz uit te monden in de Drau.
Het Virgental staat bekend om haar vrij milde klimaat met voldoende neerslag. De beste periode om er te wandelen is tussen juni en oktober. Daarvoor en daarna is de kans op sneeuw groot, zeker in de hoger gelegen gebieden. De herfst is een geweldige periode om er op uit te trekken. De ochtenden zijn weliswaar nog krakend fris, maar de zon kan overdag aangenaam schijnen en de luchten zijn schoon. De lariksen op de bergwanden kleuren in die periode van groen naar goudgeel en die grandioze gloed over de bergen…onbetaalbaar! Bijkomend voordeel van de herfst is dat je de paden bijna voor jezelf hebt (grote kans op wild!). En wat geluk zijn er nog alm- of berghutten open waar je rustig wat kunt eten of drinken.
Het Virgental bestaat uit twee gemeenten: het op een plateau gelegen en zonnige Virgen (1.200 meter, 2.200 inwoners) en Prägraten am Großvenediger (1.312 meter, 1130 inwoners). En daarnaast nog een aantal kleinere dorpen en nederzettingen die onder één van deze gemeenten vallen.
Vooral Prägraten is een prima en sportieve uitvalsbasis voor wandelaars en klimmers. En dankzij de vele watervallen en stromende beken in de hooggelegen vallei, is het er ook in de zomermaanden aangenaam ‘koel’. Matrei ligt weliswaar aan de ingang van het Virgental, maar behoort niet tot het dal zelf.
De Iseltrail is een in 2020 geopende meerdaagse route die begint in de ‘Dolomietenstad’ Lienz; daar waar de gletsjerrivier de Isel en de Drau samenvloeien. Langs de oevers van deze prachtige wilde rivier door het Virgental, loopt de route naar de voet van de Umbalkees- gletsjer op 2504 meter waar het finishdoek hangt. De waterrijke Iseltrail (schuimend gletsjerwater, watervallen, meertjes én een spectaculaire hangbrug over de Iselschlucht) wordt gewoonlijk in vijf dagen gelopen waarvan drie etappes door het Virgental voeren. Langs de Iseltrail vind je een aantal observatieplatformen, rustplekken voor een uitgebreide lunch én dus een gloednieuwe 65 meter hangbrug.
De naam zegt genoeg: de Virgentaler Sonnseitenweg loopt langs de zonnige zijde van het Virgental, van Matrei aan de dalingang tot aan het dorp Prägraten. Het is geen moeilijke route en hij combineert ongedwongen genusswandern met aandacht voor de eeuwenoude cultuur van akker- en landbouw. Je slaapt in traditionele berghutten en je mag onderweg geregeld aanschuiven in knusse, Ost-Tiroler stuben waar het bier schuimt en de Knödel gloeiendheet geserveerd wordt.
Deze makkelijke (en als hij schijnt) zonnige rondwandeling neemt je mee door het Niltal, een noordelijk georiënteerd zijdal van het Virgental. In die korte ronde wandel je langs drie geweldige hutten die op een prettige loopafstand van elkaar liggen: de Gottschaunalm, Schmiedler Alm en de Nilljochhütte. De Gottschaunalm is een traditionele, kleine almhut (eet er Krapfen; de Oostenrijkse variant van de donut!); de Schmiedler Alm serveert alleen zelfgemaakte producten en vanaf het zonneterras op de Nilljochhütte heb je een 360 graden uitzicht op joekels van 3000’ers. Start- en eindpunt is Virgen.
Vanaf de Wetterkreuzhütte (zowel wandelend als met de ‘huttentaxi’ te bereiken) begint eerst de middelzware klim naar de Legerle (2.527m) en vervolgens – slechts op enkele meters van de kam waar je aankomt – de finale klim naar de top van de heerlijke Griften (2.720m). Het kruis op de top staat er pas sinds 2023, de verpletterende uitzichten bestaan al sinds mensenheugenis.
Het hoeft niet altijd lang en zwaar te zijn. Tijdens dit populair ‘uitje’ krijg je de watervallen van Umbal in al zijn glorie te zien. Er zijn twee paden: een korte route van 2,8 km of een uitbreiding naar de Clarahütte (2038 m) van 7,2 km. Bij de waterval zijn er verschillende platforms waardoor je behoorlijk dicht het spattende en brullende water kunt bewonderen.
Let op, dit is écht een uitdagende tocht! Startpunt is Prägraten en je route leidt door het bos over één van de mooiste bergtoppen in de hele vallei, de Berger Kogel. Vooral het laatste stuk naar de top vergt wat meer ervaring. Op de terugweg kun je aanleggen bij de Bergerseehütte of een broodje eten aan de oevers van de Bergersee, goed gevuld met aanlokkelijk koud en helder bergwater. De afdaling vervolgens naar Prägraten voert over talloze slingerpaden waarbij je twee keer de Zopatnitzenbach oversteekt. Tip: Als je vroeg start, kun je genieten van een zonsopgang vanaf de top!
Eén van de mooist gelegen hutten in de vallei en niet heel eenvoudig te bereiken. De lange klim loopt via de Nilljochhütte (1.990 m) en Schmiedler Alm naar de Stuhleralm (2.300 m). Vanaf daar wordt het echt uitdagend, maar de beloning is van goud: een fantastisch uitzicht en heerlijk eten in de hooggelegen Bonn-Matreier Hütte. Op twee minuten van de hut ligt de hoogstgelegen kapel van de Oost-Alpen, ingebouwd in de rotsen: de Gölbnerkapelle. Energie over? Vanaf de hut kun je de Rauhkopf nog beklimmen, 3070 meter hoog.
De nieuwe en grote Sajahütte wordt liefkozend ook wel het ‘kasteel in de bergen’ genoemd. Je vindt de hut in een ruig en imposant dal, omringd door grazige alpenweiden én zeven geweldige pieken. Klimmers kunnen nog de via ferrata naar de Rote Säule (2.820m) doen. Moeilijkheidsgraad C tot D/E (moeilijk tot zeer moeilijk). De anstieg naar de hut over de Katinweg vanuit Bichl is landschappelijk prachtig!
• Hochalpiner Pilgerweg (191 km, 9 dgn)
• Ostiroler Adlerweg (413 km, 33 dgn)
• Hoch Tiril-Trail (25 km, 3 dgn)
• Acht Tälertour (30—50 km)