Op een druilerige dag in december neem ik een optie op een women-only huttentocht van Yomads in de Dolomieten. Op die donkere dag heb ik nog geen idee hoe fantastisch en zonnig de reis een half jaar later zou zijn. In de maanden erna zie ik de groepsreis online steeds verder vollopen en wordt de reis officieel bevestigd. In april wordt de groepsapp aangemaakt. De eerste vervoersplannen worden gesmeed: de een met de trein, de ander met de auto. Het aftellen begint! Totdat het zover is - op een dag in juni treffen dertien vrouwen elkaar in de Dolomieten.
De aftrap van de huttentocht is op zaterdag. Vanaf de middag zijn we welkom in het hotel El Paster in Pera, een gehucht in Val di Fassa. Om 18u hebben we afgesproken met de hele groep, en voor die tijd is er nog even tijd om te ontspannen in de wellness. Alhoewel er onduidelijkheid is over of je hier nou wel of geen badkleding moet dragen, wat tot de nodige hilariteit leidt, is dit een relaxed begin. Ieder deelt een kamer met een reisgenoot, een goede manier om alvast te wennen aan de slaapzalen die in de berghutten gaan komen.
We verzamelen met de groep: dertien vrouwen uit Nederland, onder wie reisleider Eva. Eva laat ons de kaart zien van de originele route en laat gelijk weten: er ligt dit jaar nog extreem veel sneeuw. Volgens de eigenaren van het hotel: “È una catastrofe” (een ramp). Dat betekent dat we waarschijnlijk voor alternatieve routes moeten gaan. Daarbij komt dat dit weekend de start van het wandelseizoen is en de berghutten voor het eerst opengaan. Contact met de berghutten is daarom moeilijk en het is lastig om een goed beeld te krijgen van de situatie op de berg. Hoe dan ook: er is een grote kans dat we sneeuw gaan tegenkomen en het lijkt er zelfs op dat de Antermoia Pas niet toegankelijk is.
Na de toelichting is het tijd voor het avondeten op z’n Italiaans: een salade vooraf, gevolgd door een primo, een secondo en een dolce. Daarna is het tijd om de tassen in te pakken en worden kilo’s bespaard door nog wat spullen in het hotel achter te laten. De volgende dag gaan we dan echt op pad!
Na een uitgebreid ontbijt verzamelen we om 9u30 om te starten met wandelen. We beginnen rustig aan: twee stoeltjesliften besparen ons de nodige hoogtemeters in de kuiten. Iets wat we goed kunnen gebruiken om energie voor de rest van de dag te sparen, alhoewel we dat toen nog niet wisten.
Na de liften beginnen we aan een pittige klim met een flink aantal hoogtemeters, waarna we uitkomen bij Rifugio Negritella, waar we onze waterflessen vullen. We vervolgen onze route richting Passo dello Zigolade (2.547m) en picknicken op een mooie alpenweide met zicht op de bergen. We horen de fanfare in het dal als achtergrondmuziek, geluid dat langs de bergwanden omhoog kaatst. Naarmate we Passo dello Zigolade naderen, spreken we met tegemoetkomende wandelaars om de situatie op de pas te achterhalen. Iedereen is stellig: het is te gevaarlijk vanwege de sneeuw. Vrolijk neem ik een foto van de eerste sneeuw die we tegenkomen, niet wetende dat dit pas het begin is.
We besluiten om nog een stuk richting de pas te wandelen om te kijken hoe ver we komen. We keren bijtijds weer terug om een andere route te nemen. De tweede route die we nemen gaat via Pale Rabbiose (2.423m). En hier komen we al snel heel veel sneeuw tegen. We besluiten het gokje toch te wagen. Waar de eerste sneeuwvlakte 5 meter breed is, worden de sneeuwvlaktes daarna steeds breder en steiler. Waar de ene vrouw als een huppelend lammetje over de sneeuwvlaktes danst, schuifelt de andere vrouw voorzichtig stapje voor stapje door de sneeuw. Maar ondanks deze verschillen in beleving voert de boventoon dat we elkaar helpen. We geven elkaar suggesties over waar je het beste je voet neer kunt zetten en we delen wandelstokken met elkaar, want die zijn hard nodig om grip te houden in de sneeuw.
Totdat we bij een sneeuwvlakte komen waarvan het einde niet in zicht is. Eva besluit resoluut: hier gaan we niet verder. Er zit maar één ding op: wéér terugkeren (over al die sneeuwvlaktes) en een andere route nemen.
We wandelen helemaal terug naar Rifugio Negritella waar we - wederom - onze waterflessen vullen. Inmiddels is het 18u ‘s avonds en zijn de meesten wel klaar met de lange tocht van vandaag. Maar we geven de moed niet op en het motto blijft: blijven stappen, blijven ademen, blijven kauwen. Zo komen we er wel. Na nog een uur wandelen komen we om 19u eindelijk aan bij onze plaats van bestemming voor die dag: Rifugio Gardeccia. Een berghut gebouwd in 1902 met krakende vloeren en een interieur met donkerbruine houten meubels. Ook hier staat een uitgebreid Italiaans diner op ons te wachten met lasagna en polenta. Tot onze verrassing slapen we niet op slaapzalen, maar hebben we weer tweepersoonskamers. Een luxe!
Met enigszins stijve benen ontmoeten we elkaar in de ontbijtruimte waar we genieten van broodjes, yoghurt met muesli en appeltaart. We krijgen goed nieuws: Rifugio Antermoia is open! Maar het slechte nieuws is dat we daar niet via de Antermoia-pas kunnen komen vanwege de sneeuw. Er zit maar één ding op: terug naar het dal (deels met stoeltjesliften), met de bus richting het dorpje Mazzin en vanaf daar weer 1.100 hoogtemeters stijgen.
Eenmaal begonnen vanaf Mazzin zijn de eerste stukken door het bos erg steil - en het is warm. Het geklets verstilt en iedereen is druk met z’n eigen ademhaling en concentratie. We passeren een waterval waar we wat verfrissing zoeken en we pauzeren in de schaduw. Bij een splitsing tussen twee paden kiezen we voor het ‘makkelijke pad’: ‘sentiero facile’ staat er op een bord. We snappen niet wat er zo makkelijk aan is, want de hellingshoek is zo steil dat het lijkt alsof we tegen een muur oplopen. Halverwege de dag pauzeren we bij Rifugio Dona, een kleine berghut gerund door een jong gezin met een baby. We genieten er van een cappuccino met apfelstrudel.
We vervolgen onze route via Pian de la Gialine, een uitgestrekt en groen plateau op 2.200 meter. Hoog op de berg zie ik mensen als stipjes lopen. Ik roep: “Kijk, daar lopen ook mensen!” waarop Eva zegt: “Ja daar gaan wij ook naartoe!”. Die zag ik niet aankomen, maar vol goede moed vervolgen we onze tocht.
We laten de groene weide achter ons en beginnen aan de volgende steile klim over grijze stenen met wederom veel stukken sneeuw. Inmiddels wennen we eraan: hakken of tenen in de sneeuw schoppen voor meer grip en de wandelstok aan de bergkant in de sneeuw prikken.
Terug in de hut verdelen we ons over verschillende slaapzalen, douchen sommigen voor 5 euro per 5 minuten (en anderen niet), spelen we potjes regenwormen (wat tot de nodige rivaliteit leidt) en genieten we wederom van Italiaanse polenta en (ongare) risotto. We vinden het fascinerend hoe de berghut dit allemaal kan regelen met behulp van één enkel goederenliftje door de bergen. Rifugio Antermoia ligt namelijk compleet afgelegen en er loopt geen weg naartoe: vervoersmiddelen kunnen er niet komen. Het blijft nog een tijd gezellig in de berghut: Italiaanse bergwandelaars zingen volksliederen en knallen flessen champagne open. Maar wanneer de stroomgenerator wordt afgesloten, moet iedereen toch verplicht de nachtrust opzoeken.
Lees in dit artikel over de reis van Nicky Brouwer door de Dolomieten.
Met een strakblauwe lucht verlaten we de Rifugio Antermoia. We maken een groepsfoto en we genieten nog één keer van het uitzicht vanaf de Paso Dona. Via de Paso della Ciaregole (2.282m) dalen we af naar de Val Duron, waar we over een breed gravelpad door de vallei wandelen. Tijdens een pauze komt de goederenlift over ons heen met daarin eten en drinken voor Rifugio Antermoia.
We pauzeren bij Rifugio Micheluzzi waar de eigenaar zijn Spotify playlist heeft aangezet met 99 Luftballons tot Ai Se Eu Te Pego; liedjes uit heel Europa passeren de revu. De kaiserschmarrn is hier niet te weerstaan: een groot bord aangevuld met rode bessen, bramen, bosbessen, slagroom, vanillesaus en Nutella. Zelfs de grootste eters krijgen het niet voor elkaar het hele bord leeg te eten. Hierna is het weer tijd om te stijgen: richting Sasso Piatto. We passeren veel dagjesmensen en koeien die in de wei staan te grazen. Rond 14u komen we aan bij Rifuggio Sasso Piatto.
Hier droppen we onze tassen om vervolgens nog een stuk richting de top van Sasso Piatto te wandelen. Dit is geen makkelijke route: door de steile rotsige bergwanden lijkt het meer op klimmen dan op wandelen. Bovendien ligt ook hier weer sneeuw. We keren daarom op tijd weer terug om te genieten van de laatste avond. We proosten met Aperol Spritz en spelen boerenbridge met een hulplijn vanuit Nederland. Dit keer slapen we in slaapzalen met 10 mensen, het begint te wennen.
De laatste dag! We verwonderen ons over de verschillende blaren: de een erger dan de ander. Zusterlijk delen we de laatste blarenpleisters in alle vormen en groottes met elkaar. Op de planning staat een wandeling rondom de Sasso Lungo. We komen spelende marmotten (en naaktslakken) tegen, een waterval waar we onderdoor lopen, (wederom) sneeuwvlaktes en enkele moeilijke technische stukken. Al wandelend brainstormen we samen over het plot van een thriller die we gaan schrijven: “De Dood in de Dolomieten”.
We lopen Val di Gardena binnen met aan de ene kant uitzicht op het Sella-bergmassief: vanuit de verte een majestueus bergplateau. Aan de andere kant tekent het Sassolungo bergmassief zich af met drie grote puntige toppen (Sasso Lungo, Punta delle Cinque Dita en Punta Grohmann). De ‘Punta delle Cinque Dita’ (oftewel de top met de vijf vingers) dankt zijn naam aan het feit dat hij is verdeeld in verschillende rotstorens, die je met een beetje fantasie doen denken aan de vingers van een hand.
Deze regio tussen de twee bergmassieven staat bekend om de vele skiliften en we komen hier dan ook weer veel dagjesmensen tegen. We lopen de laatste kilometers, bestellen onze laatste apfelstrudel bij een berghut en eindigen de huttentocht op Passo Sella. De wandelschoenen worden uitgetrokken en verruild voor slippers. Het is tijd om afscheid te nemen. Een deel van de groep gaat verder met de taxi, een ander deel gaat met de bus. Het waren fantastische dagen met hoogtepunten (letterlijk én figuurlijk) en enkele dieptepunten (voor sommigen de blaren, voor anderen de sneeuwvlaktes).
Hoe kom je er? Met de auto is het 1.045 kilometer van Utrecht naar Pera in Val di Fassa. Comfortabeler is de trein. Zo kun je bijvoorbeeld de nachttrein nemen vanuit Nederland (ÖBB Nightjet) naar Innsbruck. Vanaf Innsbruck neem je in twee uur de trein naar Bolzano. In Bolzano reis je vervolgens met de bus naar Pera.
Gebied: Dolomieten (Val di Fassa, Val Duron, Val Gardena)
Gemaakte tocht: Yomads Women-only huttentocht Dolomieten. Dit is een georganiseerde vijfdaagse huttentocht onder begeleiding van een reisleider, met vier overnachtingen in Hotel el Paster in Pera, Rifugio Gardeccia, Rifugio Antermoia en Rifugio Sasso Piatto. Wij hadden een aangepaste tocht vanwege de sneeuw die er nog lag in juni.
Meenemen: los van je standaarduitrusting, sowieso ook wandelstokken! De tocht bevat technische stukken waar wandelstokken goed van pas komen. Ook in het geval van sneeuw zijn wandelstokken een musthave.
Beste tijd: medio juni tot en met september. Medio juni start het wandelseizoen en openen de berghutten weer. Wanneer je medio juni gaat, houd dan rekening met sneeuw.
Zwaarte: 4 (gevorderd, pittig). Op de website van SNP staat de huttentocht als niveau 3 aangegeven, maar vanwege de sneeuw en aangepaste route die wij volgden was dit niveau 4. Er zijn dagen met veel hoogtemeters (tot 1.100 meter) en veel technische stukken met sneeuw, steile stukken en losse stenen. Je bagage neem je voor vier dagen mee op je rug.
Simone de Bruijn (37) is ondernemer en werkt in het dagelijks leven vooral als tekstschrijver en fotograaf voor goede doelen en onderwijsorganisaties. Ze reist veel en eerder maakte ze bergtochten in Patagonië, Canada, Kirgizië, Durmitor National Park (Montenegro) en de Spaanse Pyreneeën. Ze schreef onder andere voor de Kleine Globetrotter, een magazine voor avontuurlijke gezinnen. Klik hier voor meer informatie.