“Het ziet er zó zacht uit, als je erin zou vallen dan voelt het vast aan als een donzen dekbed.” Naast me staat mijn vrouw Amber. We kijken vol ontzag uit over een dicht wolkendek dat zich enkele tientallen meters onder onze voeten bevindt. Tot aan de horizon zien we een langzaam golvende witte deken. Slechts her en der piekt een eenzame bergtop door de wolken heen. De laagstaande zon hult het schouwspel in prachtige pasteltinten. We staan op de Pico Urriellu, niet de hoogste maar wel de meest iconische berg in de Picos de Europa.
Zeg je Picos de Europa, dan zeg je mist en wolken. Het gebied staat bekend om de snel veranderende weersomstandigheden. Dat komt doordat aankomende zeewind omhoog wordt geleid door de bergen, met condensatie en wolkvorming tot gevolg. Je merkt in dit gebied niets van de verzengende hitte die de rest van Spanje soms teistert. In Madrid zijn eind juni recordtemperaturen tot 45ºC gemeten, hoorden we van de mensen hier. Maar hier op deze bergtop is het nou niet bepaald koud bij het vallen van de avond. Sterker nog: het wordt best fris nadat de zon achter een berg is verdwenen. Niet voor niets zien veel Spanjaarden de Costa Verde en iets landinwaarts de Picos de Europa als een ideale binnenlandse vakantiebestemming: je kunt er de zomerse hitte prima ontwijken.
Nu genieten we van een weids uitzicht over de wolken, maar de hele dag hadden we geen idee van wat ons te wachten stond. De dikke mist belemmerde het zicht tot enkele tientallen meters. Dankzij de goede routemarkering en de vooraf geïnstalleerde GPS track waren we niet bang om te verdwalen (tip: gebruik de app GPX viewer, zodat je op je telefoon de route kunt bekijken). Maar hoe de piek van de berg die we aan het beklimmen waren eruit zou zien, we hadden werkelijk geen idee. Natuurlijk waren we voorbereid op deze weersomstandigheden. “Houd rekening met het weer! Stel je op de hoogte van de weersvoorspelling voordat je vertrekt! Pak warme kleding in!” Als redelijk ervaren bergwandelaars klinken deze instructies ons bekend in de oren, maar hier in de Picos zijn deze waarschuwingen dubbel op zijn plek.
Op zich is mist niet vervelend, afgezien van het feit dat je padvindersinstinct danig op de proef wordt gesteld. Je wordt wel extra klam, van de inspanning en de minuscule waterdruppeltjes die gestaag op je neerdalen. Pas in de laatste paar honderd meter van de route begint de mist te wijken. En na nog enkele tientallen meters stijgen: ja hoor, daar heb je hem: De Naranjo de Bulnes, of de Pico Urriellu zoals de berg meestal genoemd wordt. Meteen begrijpen we waar het woord ‘koninginnetocht’ uit de routebeschrijving vandaan komt. Deze route is de vorstelijke afsluiting van de wandelvakantie. We begrijpen direct waarom de gekleurde flanken van deze bergtop zo’n aantrekkingskracht hebben op bergbeklimmers. Nog één nacht slapen in de berghut, en dan weer naar beneden, naar de feitelijke afsluiting van deze wandelvakantie.
Vier van de vijf sterren krijgt deze wandeltocht van SNP, wat betreft moeilijkheid. En dat klopt wel. Wandelstokken zijn geen overbodige luxe, en vooral de vele steile afdalingen over losse keien en grind zijn zwaar. Om over de glibberige paadjes door de soms dichtbegroeide bossen nog maar te zwijgen. Na een beetje regen is het al snel een modderige bedoening. Hoge bergschoenen aantrekken dus, en een broek die je makkelijk kunt wassen. Je kunt de tocht wat lichter maken door de bagage te laten vervoeren van hotel naar hotel. Wij zijn blij dat we voor die optie hebben gekozen, alhoewel mijn dagrugtas nog altijd onaangenaam zwaar is, door alle foto- en filmapparatuur die ik meetors.
Het mooie van de Picos is dat het gebied niet zo heel groot is. Het is heel wat anders dan de Pyreneeën of de Oostenrijkse Alpen. Tijdens deze 12-daagse tocht hebben we een mooie ronde gemaakt, langs het oostelijk, centraal en westelijk massief. Voor ons idee hebben we in die kleine twee weken een goede indruk gekregen van het gebied. Natuurlijk zijn er nog de grote bergmeren in het noorden van het national park om te ontdekken, en beslaat deze trekking niet de buitenranden van de Picos. Er valt dus nog genoeg te ontdekken, mochten we nog een keer terugkeren.
De reisbeschrijving is door een lokale SNP-partner opgesteld die het gebied en de lokale historie goed kent. We lezen over de pioniers die de bergen toegankelijk hebben gemaakt en de reden waarom je regelmatig over mijnwerkerspaden loopt. Ook wordt de functie van de kapelletjes in de middle of nowhere uitgelegd: bij noodweer en mist moesten monniken de klok luiden om zodoende reizigers en toeristen naar een veilige schuilplaats te leiden. Tegenwoordig zijn er nog steeds veel hutten te vinden in de bergen, waar je soms flessen water en slaapplekken in aantreft. Ook al leven we in een tijdperk van satellietnavigatie: als je verrast wordt door mist of onweer, wacht dan in een hut totdat de weersomstandigheden beter zijn, en ga dan pas weer verder.
Het is niet alleen wandelen wat de klok slaat. De eerste dag van het programma bestaat uit een opwarmertje in de vorm van een rondwandeling vanuit aankomstplaats Arenas, net buiten het nationaal park. Niet alleen kunnen we de benenwagen een beetje laten wennen aan de Spaanse bergen, de extra avond in Arenas kunnen we ook goed gebruiken om lekker tapas te eten. We verwonderen ons bij bar La Plazuela aan het gemoedelijke dorpsplein over het ritueel dat komt kijken bij het inschenken van de cider, die bijna iedereen hier lijkt te bestellen: de kunst is om het appelgoud van een zo groot mogelijke hoogte in het glas te laten kletteren. Want er zit in de lokale cider geen koolzuurgas toegevoegd, en op deze manier krijgt het drankje toch de bruis mee die je gewend bent. Het lukt me niet om de ober te laten poseren voor mijn filmcamera. Hij snapt niet zo goed waarom ik dit wil filmen, het is toch de normaalste zaak van de wereld?
Na deze kennismaking met het fenomeen Sidrería begint de eigenlijke ronde door de Picos met een spectaculaire wandeling over de Ruta del Cares, een soms smal pad langs diepe afgronden. De smalle kloofwandeling is niet alleen populair bij andere toeristen, al dan niet uit Spanje zelf. Regelmatig delen we het pad met geiten. Onverstoorbaar grazen die verder, terwijl wij moeite hebben om de grandeur van de locatie voor de volle 100% tot ons door te laten dringen: de door dreigende wolken omringde bergtoppen om ons heen, de kolkende rivier in de bodem van het dal, het regelmatig opduikende en door mensenhanden gemaakte snelstromende kanaal (waar deze route haar bestaan aan te danken heeft), de verlaten ruïnes waar ooit de arbeiders in woonden: je hebt eigenlijk meer zintuigen nodig om alles tot je te nemen dan de ogen, oren, neus en tastzin die we bij onze geboorte hebben meegekregen.
Ook als je - net als wij - maar een paar woorden Spaans spreekt, ontwikkel je hier toch een goede verstandhouding met de herbergiers en medewandelaars. De gemeenschappelijke deler is het ontzag voor het natuurschoon en de inspanning die het vereist om de hoge passen en pieken te bedwingen met puur en alleen je eigen lichaamskracht. We maken vele ‘praatjes’ waarbij ervaringen uitwisselen zonder daarbij echt woorden te gebruiken. Als bergwandelaars ontwikkel je onderling een eigen soort van Esperanto, lijkt het wel. Het scheelt dat onze talen dezelfde Indo-Europese roots hebben.
Zeker in de gemeenschappelijke eetzaal van de Refugio de Urriellu, gevoelsmatig de eindbestemming van onze tocht door de Picos de Europa (maar vergis je niet in de laatste afdaling, terug naar Poncebos), zijn we voor heel even één met de levendige bergwandel- en -klimgemeenschap. Met hen delen we een oerverlangen naar ruige bergen, uitdagende omstandigheden, kristalheldere beekjes en grazige bergweiden vol gekleurde bloemen. Niet wetende dat de grootste uitdaging van deze trekking nog moet komen: midden in de nacht in een pikdonkere slaapzaal uit je hoogslaper moeten om te plassen, terwijl het trappetje is verdwenen…
Gebied: Picos de Europa, in de provincies Asturië, Cantabrië en Castilië en León.
Gemaakte tocht: 12-daagse SNP trektocht langs hotels, pensions en berghut. Bekijk de reis op snp.nl.
Zwaarte: Pittig, zeker als je zelf je bagage meeneemt.
Moeilijkheidsgraad: 4 van de 5 sterren.
Beste tijd: juni t/m oktober.
Vervoer: Arenas de Cabrales is niet heel gemakkelijk te bereiken. Je kunt vliegen naar Santander, Bilbao of Oviedo. Per openbaar vervoer verder reizen duurt lang, maar is goed te doen, zeker als je het laatste stukje met de taxi reist. Met de auto vanaf Utrecht is het ca 15 uur rijden, 1570 kilometer.
Overnachten: Casas rurales (agriturismos) en kleine hotels. 1 overnachting in een slaapzaal in een berghut.
Wil je gaan wandelen in de Picos de Europa maar geen tijd om alles zelf te organiseren? Bekijk dan eens onderstaande wandelreis.
Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.