Turkije kende al twee populaire wandelroutes: de beroemde Lycian Way en de St Paul Trail. Dit jaar kan is de Carian Trail daarbij gekomen, een LAW van maar liefst 800 km die antieke steden met elkaar verbindt. De Carian trail voert over eeuwenoude handelsroutes en herderspaden, langs de baaien aan de Middellandse Zee en traditionele bergdorpen in het achterland.
Land: Turkije
Gebied: Zuidwest kustgebied
De tocht: Vijf dagen kustwandelen op het Bozburun Schiereiland. Vijf dagen bergwandelen in het Latmostgebergte.
Zwaarte: Gemiddeld
Moeilijkheidsgraad: De route gaat volgt oude ezelspaden, handelsroutes en herderswegen. Daardoor zitten er geen steile klimmen in. Op sommige plaatsen is het landschap stenig, met prikkelstruiken.
Navigatie: De Carian Trail is goed gemarkeerd met standaard LAW rood witte strepen op stenen en bomen. Goede kaarten zijn er niet, maar het Carian Trail boek bevat goede routebeschrijvingen.
Overnachten: Er wordt op dit moment hard gewerkt aan een netwerk van hotels, pensions en homestays op de route. Op de beschreven routes is het al mogelijk om de wandelingen te doen zonder te hoeven kamperen.
Beste seizoen: Maart tot mei. September tot november. In de wintermaanden zijn de kustroutes ook goed te doen, maar het kan dan ook vaak regenen.
Vliegen naar Turkije: Turkish Airlines vliegt dagelijks vanuit Amsterdam en Rotterdam via Istanbul naar de vliegvelden van Dalaman of Bodrum/Milas.
Turkije kende al twee populaire wandelroutes: de beroemde Lycian Way, gevolgd door de St Paul Trail. Sinds dit jaar kan men daar ook de Carian Trail aan toevoegen, een LAW van maar liefst 800 km die antieke steden met elkaar verbindt. De Carian trail voert over eeuwenoude handelsroutes en herderspaden, langs de baaien aan de Middellandse zee naar het achterland met traditionele bergdorpen. Dit is het achterland van toeristensteden als Bodrum en Marmaris waar het massatoerisme van de kust geen weet van heeft. De Carian Trail is het best bewaarde geheim van Turkije.
Vijf dagen kustwandelen op het Bozburun Schiereiland en vijf dagen bergwandelen in het Latmostgebergte. De Carian Trial is opgedeeld in zes secties. De route is gemarkeerd met roodwitte strepen en gele borden op strategische punten. De makers van de Carian Trail hebben daarnaast ook een handig boekje met bijbehorende kaart uitgegeven waarmee de wandelaar een heel eind komt. Bekijk op de site ook het laatste routenieuws over correcties en veranderingen: www.cariantrail.com.
Gemiddeld.
De route gaat volgt oude ezelspaden, handelsroutes en herderswegen. Daardoor zitten er geen steile klimmen in. Op sommige plaatsen is het landschap stenig, met prikkelstruiken.
De Carian Trail is goed gemarkeerd met standaard LAW rood witte strepen op stenen en bomen. Goede kaarten zijn er niet, maar het Carian Trail boek bevat goede routebeschrijvingen, en de GPS route kan op www.cariantrail.com gedownload worden, op deze site worden ook route updates gegeven.
Van maart tot mei als de velden vol bloemen staan en het landschap groen is. September tot november als de zomerse temperaturen weer gedaald zijn. In de wintermaanden zijn de kustroutes ook goed te doen, maar het kan dan ook vaak regenen.
Turkish Airlines vliegt dagelijks vanuit Amsterdam en Rotterdam via Istanbul naar de vliegvelden van Dalaman of Bodrum/Milas. Bijkomende voordeel: voor hetzelfde geld neem je er nog een weekendje Istanbul bij. Meer informatie: www.turkishairlines.com.
Er wordt op dit moment hard gewerkt aan een netwerk van hotels, pensions en homestays op de route. Op de beschreven routes is het al mogelijk om de wandelingen te doen zonder te hoeven kamperen. Wie wel wil kamperen kan zijn tent overal in het landschap kwijt and als je het vraagt ben je met je tent ook van harte welkom in de dorpjes. Het Agora Pansiyon in Heracleia is een absolute aanrader voor lekkerbekken. Het uitgebreide ontbijt en de meergangenavondmaaltijd zijn subliem, de vrouw des huizes kan zich meten met sterrenchefs!
Sinds dit jaar moeten alle toeristenvisa online besteld worden en met creditcard afgerekend worden. Een visum voor 3 maanden kost $20. Meer info: www.evisa.gov.tr.
1Euro = YTL 2,77 (januari 2016). Geld automaten voor bankpassen en creditcards vind men op de luchthaven en de grotere plaatsen. Neem voldoende Turkse Lira’s op, ook in kleinere coupures, want in de kleinere dorpen kan men niet met plastic betalen.
Wie in Turkije wandelt zal op zijn minst een paar keer op de thee worden uitgenodigd. Maar je kunt ook worden uitgenodigd voor een bruiloft, eten, overnachten of zelfs een besnijdenisritueel. Er zijn een paar ongeschreven regels die men hierbij in acht moet nemen. Trek bij de voordeur altijd je schoenen uit. (soms krijg je slippers aangeboden). Traditionele vrouwen geven meestal geen hand aan mannen, een vriendelijke glimlach gevolgd door “Merhaba” (hallo) doet wonderen. Trek bij het binnenlopen van een dorp even een lange broek aan (en natuurlijk je shirt). Als mensen een heel basaal bestaan leiden kun je ze als tegenprestatie blij maken met een rol koekjes, chocola of andere luxe repen.
Gidsenburo Southwest Turkey biedt verschillende reizen aan op de Carian Trail, zowel met gids als ook ‘Self Guided’ met bagagevervoer.
Turks Nationaal Verkeersbureau, Hofweg 1c, 2511 AA Den Haag, (070) 346 99 98, www.welkominturkije.nl.
Turkije kende al twee populaire wandelroutes: de beroemde Lycian Way en de St Paul Trail. Dit jaar kan is de Carian Trail daarbij gekomen, een LAW van maar liefst 800 km die antieke steden met elkaar verbindt. De Carian trail voert over eeuwenoude handelsroutes en herderspaden, langs de baaien aan de Middellandse zee en traditionele bergdorpen in het achterland.
Een witbebaarde man komt gebukt onder een zware lading hout het bos uit, gevolgd door zijn vrouw, eveneens met een bos takken. Blozende wangen en kleine pret oogjes staren me aan. “Kahvalti?” vraagt hij. Tijd voor het het ontbijt. Ik bevind me samen met de initiatiefnemers van de ‘Carian Trail’, in een plastic tent in de bossen van het Bozburun schiereiland.
Wandelgidsen Yunus, Altay en Dean begonnen in 2007 met hun zoektocht naar de oude paden die de bergen en geschiedenis van het klassieke Caria met elkaar verbonden. Terwijl de oude man de broodoven stookt vertelt Yunus over hoe ze de paden vonden. “De meeste paden werden gebruikt door herders en sinds de jeugd geen interesse meer heeft om met wat geiten door de bergen te lopen moesten we dus op zoek naar oude mannen in het theehuis. Dat leverde nogal wat argwaan op, want waarom wilden die vreemdelingen de oude paden kennen? Gaan ze vluchtelingen smokkelen naar de Griekse Eilanden, of archeologische sites leegroven?” Yunus lacht. “De lokale bevolking begreep niet dat er mensen zijn die voor hun plezier wandelen. Er gaat immers toch ook een bus?” Altay voegt er aan toe: “We werden zelfs een keer aangehouden omdat de dorpelingen dachten dat we tijdens het offerfeest vee kwamen roven.” De geur van vers brood streelt mijn smaakpapillen. Yakup, de oude baas, zet ons ontbijt op tafel. “Eet smakelijk heren! Kaas van eigen koe, olijven van de buurman, honing uit het bos en de eieren waren nog warm toen ik ze raapte vanochtend. Daar kun je een hele dag op lopen”.
Het pad klimt over de rotsen door het bos tot we ineens bij de ruines van een Byzantijnse kerk staan met uitzicht op de Middellandse zee. “Deze hele kust is een grote toeristische attractie met resortsteden als Bodrum en Marmaris of voor de duizenden gasten die hier komen voor hun ‘Blue Cruise’ op de traditionele gulet zeilschepen” vertelt Dean. “Maar ga honderd meter landinwaarts en je zit in het domein van de imkers en herders, en hebt dit hele gebied voor jezelf.” Dean is makkelijk te onderscheiden in de natuur, zijn broek zit nog onder de roodwitte spetters en de de GPS heeft ook een ‘custom paint job’ ondergaan. “Je had de auto moeten zien toen we vorig jaar klaar waren met het markeren van de route. Het interieur konden ze afschrijven”.
Het uitzicht op de baai onder ons is spectaculair. Met de zon op een eilandje zijn de wolken aan de horizon extra donker. We willen net verder lopen als een van de wolken een trechter produceert. De waterhoos die langzaam de zee leeg slurpt lost na een paar minuten weer net zo snel op als het tevoorschijn kwam. Ik struikel over een grote steen en als ik omkijk zie ik diepe groeven en een goot. “waarschijnlijk was dat een olijvenpers” observeert Dean. Als ik doorloop besef ik dat ik over een stuk erfgoed ben gestruikeld dat maar liefst 2000 jaar oud moet zijn. Dit is nou precies wat wandelen op de Carian Trail zo interessant maakt. Overal waar je loopt hebben oude beschavingen geleefd en dat is tot op de dag van vandaag nog steeds zichtbaar, van molensteen tot complete antieke steden.
Alle wegen leiden naar Rome, deze oneliner gaat ook op voor het dorpje Bayir. Centraal gelegen op een hoogvlakte met veel bronwater, doorkruist de route het dorp twee keer. Het was de zoon van de Griekse God Asklepios die het dorpje stichtte en trouwde met de dochter van de Koning van Caria. Op het centrale plein bij de moskee zijn nog een aantal stenen met inscripties uit het jaar 200vChr zichtbaar die doen vermoeden dat de moskee bovenop de originele tempel van Asklepios is gebouwd.
Het pad naar Taşlıca voert door een wildernis van gebleekte kalksteen, roestbruine aarde en vooral veel doornstruiken. “In dit stukje van het pad zit letterlijk bloed, zweet en tranen” lacht Altay. “Ik heb me wel vijf keer door die prikkels moeten hakken om de route te kunnen vinden. Op een gegeven moment vonden we een man die hier ooit schaapsherder was en die ons wel wilde helpen. Maar halverwege de dag kwamen we erachter dat hij tegenwoordig meer alcoholist is. Tegen de tijd dat wij een liter water achter de kiezen hadden, had hij een fles drank weggewerkt... en die route? Die hebben we zelf gevonden.” We verrassen een groep wilde paarden. Ze staren ons even aan en gaan er dan met wapperende manen in galop vandoor het niemandsland in. Ook de mannen van het Theehuis in Taşlıca kijken verbaasd op van hun dagelijks gekeuvel, als een kleurrijk groepje wandelaars hun thuishonk binnenwandelt. De sterke aromatische Turkse thee, geserveerd in kleine glaasjes brengen ons weer snel op krachten. De tijd heeft hier stilgestaan. Paarden, muildieren en ezels zijn het meest voorkomende vervoersmiddel.
Wij worden met de auto opgehaald door de hoteleigenaar uit Selimiye, onze basis voor het Bozburun avontuur. Het is maart en de Bozburun is in diepe rust. De bevolking begint langzaam wakker te worden uit hun winterslaap om zich op te maken voor het zomer toerisme. De azuurblauwe zee kabbelt zachtjes op het grindstrandje naast de jachthaven. Het is een goddelijke stek om lekker bij te komen na de wandelingen. De afgelopen dagen wandelden we door olijfgaarden en tussen amandelbomen, van heuse watervallen tot graftombes. Maar Altay heeft nog een verrassing in petto. “Kom Frits , ik ga je het best bewaarde geheim van de Bozburun laten zien”. We verlaten het gebaande pad met de roodwitte markering en klimmen over kleine geitenpaadjes steil omhoog.
De geur van vertrapte wilde Thijm en oregano prikkelt mijn neus als we plotseling voor een grote stenen muur staan. Ik volg Altay door een gat naar binnen, en waan me in een filmset van Indiana Jones. Een decor van oude gebouwen, overgroeid met bomen en struiken. “Welkom in Hydas” roept hij triomfantelijk als we bovenop de stad staan met een fenomenaal uitzicht over de baai. “Deze antieke stad uit de Hellenistische tijd, is nog niet afgegraven door de archeologen, alles ligt er hier dus al meer dan duizend jaar zo bij .” De zon zakt langzaam door de wolkjes richting zee en projecteert gouden banen over de horizon. Een mooier afscheid van de Bozburun hadden we ons niet kunnen wensen.
De ruïnes van Labranda markeren het begin van ons tweede segment van de wandelroute door het Latmos gebergte. Toeristen komen we nu echt niet meer tegen. Ali en zijn vrouw Emine zijn de poortwachters van Labranda en wonen in een klein hutje tussen de oudheden. Trots laat Ali oude foto’s zien van zijn vader die hier meehielp met de opgravingen. “Hebben jullie honger?” vraagt hij. Wij weten dat de Turkse cultuur gastvrijheid voorschrijft, dus weigeren we beleeft. “Kom op jullie moeten wat eten!” zegt hij quasi verontwaardigd. Weer weigeren we beleefd. Als hij het nu nog een keer aanbiedt dan is het een echt aanbod, en als wij nu weer weigeren dan willen we echt niet. Dit klinkt allemaal heel omslachtig, maar in een cultuur die afstamt van nomaden is gastvrijheid naar reizigers toe een overlevingsstrategie. Maar niet iedereen kan het zich veroorloven om voor anderen te koken, en dus moet de gast de eerste keer uit beleefdheid weigeren. Maar goed wij hebben honger en hij heeft het eten, dus kort na het derde aanbod zitten we in een antieke setting aan een wiebelend tafeltje, vol lekkernijen, als Carische Royalty te eten.
Het landschap wordt hier gedomineerd door pijnbomen en olijfgaarden op steile hellingen. De ezelpaden, geplaveid met enorme platte stenen, zijn op veel plaatsen nog in takt. Hier en daar doorkruist de route een gehuchtje, dat tot voor kort alleen maar via deze paden bereikbaar was. Ik heb het idee dat de inwoners bij het aanleggen van de weg eindelijk een uitweg vonden, waardoor de meeste huizen nu verlaten zijn. De lavendel staat in bloei, maar deze wilde variant is duidelijk niet zo potent als zijn geurige geteelde zusje. Sarikaya is weer zo een dorpje om verliefd op te worden, en ik begrijp Mustafa dan ook, dat hij na zijn carrière als politiechef weer naar de bergen is getrokken. Toen we langs zijn huis liepen bood hij ons thee aan en nu zitten we weer aan een copieuze maaltijd. Mustafa en zijn vrouw leven van een klein staatspensioen, maar hebben hun eigen melkkoe, olijfgaarden en moestuin. Alles wat nu op tafel staat is vers. Met twee soorten olijven, spinazie met knoflook en yoghurt, honing, artishokharten, en in veel roomboter gebakken ei zijn ze de koning te rijk.
Op het verwilderde kerkhofje boven het dorp ligt Ayse Dikmen, met haar 647jaar moet ze wel de oudste vrouw ter wereld geweest zijn. Altay lacht om mijn observatie. “Ze is in 1337 geboren in het Ottomaanse Rijk, dat toen de islamitische kalender hanteerde, en in 1984 overleden in de Turkse Republiek, die zich door Ataturk richtte op het westen met een Gregoriaanse kalender en Latijns schrift. “ Na dit back to the future momentje, besef ik me dat hoe verder we de bergen in trekken, hoe verder we terug in de tijd gaan.
In het plaatsje Ketendere drinken we weer thee met de oude mannen, vrouwen komen daar niet. Stuk voor stuk hebben ze verweerde koppen en knoestige handen, want het bergleven is niet voor de poes. Tegenover het theehuis komt rook uit een schuur. Ik neem een kijkje en vind een reizende ketellapper gebogen over een vuur. Met een doek poetst hij het gesmolten tinpoeder door de koperen pot waardoor deze weer als nieuw is. In een dorp waar veel kaas en yoghurt gemaakt wordt is dit heel belangrijk, vandaar dat hij hier elk jaar in het voorjaar een maand bivakkeert en alle potten en pannen uit het dorp een beurt geeft.
Fatma woont in het mooiste huis van Çomakdağ. Ze is in de 80 maar klimt nog behendig over de oude houten ladder haar historische huis in. Dat de echte trap recentelijk verwijderd is omdat de auto de bocht niet kon maken, deert haar niet. Çomakdağ staat bekend om zijn kleurrijke interieurs en het feit dat de vrouwen een bloem in hun hoofddoek dragen. Trots laat ze haar huisje zien. Als ik Labranda noem, zie ik haar ogen oplichten. “Dat was vroeger onze zomerweide voor het vee. Daar gingen we tijdens feestdagen altijd picknicken, maar dat heeft de overheid allemaal van ons afgenomen, nu is het een museum.“ ze verteld nog meer over de tijd dat de grote karavanen met kamelen nog over onze route trokken over de zijderoute richting Centraal Anatolië. En zo kan ze nog uren doorpraten maar wij moeten verder.
Het antieke Heracleia was een belangrijke havenstad aan de Golf van Latmos die dicht slibte waardoor het gebied tegenwoordig bijna een uur rijden van het strand ligt. Na het eerste gebed in de moskee, worden de koeien weer naar de grazige weiden geleidt, terwijl wij op het terras van het Agora Pansion genieten van een boeren ontbijt, dat de absolute prijswinnaar van deze reis wordt. De bewoners leven hier in een soort open lucht museum, en ik zou hier zo een aantal dagen kunnen blijven. Het is alsof het hele gebied is besprenkeld met huizenhoge roodbruine kiezels die vaak recht op tegen elkaar staan. In dit landschap kun je onder een rots verdwijnen en niemand zal je ooit vinden. Dat moeten ook de Byzantijnse monniken gedacht hebben die in het achterland een goede thuis voor hun kluizenaarsbestaan vonden. Hoog in de bergen boven Heracleia kom ik erachter dat de monniken niet de eerste bewoners van de streek waren. Onder een soort van groot uitgevallen hunebed wijst Altay op het plafond. “Deze rotsschilderingen stammen uit het Neolithische tijdperk, 8000vChr. Ze hebben al veel tekeningen gevonden, maar nog lang niet allemaal.
Daarvoor is het gebied te ontoegankelijk.” De monniken vonden het ook een goed idee en schilderden fresco’s onder een overhangende rots bij hun klooster. waar ze op het heetst van de dag in de schaduw konden zitten. We springen van steen naar steen in deze geologische speeltuin. Altay verteld over zijn plannen: “als het een beetje meezit kunnen wandelaars vanaf volgend voorjaar van dorp naar dorp lopen en overnachten bij de mensen thuis. Zo pikken de dorpelingen ook nog wat mee van het toerisme. Uiteindelijk streven we ook nog naar een bagage service zodat je licht kunt wandelen maar wel alles bij de volgende overnachting hebt.” Het uitzicht is fantastisch, met het Bafameer in de diepte, een licht briesje fluit door het hoge gras waar de bijen met een monotoon gezoem de nectar uit de bloemen zuigen. In de verte zingt een hond met het middaggebed mee, en wordt beantwoord door een koor van balkende ezels. Ik sluit mijn ogen onder een olijfboom en laat me langzaam meevoeren in het natuurlijke ritme van de Carian Trail.