Nationaal Park De Hoge Kempen is het enige nationaal park van Vlaanderen. In 2011 heeft België de Hoge Kempen als ruraal-industrieel overgangslandschap bij de UNESCO gemeld. Behalve gaaf bewaarde beekdalen, intacte heidegebieden en kleinschalig boerenland vind je er nog in werking zijnde zandgroeven, overgroeide terrils (bergen mijnafval) en productiebossen van voornamelijk grove den. Veel variatie dus op deze vierdaagse wandeling door De Hoge Kempen
Land België
Het gebied Nationaal park de Hoge Kempen, Vlaanderen
Activiteit Wandelen
De tocht Vierdaagse wandeling van 72 kilometer.
Zwaarte/moeilijkheid Eenvoudig.
Navigeren Markering met 'pootafdruk', in beide richtingen.
Ernaartoe Met de trein naar Genk, waarvandaan het 3,3 km wandelen (bewegwijzerd) is naar het begin van de route.
Overnachten Campings, B&B's, hotels, etc.
Beste tijd Het hele jaar door.
Nationaal Park De Hoge Kempen, Vlaanderen. Het is het enige nationaal park van Vlaanderen. Het meet 5.600 hectare en is daarmee te vergelijken met onze Hoge Veluwe. Vanuit de zes 'toegangspoorten' (informatiepunten) van het Nationaal Park kun je de omgeving verkennen. Er ligt een netwerk van 200 km bewegwijzerde wandelpaden. Via knooppunten kun je je route uitstippelen.
In 2011 heeft België de Hoge Kempen als ruraal-industrieel overgangslandschap bij de UNESCO gemeld. De Hoge Kempen zijn ontstaan toen de Maas hier zijn puinkegel achterliet waarin zij later een nieuwe bedding heeft gezocht en uitgesleten. Wat resteert, is een steilrand van wel vijftig meter hoogte. Via de site van het nationaal park Hoge Kempen is een bezoekersgids te koop met alle relevante informatie over het park (overnachtingsmogelijkheden, activiteiten o.a. voor kinderen, fietsmogelijkheden, musea etc.).
Voor wie alleen geïnteresseerd is in puur natuur, lijken de Hoge Kempen minder geschikt. Het gebied is de afgelopen honderd jaar danig onder handen genomen, een proces dat tot de dag van vandaag voortduurt. Desondanks voert het pad óók langs gaaf bewaarde beekdalen, intacte heidegebieden en kleinschalig boerenland. Maar daarnaast komt het langs nog in werking zijnde zandgroeven, overgroeide terrils (bergen mijnafval) en productiebossen van voornamelijk grove den. Daarmee bieden de Hoge Kempen een hoge mate van afwisseling.
Vierdaagse wandeltocht van 75 kilometer. De trektocht begint in Oud-Rekem, in 2008 uitgeroepen tot mooiste dorp van Vlaanderen. Meer dan negentig procent is onverhard. De helft van de route voert door het nationaal park De Hoge Kempen, de andere helft door de omliggende bossen.
Eenvoudig. Slechts een enkele keer moet er, kortdurend, worden geklommen. Neem voldoende drinken (en eten) mee: dorps- of stadscentra worden onderweg niet aangedaan maar liggen op maximaal drie kilometer van de route. Wel passeren enkele horecagelegenheden zoals het voormalige treinstation bij Eisden, het nog in gebruik zijnde stationnetje van Niel-bij-As en bezoekerscentra zoals Kattevennen en Lieteberg.
Markering: bordjes met 'pootafdruk'. De wandelroute is prima bewegwijzerd, in twee richtingen. Via de site van het park is een overzichtskaart van het gebied te koop met daarin aangegeven het volledige traject van het langeafstandspad en de toegangspoorten (bezoekerscentra). Een pdf vermeldt de ins en outs over de route met pootafdruk-markering, die ook als arrangement te boeken is.
De trein naar Genk. Dan via bewegwijzerde verbinding (3,3 kilometer) naar de hoofdroute wandelen.
Rond het nationaal park De Hoge Kempen zijn legio mogelijkheden te overnachten, op de camping, in een hotel en op b&b-adressen. Het park heeft een site waar je terecht kunt voor inlichtingen.
Rond het nationaal park De Hoge Kempen zijn legio mogelijkheden te overnachten, op de camping, in een hotel en op b&b-adressen. Heel luxueus maar ook duur is hostellerie La Butte aux Bois, dichtbij de route in Lanaken. Daar kun je overigens ook uitstekend dineren. Veel eenvoudiger maar tegelijkertijd ook wat huiselijker is hotel The Oak in Zutendaal, ook niet zo ver van de route. En uitbaatster Hilde de Backer mag graag kokerellen, met succes. Apart is hotel Kiewit in Gellik, gevestigd in een oude boerenhoeve met rustieke binnenplaats. Alle adressen zijn te vinden in de bezoekersgids die te koop is via de site van het nationaal park Hoge Kempen.
Paul Vreuls sliep in:
Hostellerie La Butte aux Bois
Paalsteenlaan 90
3620 Lanaken
T: +32 (0) 89 73.97.70
E: info@labutteauxbois.be
Hotel hoeve Kiewit
Kewithstraat 61
3620 Lanaken
T: +32 89 72 19 94
Hotel the Oak
Windmolenstraat 1
3690 Zutendaal
T: +32 89 79 14 01
De Hoge Kempen kunnen het hele jaar worden bezocht maar de wintermaanden lijken minder geschikt.
Dag 1
Na de start in oud-Rekem voert de route al gauw over een zandpad tussen de grove dennen door. Al gauw volgen de beuken. Al spoedig moet er geklommen worden, niet veel, ca 50 m, de steilrand op die de rivier de Maas heeft opgeworpen. Eenmaal boven, net voordat je de Mechelse Heide betreedt, zie je beneden een enorme groeve waar naar grint of zilverzand wordt gegraven. Waar de bodemschatten zijn gedolven, rest een groot meer – nu nog verlaten maar in de toekomst zal dat vast een recreatieplas worden voor de nabijgelegen woonkernen. Een typisch voorbeeld van wat dit gebied tot ruraal-industrieel overgangslandschap maakt.
Over de de N763, door de 'Tuinwijk' van Eisden, de plek waar in de jaren zestig van de vorige eeuw de eerste Turkse mijnwerkers neerstreken. Als reactie op de afschuwelijke leefomstandigheden in de volgepropte arbeiderswijken bedacht Ebenezer Howard de tuinwijk, een soort samengaan van stad en platteland. Tezelfdertijd kampten de mijnbazen op de Hoge Kempen met het probleem hoe arbeiders te verleiden naar deze uithoek van het land te komen om er in de pas geopende mijnen te werken. De rest van de dag gaat het onder de bomen door richting Niel-bij-As. De bossen bestaan voornamelijk uit grove den en dateren vrijwel allemaal uit de tweede helft van de negentiende, begin twintigste eeuw. Langs het Heuvelsven. Overnachten in hotel Mardaga.
Dag 2
Wederom veel ruraal-industriële overgangslandschappen. Nu eens voert het pad door een vorm van bebouwing, dan weer ligt het in de geluidszone van een of andere verkeersweg. Ook volg ik met enige regelmaat een tra met hoogspanningsmasten. En kort na vertrek vanuit hotel Mardaga loopt het pad langs een enorme groeve waaruit een niet aflatend gedreun, gesis en getuut weerklinkt. Het mooiste landschap dat ik onderweg tegenkom, is hoe gek ook volkomen onnatuurlijk. Het is het terrein van de golfclub Genk, Spiegelven. Na wat onduidelijke kilometers door afwisselend bos en akkerland, met als dissonant een stuk omhoog, langs een hek rechts waarachter zich een meer bevindt dat dient als ‘Monostort voor vliegassen’ – die Belgen generen zich ook nergens voor, sturen je op een langeafstandswandelpad rustig langs een gifbelt – eindigt de dag in hotel The Oak, downtown Zutendaal.
Dag 3 en dag 4
Deze dagen voeren uiteindelijk door landschapjes die ik niet meer had verwacht maar waarvoor je wel de deur uitgaat. Het ruraal-industriële maakt plaats voor het natuurlijke, met beekdalen en bossen en weiden – op een gegeven moment wordt het zelfs Veluwe-achtig. Mooiste zijn, gek genoeg, de laatste kilometers, door het natuurreservaat van de Zijpbeek en langs de steilrand met hoog daartegen de koninklijke villa Fridhem. De heide ademt warme geuren, in de hoogte zingt de leeuwerik en bij een paar oude dennen sta ik minutenlang te luisteren naar de koekoek. Waar ik ook kijk, nergens is meer iets van een overgangslandschap te ontdekken. Puur natuur, dat is het!