Marion Jansen (53) en Joost Linders (54) maakten een 5.000 kilometer lange fietstocht langs de Mekong rivier door Thailand, Laos en Cambodja. De drie landen zijn prima geschikt voor langere fietstochten. Wie hier op de fiets springt, rijdt door de jungle, prachtige landschappen en eindeloze rijstvelden. Bovendien ondervonden Marion en Joost aan den lijven hoe gastvrij de lokale bevolking is.
Een doordringende barbecuelucht drijft door het Thaise restaurant. Aan de tafel naast ons heeft een groep Fransen ‘filet mignon’, sla en frietjes besteld. Zoals het hoort bij een barbecue is het vlees aan de buitenkant geblakerd en van binnen rauw. Een van de madammen komt niet door haar biefstuk gezaagd en gebruikt haar handen om het rauwe vlees eruit te scheuren. Welkom in Chaing Rai, het toeristenmekka in Noord-Thailand. Hier begint onze tocht. Fransen zullen we nog heel veel tegenkomen in Thailand, in hun zoektocht naar stokbroodjes en La vache qui rit. Het wordt tijd om te gaan fietsen! In twee dagen fietsen we naar de grens met Laos en steken de Mekong over. We gaan de jungle in; prachtige landschappen, enorme kleurrijke vlinders, vogels. Laos is een fietsparadijs: volop groene en goudgele rijstvelden, de oogst is in volle gang. Waterbuffels, karstgebergte, rubber, teak, bananen en palmen: we fietsen er continu middenin en er is weinig verkeer. Een maaltje van levende vleermuisjes slaan we beleefd af, evenals een gebraden beestje met tandjes en al, niet meer te herkennen wat het is geweest. De vele doodgereden slangen geven met hun glinsterende velletjes een feestelijk gezicht aan de weg, maar soms liggen de slangen te zonnebaden en blijken ze nog te leven. Gelukkig kiezen ze nog iedere keer voor de berm in plaats van zich tussen de fietswielen te friemelen.
De eigenaar van het guesthouse, mr. Pinj, vindt het prachtig. Heeft hij zomaar ineens vier fietsers te gast, want buiten ons zijn er nog twee fietsers gestrand in Kiou Ka Choum. Kristof en Frans uit België schuiven aan onze tafel en mr. Pinj zet een fles drank op tafel met......wat is het eigenlijk? Het blijkt de beruchte Lao Lao rijstwhisky te zijn, maar wat zit er in? Gewoonlijk dobberen er zwarte reuzenschorpioenen of cobra’s in deze vloeistof. Bij deze fles lijkt het wel alsof het plaatselijk houtbewerkingsbedrijf het nodige afvalhout en schaafselkrullen heeft gedoneerd, maar bij nader inzien blijken het plaatselijke kruiden te zijn en volgens mr. Pinch ‘very good for health’. Ik geloof het meteen. Kristof vindt het naar verfverdunner smaken, volgens Joost smaakt het ‘best goed’, al gaat er iedere keer verdacht snel een grote slok bier achteraan. Frans en ik houden het bij onze flessen bier. In hoog tempo schenkt mr. Pinj in en neemt verreweg het grootste deel van de fles voor z’n rekening. Zijn Engels gaat met het glas kwadratisch achteruit. Het wordt een mooie Lao Lao avond, al kijkt mr. Pinj de volgende dag alsof er heel veel houten hamertjes in z’n hoofd spelen.
Inmiddels zijn we weer even terug in Thailand, waar de verjaardag van de koning wordt gevierd. Het is feest en dat houdt in dat er veel prachtig geklede dames bij elkaar komen, in zijden kleren in alle kleuren van de regenboog. De meesten lopen op trippelschoentjes, maar anderen combineren de schitterende kleding, zelfs in Thailand, met paarse Crocs, hetgeen een wonderlijke combinatie oplevert. De Thaise dames dragen op hun hoofd een soort van plastic goudkleurige tempelcomplexen of enorme zilverkleurige doerian-achtige creaties.
Dao is onze serveerster in het restaurant voor vanavond. Dao is een leuke meid en een slijmjurkje eerste klas. Regelmatig vlijt ze zich even tegen Joost aan, die op een bankje zit, en slaakt dan kreetjes als ‘oooh...you’re so big!’ Tevens wordt z’n onderarm onderzocht.. ‘Oooooh....so many many hair’, waarbij Dao meteen haar ijskoude vingertjes opwarmt (het is winter tenslotte). Doe nog maar een flesje bier! We verwachten dat hiermee Dao’s Engelse teksten uitgeput zijn, maar bij het weggaan deelt ze mee dat ‘two ladies and one man’ ook wel oké is, ons tegelijkertijd bij de arm nemend op weg naar onze bungalow. Omdat er de volgende dag een tocht van ruim honderd kilometer te wachten stond, leek het ons beter hier geen gebruik van te maken en hadden we zoals gewoonlijk alleen elkaar en de fietsen als gezelschap op de kamer.
Kreunend komt de songthaw voor ons tot stilstand. Het busje wordt acuut bestormd door vrouwen en meisjes met allerlei ondefinieerbare lekkere dingen op een stokje, snacks voor onderweg. Als de busjes weer weg zijn, snackt een verkoopster gedachteloos van de sateetjes die ze wil verkopen. Ach, de koper merkt toch niet dat er per stokje een stukje ontbreekt. Een oude vrouw verkoopt kleefrijst in holle bamboestokken. Haar mond is helemaal knalrood van het betelnotensap. Die zitten haar niet zo lekker en dus plukt ze maar eens wat met haar vingers tussen haar tanden. Vervolgens wordt de kleefrijst in de bamboestokken nog maar eens met de vinger aangestampt. Zo, die zijn weer klaar voor consumptie!
‘You are a strong woman.’ De douanebeambte wijst op de fiets en mij, zijn duim gaat goedkeurend omhoog. ‘Welcome to Cambodia!’ Met een enorme klap komt er weer een stempel in mijn beurse paspoort. Via de binnenlanden van Cambodja fietsen we verder. En dachten we dat ze in Laos flink konden stapelen... wat we hier zien, tart alles. Mensen op de dissels van vrachtwagens, met z’n veertigen op een laadbak, de laatsten in de rij moeten zich vasthouden aan degenen die nog wel een handvat konden vinden. Een man met, snel omgerekend, een kuub aan benzine achterop de brommer, varkens achter op de brommer, met drie volwassenen en drie kinderen op een brommer (het absolute record), ossenkarren. Handkarretjes vol fruit en kokkels. Een fietser met een berg kokosnoten achterop. Verder stapels en stapels lading, waaronder complete ameublementen. Ik ben al een keer bijna door een vierdeurs linnenkast van de weg gereden. Wat betreft de automobilisten: tot drie jaar geleden kon je in Cambodja gewoon een rijbewijs kopen. Wij vermoeden dat toentertijd alleen het gaspedaal en de claxon zijn toegelicht, want gas geven en stompzinnig toeteren zijn de enige vaardigheden die in Cambodja tot in de puntjes beheerst worden. Carpoolen neemt men hier heel serieus: de wagen wordt zo vol met mensen geladen totdat men geen adem meer kan halen. Dat geldt ook voor de bestuurdersstoel; men vindt het absoluut geen probleem om deze met z’n tweeën te delen, daarbij nog een baby op schoot te nemen en tegelijkertijd te chauffeuren en mobiel te telefoneren.
Wij ervaren de Cambodjaanse samenleving als een bikkelharde. Hier kun je goed zien wat het inhoudt als er geen sociaal vangnet is en men niet via gemeenschapsgeld iedereen laat meegenieten van goede gezondheidszorg, onderwijs, sociale voorzieningen. We hebben aan het einde van deze reis in de loop van de jaren zo’n 14.000 kilometer totaal door allerlei Aziatische landen gefietst, maar de enorme tegenstellingen die we in Cambodja zien, hebben we nog niet eerder meegemaakt. Zoveel mensen die een bestaan bij elkaar moeten zien te sprokkelen, bedelaars, slachtoffers van landmijnen. Daarnaast enorme rijkdom. We zien een familie met kleine kinderen levend op een kleine vuilnisbelt midden in Phnom Penh, zij scheiden het vuilnis. Honderd meter verder staat een glanzende rode Hummer. De ene Lexus na Hilux na Landcruiser schiet voorbij. Ergens zien we maar liefst elf (!) mensen zich bezighouden met het wassen van een grote wagen. Het is een wonderlijk en fascinerend land.
‘Oh honey, buy me a bigger car!’ Sandy heeft het al meermalen tegen haar echtgenoot gezegd: haar auto is echt te klein. Welke auto heeft Sandy momenteel dan, een boodschappenwagentje? Er blijkt een hele dikke Lexus voor de deur te staan, inderdaad een kinderachtig wagentje.
Sandy en haar man zijn Cambodjaans, maar leven deels in Philadelphia. Sandy is net twee weken terug in het wildwest stadje waar we in hun hotel logeren. Zij ergert zich mateloos aan de vuiligheid overal en inderdaad is haar hotel met restaurant de enige schone plek in het stadje. Sandy is teruggekomen naar Cambodja om voor haar schoonouders te zorgen, maar heeft eigenlijk maar één doel: geld verdienen, heel veel geld verdienen. De grootste inkomsten haalt ze uit de karaoke-kamers achter het hotel. Vanuit het restaurant (met discrete zitjes) hebben we een mooi zicht op wat zich daar allemaal afspeelt. Er lopen veel kek geklede dames rond, make-up van oor tot oor, de verlichting bij de kamers varieert van rood tot roze. Wij vermoeden dat er meer hand- en spandiensten worden verricht dan alleen het binnenbrengen van ijsemmertjes, drank en eten. Ook wij krijgen onze eigen ‘beergirl’ toebedeeld; het is de bedoeling dat zij onze bierglazen continu bijvult. Maar aangezien er hier geen koud bier is en men hier het bier op ijs drinkt, willen wij de bierblikjes graag in de ijsemmer. Dus geen ijs in bier, maar bier in ijs. Dit is voor een echte beergirl niet te doen (die maffe toeristen ook).
Van een heel andere orde is de avond die we op uitnodiging van Max en Sophea doorbrengen in Phnom Penh. Sophea is een Cambodjaanse, haar man is een Australiër en ze wonen in Phnom Penh. Sophea werkt voor een organisatie die zich inzet voor slachtoffers van ongevallen met accuzuur. Op verzamelplaatsen worden tientallen accu’s met behulp van een generator dagelijks opgeladen. Ongevallen komen veelvuldig voor, door onkunde en ook wordt wel eens accuzuur gegooid bij ruzies. Verder is ze bezig met de bouw van een nieuwe school in het binnenland van Cambodja. De oude school heeft drie klaslokalen voor 216 leerlingen en één onderwijzer. Het viel ons al op, de meeste scholen zijn krotten of dateren nog uit de Frans-koloniale tijd. Het Frisse Scholen Concept uit Nederland wordt hier al volop toegepast, het waait aan alle kanten door. De scholen zijn meestal gesloten, we hadden al eerder gehoord dat er geen geld is voor onderwijs in Cambodja, leerkrachten moeten elders bijbeunen om een salaris te verdienen. We lachen om mijn voorstel om Nederlandse spijbelaars uit te wisselen met Cambodjaanse schoolkinderen. Laat ze maar komen, zegt Sophea, ik weet er wel raad mee. Na een week willen ze kruipend terug naar Nederland. Tja, Nederland…. hoe zou het daar zijn? We zullen het snel ervaren, want de drie maanden van absolute vrijheid zitten erop. We hebben nu al heimwee naar Azië.