De West Highland Way is ongetwijfeld een van de meest populaire langeafstandswandelingen in Europa. En niet zonder reden. De trail heeft alles te bieden voor zowel beginnende als ervaren wandelaars. In vijf tot zeven dagen voert de trail je langs de mooie lochs (de meren) dwars door de Schotse hooglanden langs de bergen van Glencoe. Beklim Devil’s Staircase en (wild)kampeer op de mooiste plekken. Of kies voor een van de gezellige accommodaties waar je heerlijk kunt uitrusten na een lange dag wandelen. Onderweg zul je andere wandelaars en locals tegenkomen in een van de vele pubs langs de route voor gezellige praatje.
Algemeen:
Ons schema voor 7 dagen:
Toen ik paar vrienden over de West Highland Way vertelde, was het snel besloten: ze zouden meegaan. Ietwat verrassend kozen ze voor de ‘full experience’ te gaan: wildkamperen. Het was de eerste langeafstandswandeling voor deze vrienden en blijkbaar had ik ze al flink warm gemaakt met mijn verhalen over de trails.
We starten net boven Glasgow. Vanaf de stad is het nog geen halfuur met de trein naar Milngavie, waar de tocht begint. Nadat we bij de lokale supermarkt nog wat eten hebben ingeslagen, maken we een foto bij de trailhead: het beginpunt van de tocht die herkenbaar is met een stenen pilaar en kan de tocht beginnen.
Zwaarbeladen lopen we door het dorpje in de richting van de heuvels en verder het binnenland in. We passeren een aantal honesty boxes, een kast gevuld met drankjes en snacks die je kunt kopen door wat geld achter te laten in de brievenbus. Hadden we dat maar eerder geweten, dan hoefden we misschien niet zoveel mee te sjouwen denken we. De trail voert langs de lokale whiskystokerij en we schuilen even voor de regen bij Beech Tree, de eerste van de vele gezellige pubs die tegenkomen. Het is even zoeken waar we onze tenten kunnen opzetten de eerste dag. In Schotland is het toegestaan om bijna overal te wildkamperen, al zijn er wel een aantal regels. Zo zijn kwetsbare natuurgebieden uitgesloten, en mag je niet op landbouwgrond of dicht bij wegen en huizen kamperen. We vinden een mooie plek in het bos waar we onze gevriesdroogde maaltijden opwarmen en snel onze slaapzak inkruipen.
De volgende morgen staat er een pittige klim op het programma naar Conic Hill. Dit is ook een prachtige plek om je tent neer te zetten, mocht je op de eerste dag genoeg energie hebben om dertig kilometer af te leggen. Het gele gras en de kale heuvels spreken tot de verbeelding. In het midden staat een kale boom, verdwaald in het landschap omringd met een paar schapen. Dit is écht Schotland denken we. Vanaf de heuveltop kijken we uit over het grote Loch Lomond. Het meer, bijna 200 meter diep, is gevormd door een gletsjer uit de laatste ijstijd. De gletsjers zijn verdwenen maar laten wel het grootste zoetwatermeer van het Verenigd Koninkrijk achter. Na een afdaling vervolgen we onze weg langs het meer. De trail slingert langs de volledige oostkant en we nemen een duik in het ijskoude water om ons zweet af te spoelen. Even later zetten we onze tent neer naast het hostel in Rowardennan waar we mogen douchen en een biertje van de Loch Lomond Brewery bestellen.
Op dag drie lopen we richting Beinglas op het meest technische stuk van de West Highland Way. Het miezert een beetje en dat maakt het pad, dat naast het grote meer door een kaal bos loopt erg mysterieus. Het wordt steeds steniger en het is oppassen geblazen om geen uitglijder te maken op de natte stenen. Het is flink stijgen en dalen en we komen maar langzaam vooruit. Het is pittig en prachtig tegelijk. Onderweg komen we veel wandelaars tegen en iedereen lijkt te stoppen bij het Inversnaid hotel, halverwege deze etappe. Als we binnenstappen ruiken we de muffe geur van natte kleding, warmte en eten. De perfecte pauzeplek om weer even op te warmen, de jassen laten drogen en een stevige lunch (lees: Fish & Chips) tot ons te nemen. Het geeft de energie om weer verder te wandelen als we na drie dagen Loch Lomond achter ons laten. We trekken landinwaarts en overnachten op de camping Beinglas. Op de camping zit een gezellige bruine pub waar we een pint bestellen en proosten dat we deze pittige dag toch maar mooi hebben ‘overleefd’.
We maken ons op voor dag vier, de langste dag. Meer dan dertig kilometer staat er op het programma als we naar de Bridge of Orchy lopen. Het is een lang stuk. Het voelt misschien verder omdat we al een aantal pittige dagen achter de rug hebben en een paar nachten in de tent hebben geslapen, wat soms ook een gebroken nacht betekent. Gelukkig gaat het pad over makkelijke gravelwegen met mooie vergezichten op de Schotse hooglanden en zijn we wat meer gewend aan onze rugzakken. Halverwege kunnen we bij de lokale supermarkt onze snacks aanvullen voor een laatste stuk. Na ruim negen uur lopen, zie ik de opluchting op de gezichten van mijn vrienden, maar ik merk dat ik zelf ook blij ben dat we het gehaald hebben. Het was zwaar vandaag. Maar dan is daar een werkelijk prachtige wildkampeerplek naast de historische Bridge of Orchy, een oude stenen brug. Hier stroomt het water van Loch Tulla, dat iets hogerop ligt, hard naar beneden. Als we onze tent opzetten, breekt de zon door. Met prachtig uitzicht op de rivier en bergen warmen we onze maaltijden op als we aan de picknicktafel napraten over de mooie wandeldag. Dit is magisch.
Vanaf de brug wandelen we dieper de Schotse Hooglanden in. Na een paar pittige dagen zijn onze wandelbenen niet meer zo moe maar juist goed getraind en kunnen we meer van de trail genieten. De tocht gaat naar Glencoe met zijn typerende donkerbruine bergen die hoog uittorenen in het heuvellandschap. We naderen de befaamde klim op de Devil’s Staircase. Het pad dankt haar naam aan de militairen die omstreeks 1750 al zigzaggend het pad (staircase) maakten en er zwaar materieel over vervoerden. Daarom werd het pad omgedoopt tot de Devil’s Staircase. Voor wandelaars slechts met een backpack blijkt het wel mee te vallen en al zigzaggend stijgen we naar een plateau met vergezichten op de vele Munros, Schotse bergen die hoger zijn dan 914 meter. We toppen het hoogste punt van de West Highland Way op 548 meter en rusten even uit voordat we afdalen naar onze laatste slaapplek Kinlochleven.
De laatste dag eindigt de tocht in Fort William, het eindpunt van de West Highland Way. Wat laatste heuvels, gravelwegen en een blik op de hoogste berg van Schotland, de Ben Nevis, brengen ons in het gezellige dorp waar de outdoorwinkels en pubs elkaar afwisselen. Er hangt een fijne sfeer en we komen meerdere wandelaars tegen die ook vandaag de trail hebben voltooid. We eindigen de trail bij het kenmerkende standbeeld van een ‘fellow hiker’. We omhelzen elkaar en mijn vrienden hebben het toch maar even gedaan: al wildkamperend het ruige Schotse landschap trotseren met een zware backpack. We sluiten de dag af in een van de pubs en boeken een hotel. Het bed voelt hemels. Fort William is niet alleen het eindpunt van onze trail, het is ook het beginpunt van de Great Glen Way, een andere mooie langeafstandswandeling in de regio. Ook kun je vanaf hier in één dag de Ben Nevis beklimmen. Dit is wel een serieuze wandeling en reken ondanks de hoogte van ‘maar’ 1345 meter op alpiene omstandigheden met sneeuw en technische passages.
Deze beschrijving is een afgeleide uit het boek Hiking Trails - de mooiste langeafstandswandelingen van Europa
Wil je de West Highland Way zelf lopen, maar kun je wel wat hulp gebruiken bij de organisatie van je trip? Bekijk dan onderstaande reis van SNP Natuurreizen. Bagagevervoer is inbegrepen, evenals overnachtingen en ontbijt.
Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.
Elmar Teegelbeckers is reisjournalist en oprichter van het platform hiking-trails.com. Hij schreef ook het boek Hiking Trails, over de mooiste langeafstandswandelingen van Europa. Eerder schreef hij op Op Pad dit artikel over Thru-hiking: alles wat je wilt weten.