De meest zuidelijke provincie van Zwitserland, Ticino, is het decor van een huttentocht die mediterraan aanvoelt in een alpiene omgeving. We zijn halverwege augustus in Ticino, het Zwitserse kanton dat als een dolk Italië insnijdt. Gelegen aan het grote bergmeer Lago Maggiore is de mediterrane sfeer hier diep verweven in de cultuur. Tijdens de vijfdaagse huttentocht Trekking dei Laghetti is het dan ook genieten langs de prachtige laghetti’s (bergmeertjes), op uitdagende en technische paden die ons van de ene gezellige capanna (berghut) naar de andere brengen.
De Trekking dei Laghetti is een huttentocht voor ervaren bergwandelaars. De maximale moeilijkheidsgraad loopt op tot T4-paden, dat betekent blauw-wit gemarkeerde alpiene paden over onder andere blokkenterrein, met soms pittige smalle paden met steile afgronden, waar je flink moet oppassen. Een goede conditie en tredzekerheid is een vereiste voor het veilig lopen van deze tocht. Ervaring met het lopen van huttentochten is alles!
De Trekking dei Laghetti is onderdeel van de Via Alta Vallemaggia, een tocht van zeventien etappes in de Vallemaggia-regio.
Vanaf Locarno, waar we hebben overnacht aan het romantische Lago Maggiore, rijd ik met vier vrienden naar Fusio, dat in het Vallemaggia-dal ligt. We rijden vanaf de oevers van het meer in de stad zo de bergen in. Met elke kilometer wordt het landschap ruiger. De weg slingert met haarspeldbochten naar boven en we zijn al flink gestegen als we na een uurtje aankomen in Fusio aan het einde van het dal. Verder kun je eigenlijk ook niet rijden. Vanaf hier zijn de bergen van de wandelaars.
Deze tochtbeschrijving is een afgeleide uit het boek Huttentochten - dwars door de Alpen en Pyreneeën.
Fusio, een prachtig bergdorpje met kenmerkende grijs-gesteende oude huizen die je meer in Ticino ziet, is het begin- en eindpunt van deze huttentocht. De eerste etappe is even puzzelen omdat het noodweer van afgelopen weken meerdere paden heeft weggespoeld.
Gelukkig heeft de lokale VVV een paar goede aanbevelingen en gaan we richting Lago di Naret om vervolgens af te buigen naar de eerste hut. Bij een boerderij vragen we de boer om toestemming om de auto een paar dagen te parkeren. Hij wijst ons een plek aan achter de koeienstal. We stappen uit, nog net niet in de koeienpoep, en zien het eerste trailbordje. Dwars door het weiland starten we met de klim.
Langs riviertjes klimmen we in dit nog lieflijke dal omhoog, omgeven met bloemen die nog volop in bloei staan – zelfs wat edelweiss – net zolang tot we bij de enorme dam aankomen van Lago di Naret. We lopen letterlijk onder de dam, kunnen ‘m aanraken, en zien een moedersteenbok met haar kleintje wegspringen. We lopen omhoog en staan nu boven op de dam, kijkend naar het stuwmeer. Vanaf hier gaat de trail over op blauw-wit gemarkeerde paden: alpiene trails dus, technischer en moeilijker. Het pad slingert over een blokkenterrein, een pad met grote rotsblokken, waar we goed op onze stappen moeten letten. Tijdens het stijgen komen we bij een geweldig klein onbemand berghutje, Sasso Nero, en we nemen een korte pauze. Het mini-hutje heeft alles, van een paar slaapplekken tot kachel en fornuis – wat een magische plek.
We lopen verder omhoog richting de bergpas. Het is opletten geblazen, want het pad is niet altijd goed gemarkeerd, en de GPX op onze mobiel komt goed van pas. Eenmaal boven wacht alleen nog de afdaling naar onze eerste berghut. Die is pittig, want het pad gaat steil naar beneden en je kunt hier absoluut geen fouten maken. Geconcentreerd dalen we totdat we op een makkelijker pad komen richting de hut. Een paar watervallen, waar we het koele water zuiveren. Heel wat uren later komen we aan bij Capanna Poncione di Braga. Wat meteen opvalt zijn de vele Schotse hooglanders die verkoeling zoeken bij de waterbak naast de hut. Die hadden we hier toch niet verwacht!
We worden hartelijk ontvangen door de familie, en ze vragen hoe de dag is geweest. Een gezin met opa, ouders en twee kinderen zorgt twee weken voor deze hut voordat ze het stokje weer overdragen aan een andere familie, zo gaat dat de hele zomer door. De kinderen nemen onze bestelling op en we ploffen neer in de ligstoelen. De zon schijnt, we hebben een heerlijke dag gewandeld, en de hut is gezellig. Als de opa ook nog eens met een borrelplank gedroogd vlees, ricotta-balletjes en kaas voor alle gasten naar buiten komt, voelen we ons helemaal de koning te rijk. Bijzonder!
We hebben het plan opgevat om de volgende dag vroeg te beginnen, zodat we de top net naast de route, de Poncione di Braga, kunnen beklimmen. De familie vertelt ons dat het geweldig is bij zonsopkomst. We moeten dan wel om half drie (!) opstaan omdat het nog zo’n drie uur lopen is naar de top en de zon al rond zes uur opkomt. Na wat twijfel besluiten we dit te doen. In de avond zetten we alles alvast klaar voor morgen, om vroeg uit de veren te komen. In de nacht lopen we door het pikkedonker met onze hoofdlampjes naar de piek. We zijn moe en slapen nog half, maar naarmate het licht wordt, voelen we ons steeds beter.
Precies drie uur later staan we op de top, wachtend tot de zon zich laat zien. Het geeft een schouwspel van oranje kleuren en gelaagde bergen, en we zien een prachtig uitzicht rondom. Dit is genieten! We zijn maar wat blij dat we het hebben gedaan als de zon eindelijk op onze gezichten schijnt. We blijven zeker nog een uurtje op de top, heerlijk rozig van de beklimming.
Maar deze dag heeft nog veel meer in petto. We dalen af richting het meer van Robièi over prachtige stenige paden en zien een hele kudde steenbokken. We tellen er zeker tien en blijven zo stil mogelijk staan totdat ze ons zijn gepasseerd. De enorme hoorns maken indruk: wat een machtige dieren zijn dit toch. Eenmaal verder komen we aan bij het meer en de berghut waar we verblijven: Capanna Basodino. De huttenwaard Roberto en zijn vrouw ontvangen ons hartelijk en nodigen ons uit voor een drankje op het terras. Als we eenmaal inchecken, komt er een heerlijke geur uit de keuken. Roberto nodigt ons uit om te kijken wat hij allemaal maakt. Hij komt uit een bakkersfamilie die al meer dan een eeuw het vak beoefent en hij heeft dit werkelijk tot een kunst verheven. Hij kneedt de laatste broden, heeft al een verse focaccia klaarliggen die alleen nog de oven in moet en hij gaat zo aan de verse pasta beginnen. We hebben nu al zin in het eten. Alles wat hij kan maken met producten uit de regio maakt hij hier en het eten is voortreffelijk. ’s Avonds starten we met een borrelplank van alle lokale producten, zelfs van de geitenboer naast de hut. Een pasta carbonara en een apfelstrudel als toetje. Roberto komt bij ons zitten na het avondmaal en we drinken nog wat lokale schnaps voordat we naar bed gaan. Ticino blijft verbazen!
Op de derde etappe kunnen we het wat rustiger aan doen. Vanaf Robièi klimmen we omhoog naar de pas die de grens met Italië vormt. We lopen vanaf nu namelijk een stukje Piemonte (Italië) in, en daar ligt ook de volgende berghut. Maar niet voordat we op de bergpas de heerlijke focaccia hebben gegeten die Roberto ons meegaf.
Op weg naar de hut nemen we een frisse duik in een bergmeertje, tot we opeens de donkere wolken zien naderen. We kleden ons snel om en haasten ons naar de hut. Net voordat het losbarst, stappen we de Italiaanse hut Rifugio Maria Luisa binnen. Dat scheelde niks! We spelen een potje Monopoly en gaan na het eten vroeg naar bed. Het waren toch best pittige dagen, zeker met onze nachtelijke wandeling.
De volgende morgen besluiten we vroeg op pad te gaan. De weersverwachtingen zien er niet goed uit en zeker zo hoog in de bergen moet je altijd oppassen. Je wilt niet in een felle regen- en onweersbui terechtkomen als je een heel stuk moet lopen. Zogezegd, zo gedaan en voor zeven uur zijn we al op pad. Het is een steile klim naar de volgende bergpas en een nog steilere afdaling. Het heeft gisteren gehageld en er ligt zowaar nog best wat hagel (lees: ijs) op het pad. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt, we moeten oppassen dat we niet uitglijden. Gelukkig is de hagel zacht en kunnen we onze schoenen goed inschoppen voor meer grip. Ook komen we heel wat sneeuwvelden tegen, wat ik eind augustus toch niet had verwacht. Gelukkig liggen die niet op de steile stukken. Het pad is werkelijk prachtig en gaat langs de toppen van Ticino, omgeven met sneeuw op de paden en langs een schitterend turquoise bergmeer. De omgeving is ruig en alpien vandaag.
Het laatste stuk naar de hut haasten we ons, omdat het weer er wederom dreigend uitziet.Voordat we de hut bereiken, kijken we naar de gebroken sneeuwvelden op het bergmeer Lago Sfundau. Het heeft wat weg van ijsschotsen in miniatuur. We lopen snel door naar de hut. Deze is totaal anders dan alle vorige. Modern en strak in plaats van oud en traditioneel. Capanna Cristallina heeft een Scandinavische minimalistische stijl en we verbazen ons over de luxe. We genieten ervan, zeker na een paar dagen in wat meer basic berghutten te hebben geslapen. Het is de laatste avond samen voor de groep. Nog een keer pizzoccheri, een streekgerecht dat veel gegeten wordt in Ticino. Het is een soort stevig deeggerecht met pasta en kaas, heel veel kaas. We proosten deze avond op een geweldige tocht.
De laatste etappe is kort en we dalen weer af naar de boerderij waar we zijn begonnen. Normaal is deze etappe wat langer, maar wij lopen weer via Lago di Naret naar beneden, waar de auto staat. In een paar uurtjes komen we beneden en we kijken gespannen naar de koeienstal waarachter we onze auto parkeerden. Gelukkig! Die staat er nog. Het is toch altijd een opluchting als je je auto weer ziet. We rijden naar Fusio en nemen afscheid van deze geweldige regio met een cappuccino, iets te laat eigenlijk omdat het al na 11 uur is en de cappuccino dan eigenlijk moet plaatsmaken voor een espresso.
Dit is een tocht die mij altijd zal bijblijven. Het zijn de herinneringen die ertoe doen en we hebben een mooie ervaring als groep meegemaakt. Het vroege opstaan om de top te beklimmen in het donker, de alpiene meertjes voor een koude duik, de gezellige avonden, het concentreren op de spannende paden en samen het pad bestuderen om een plan te maken. En natuurlijk het vele lachen en genieten samen. La dolce vita in Zwitserland!
Elmar Teegelbeckers is reisjournalist en oprichter van het platform hiking-trails.com. Hij schreef ook het boek Hiking Trails, over de mooiste langeafstandswandelingen van Europa. Eerder schreef hij op Op Pad dit artikel over Thru-hiking: alles wat je wilt weten.
Een overzicht maken van de mooiste huttentochten in Zwitserland is ondoenlijk. Er is oneindig veel mogelijk! Of je nu naar Berner Oberland, Wallis, Graubünden, Uri of Ticino gaat; een wandeltrektocht door de Zwitserse Alpen valt eigenlijk zelden tegen.
Wil je zelf iets organiseren? Ten eerste is het handig om te weten dat het lidmaatschap van de NKBV (Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging) je korting geeft op overnachtingen in berghutten, zo ook in Zwitserland. En dat is fijn, want een huttentocht maken is niet goedkoop en in Zwitserland doorgaans extra duur.
Met de bergsportverzekering van de NKBV ben je ook nog eens goed verzekerd, mocht er onderweg iets gebeuren. Lees wat de NKBV voor jou kan betekenen.
Zelf een huttentocht in Zwitserland organiseren vraagt zeker in het hoogseizoen om de nodige voorbereiding en planning. Op de website van de Schweizer Alpen Club (SAC) vind je veel informatie over vrijwel alle Zwitserse berghutten, hoe je er komt en wat de moeilijkheidsgraad is van de wandelingen.
Handige links:
In het aanbod van SNP Natuurreizen vind je de Kesch Trek verpakt in een 7-daagse privéreis, waarbij in alle hutten al de pot staat te pruttelen en er een slaapplek voor je is gereserveerd.