Over de ongerepte wildernis van het Sarek doen veel verhalen de ronde. Die gaan vooral over de desolaatheid en de gevaren die het wandelen in dit ruige gebied boven de poolcirkel met zich mee brengen. De realiteit is echter dat je in Nationaal Park Sarek in het hoogseizoen niet zo alleen bent als de mythe je wil doen geloven. Er trekken ‘s zomers zeker een paar duizend buitensporters door het gebied. Wildernis en desolaat gebied zijn dan ook niet precies hetzelfde.
Het is vooral de oppervlakte van het gebied, de ontoegankelijkheid en de status die lopen hier gekregen heeft, die wandelaars er naartoe lokt. Ook het feit dat dit het meest alpiene gebied van Zweden is draagt bij aan de aantrekkingskracht. Voor mij is het feit dat Sarek een erg fotogeniek gebied is, een extra bonus. Het heeft dichte bossen, besneeuwde bergtoppen, gletsjers, vele rivieren, prachtige delta's en veel beesten.
In Sarek ben je dus niet alleen, maar wel behoorlijk op jezelf aangewezen. Mobiel bereik is er midden in het gebied niet, en je bent letterlijk dagen lopen van de bewoonde wereld. Als je geblesseerd raakt, of als je iets anders overkomt, heb je een serieus probleem. De vele rivierdoorwadingen kunnen afhankelijk van de waterstand uitdagend zijn. Ook het weer en het terrein kunnen soms veel van je doorzettingsvermogen vragen. Wandelen in Sarek is dus niet zonder risico. Een tocht maken met meerdere personen is veiliger, en voor het geval het tegen zit, is het verstandig om een dag speling in je tocht in te bouwen.
Het dichtbegroeide Rapadalen, met z'n meanderende rivier Ráphaädno, is de levensader van Sarek. Goed zicht op dit brede dal heb je vanaf een aantal plekken. De top van de Skierffe (1159 m) is waarschijnlijk de bekendste. Maar bij deze top kamperen is vooral qua water wat lastig. De kampeerplek boven de Skarkistugan is beter en misschien wel één van de mooiste. Je staat op de boomgrens vlakbij een stroompje, met uitzicht op rivierdelta Rapaselet. In en om de meertjes maak je goede kans elanden te zien.
Ook aan de zuidkant van het dal zijn via een relatief korte wandeltocht vanuit Kvikkjokk, verschillende kampeer hotspots te bereiken. Zoals bij Gådokvárásj of Bågevárásj. Beide boven de boomgrens, met uniek uitzicht op het dichtbegroeide dal. Voor een landschapsfotograaf is kamperen op dit soort locaties een waar feest. Je hebt alle tijd om zowel bij zonsondergang als bij zonsopkomst het mooiste licht of de kleurrijkste luchten vast te leggen. Als natuurfotograaf kun je in Rapadalen de grootste elanden van Europa, met een schofthoogte van 2.30 m, of de vele vogels en predatoren fotograferen.
Buiten het gangbare wandelseizoen, de maanden juli en augustus, zul je in Sarek weinig mensen treffen. Je hebt deze ongerepte en fotogenieke wildernis dan ogenschijnlijk voor je alleen. In de herfst is een tocht hier een unieke en kleurrijke ervaring, waarbij je de natuur en grootsheid van deze wildernis buitengewoon intens kunt beleven. Mooie, afgelegen kampeerplekken maken deze ervaring voor mij helemaal compleet.