Omnes viae Romam perducunt, oftewel alle wegen leiden naar Rome. Vooral vroeger zat hier zeker een kern van waarheid in. De Via Francigena, de ‘Weg van de Franken’ is de middeleeuwse pelgrimsroute voor wandelaars van het Engelse Canterbury naar Rome. Nieuw is dat er nu ook voor fietsers een geheel gemarkeerde route op Italiaans grondgebied is. Van de Grote Sint-Bernhardpas naar Rome. Met de verf amper opgedroogd, fietsen we de route als een van de eersten.
Gebied: Noord- en Midden Italië
Gemaakte tocht: In zes dagen van de Sint-Bernhardpas naar Ropollo en in Toscane van San Gimignano tot Bagno Vignoni. De Po-vlakte sloegen we over.
Zwaarte/ moeilijkheidsgraad: 70% van de route gaat over verharde wegen, de overige 30% vooral over gravel. . De route is geschikt voor getrainde volwassen fietsers. De makers raden de route niet aan voor gezinnen met kinderen.
Navigeren: Ooit zal de hele Via Francigena bewegwijzerd zijn. Zover is het nog niet, maar dat hoeft geen probleem te zijn. Op de website van de Via Francigena zijn kaarten, roadbooks en gps-tracks te downloaden.
Beste tijd: Voor- en najaar. Zomer kan heet zijn
Vervoer naar: Vliegen naar Turijn. Trein naar Martigny en vervolgens een boemeltje naar het eindstation in Orsières. Met de auto is het ca 1000 km.
Met de auto is het vanaf Utrecht naar Portovenere is het ongeveer 1280 km
Overnachten: Hotels, B&B’s en campings (stacaravans).
Mystieke nevelflarden drijven over het meer op de Colle del Gran San Bernardo, de grens tussen Italië en Zwitserland. Het is vroeg in de ochtend. Met buurmeisje Lily en Francigena-initiefnemer Alberto Conti zit ik aan het ontbijt in Hotel Italia. Ook de hoteleigenaar komt er even bij zitten. ‘Dit is het tweede gebouw aan de Italiaanse kant, maar ooit was mijn hotel het eerste wat je zag. Mijn opa bouwde het daar in 1932. Een jaar later vond Mussolini dat het eerste gebouw over de grens van de staat moest zijn, dus brak hij het hotel af en bouwde het hier opnieuw op.’
We zijn vlak bij de start van het Italiaanse traject van de Via Francigena, de pelgrimsroute die ooit door de Bisschop van Canterbury is opgetekend tijdens zijn pelgrimstocht naar Rome. ‘Omdat veel Fransen deze route gebruikten, kreeg het de naam Via Francigena, de Weg van de Franken’, legt Alberto Conti uit. Hij was al de initiatiefnemer van de hedendaagse wandelroute en heeft zojuist de laatste hand gelegd aan de fietsvariant. ‘Maar genoeg gepraat, we stappen op!’ roept Alberto en drinkt in een teug zijn espresso leeg. Hoog in de Alpen volgt de ene haarspeldbocht na de andere.
We rollen met een lekker vaartje door een landschap van verticale rotspunten en bloeiende alpenweiden. Hier en daar doorkruist de route slaperige dorpjes. Een bejaard echtpaar in Saint Rhemy komt net van het land waar ze het gras gemaaid hebben. Alberto zegt ze gedag en ze kijken verwonderd naar alle commotie. Vanaf hier voert de route over een rustig pad, ver van het verkeer om uiteindelijk in de stad Aosta uit te komen.
Aosta was 2.000 jaar geleden al een belangrijke Romeinse stad, waarvan nog steeds imposante ruïnes getuigen, zoals de Romeinse brug en de façade van het Amfitheater. Dit is de eerste overnachtingsplaats op de Via Francigena voor de fietser. De volgende dagen fietsen we door het land van overvloed. Langs wijngaarden en boomgaarden volgen we de route tot onder het kasteel van Ropollo waar Alberto samen met zijn vrouw een oude boerderij kocht.
Susanna staat al klaar met het avondeten in de ommuurde binnentuin van de gerestaureerde boerderij. ‘Binnenkort beginnen we hier een B&B en dan geef ik eindelijk ook mijn baan in Milaan op’, vertelt ze trots, terwijl ze iedereen nog een portie pasta voert. Onder het genot van lokale wijn komen de verhalen los over de route. Alberto, de 42-jarige voormalige vliegtuigbouwer, vertelt hoe hij in een kantoor zat en veel geld verdiende, maar meer wilde doen met zijn leven. Fietsen was zijn hobby en hij besloot er zijn beroep van te maken. Met zijn bedrijf Adagio zette hij een netwerk van fietsroutes en hotels op, ging hij schrijven voor bladen, alles om maar in de natuur bezig te zijn. ‘Het was pas in 2005 dat ik over de Via Francigena hoorde, die in 1990 weer herontdekt was en ondertussen erkend werd als Europese culturele route.
Het enige probleem was dat niemand precies wist hoe hij liep. Om de route weer begaanbaar te maken, zochten ze iemand die dit uit kon zoeken en een project kon schrijven. Meter voor meter heb ik de hele route afgestruind en in één winter in kaart gebracht.’ Daarna investeerde het ministerie van toerisme in de routemarkering om vervolgens in 2008 de eerste groep officiële wandelaars te begroeten, die in een maand van Milaan naar Rome liepen. De Via Francigena was geboren.
Na dit eerste succes zat Alberto niet stil, hij wilde als doorgewinterde fietser een fietsvariant van de Via Francigena. Maar daar liep de regio helaas nog niet warm voor. ‘Dus ging ik het zelf maar regelen. Ik startte een crowdfunding actie en had binnen veertig dagen € 7.000,- binnen. Een bedrag dat verdubbeld werd door een ziektekostenverzekeraar die aansluiting zocht bij een campagne voor meer lichaamsbeweging. Met dit bedrag konden we aan de slag en werd de route in twee maanden gemarkeerd. Dat klinkt makkelijk, maar dit was een soort guerrilla-actie! Als je alles op de officiële manier doet, ben je zo € 300.000,- verder, waarvan het meeste opgaat aan juridische kosten.
Italië is een land van regels en bureaucratie en als je een bord wilt neerzetten, moet het van metaal zijn. Als je het aan een paal wilt bevestigen, moet je op zoek naar de eigenaar van die paal. Dit zijn niet altijd particulieren, maar kunnen ook instanties als Staatsbosbeheer zijn. Als de paal van een overleden persoon is, moet je op zoek naar de erfgenamen die allemaal moeten tekenen. Soms heb je wel te maken met twintig kleinkinderen! We hebben gepionierd in bureaucratie-ontduiking en tot nu toe zijn de reacties overweldigend positief.’
We nemen afscheid en worden naar Toscane gereden waar onze inmiddels geharde kuiten getest zullen worden op de heuvels rond San Gimignano. Op een uitzichtpunt voor de stad, die met zijn oude torens ook wel het ‘Manhattan van de middeleeuwen’ wordt genoemd, stappen we weer op. Hier geen fruitbomen, maar olijven en wijn. De route daalt nog lekker naar de oude vesting toe en het is geen toeval dat we hier precies rond lunchtijd bij een Cantina stoppen. Dit is een van de mooiste vestingen van Toscane, en omdat de benen nog fris zijn, beklimmen we de wenteltrap in een van de torens voor een spectaculair uitzicht over wat ons te wachten staat de komende dagen.
Wijngaarden zover het oog reikt. Dat moeten we proeven natuurlijk. We vallen met de neus in de boter, want vanavond komen de belangrijkste lokale wijnmakers uit de streek samen op de Piazza. Hoe het werkt? Voor € 15,- koop je een glas en daarmee kun je alle wijnen proberen en een paar streekgerechten proeven. Valdorcia is het perfecte plaatje dat iedereen van Toscane kent. De oudgele heuvels met wuivend graan zijn zojuist gemaaid en we fietsen over pittoreske landweggetjes met de zo beroemde cipressen aan weerszijden. De heuvels liggen bezaaid met ronde strobalen en om het sfeertje af te maken, vormen de ijskristallen windveren hoog in de lucht.
Het is een warme middag als we na een lange klim eindelijk Bagno Vignoni binnenrijden. De benen branden en zijn hard toe aan wat wellness. Een blik op het bord ‘Terme’ geeft de nodige energie voor de laatste hoogtemeters. Voor ons liggen de Romeinse baden onder aan een klein watervalletje. Fietsbroek uit, zwembroek aan en met een sprong laten we ons helen door het mineraalrijke, warme water. Lily, voor wie dit haar eerste fietsvakantie was, is helemaal in haar element. Al snel staat ze als een volleerd model te pronken onder de waterval. ‘Zo vind ik fietsen wel leuk’, roept ze lachend. ‘En vanavond weer lekker eten.’
De Via Francigena is een officieel een oude pelgrimsroute die loopt van Canterbury (Zuidoost Engeland) naar de Italiaanse hoofdstad Rome. Onderweg loop je door Engeland, Frankrijk, Zwitserland en Italië. De route is in totaal ruim 1800 km lang.
Sinds 2016 is een deel van de Via Francigena ook gemarkeerd voor fietsers. Het is de bedoeling dat in de toekomst de hele route voor fietsers geschikt wordt. Het huidige traject begint op de Sint- Bernhardpas (2469 m) en eindigt in Rome. De totale lengte is ruim 1000 km en wordt (meestal) in 23 etappes van ca 50 km per dag verreden. Het traject voor wandelaars en fietsers loopt redelijk gelijk op, maar de fietsvariant vermijdt uiteraard slechte wegen en wandelpaden en voert zoveel over mogelijk landweggetjes en rustige secundaire wegen. Het eerste gedeelte van de route loopt vanuit de Alpen bergafwaarts door de dalen naar het platteland. Na Fornovo wordt de uitdaging groter met een klim over de Apennijnen. Daarna klimt en daalt de route constant over de heuvels van Toscane en Lazio tot aan het eindpunt: De St. Pieterskerk in het Vaticaan in Rome.
Veel meer nuttige informatie vind je op de website van Via Francigena (bike).
70% van de route gaat over verharde wegen, de overige 30% vooral over gravel. Heel soms moet je een stukje over een drukke weg. De route is geschikt voor getrainde volwassen fietsers. De makers raden de route niet aan voor gezinnen met kinderen. Het eerste gedeelte, tot Fornovo is vrij vlak, het tweede deel uitdagender. Je steekt dan de Apennijnen over, en fietst de immer golvende landschappen van Toscane en Lazio in.
De Via Francigena heeft als pelgrimsroute een speciaal netwerk van goedkope accommodatie. Op de site staan de overnachtingsplekken ingetekend op de kaart. Overnachtingen kosten tussen de € 10,- en € 25,- per persoon. Camping Il Boschetto di Piemma is een goede basis voor San Gimignano met overnachtingen in stacaravans.
Auto: Van Utrecht naar de Sint-Bernhardpas is het een kleine 1000 km. Houd in Zwitserland rekening met een tolvignet voor de snelwegen. Nederland naar Aosta is 1050 km.
Trein: Ervan uitgaande dat je fietstocht begint op de Sint-Bernhardpas, ligt het voor de hand om een trein te nemen naar Martigny en vervolgens een boemeltje naar het eindstation in Orsières. Je stapt in ieder geval over in Basel en Lausanne, vaak zit er een nacht in de reis. Reken voor een retour op € 200,-, vroeg boeken is altijd voordeliger. Vanaf Orsières moet je nog 20 km omhoog fietsen naar de Sint-Bernhardpas of de bus of taxi nemen.
Een andere optie is een treinreis naar Aosta, aan de Italiaanse kant van de Sint-Bernhardpas. Dit is een lange (minimaal 18 uur) en ingewikkelde reis die via Milaan verloopt. Vanaf Aosta fiets je terug richting Zwitserland om de route op de Sint-Bernhardpas te kunnen beginnen. Dit is een afstand van 36 km. In de zomer is het soms mogelijk je fiets mee te nemen vanaf Aosta. Deze bus rijdt over de pas tot aan Bourg St Pierre in Zwitserland. Kijk voor meer (actuele!) info op de site van vervoerder Savda en check altijd vooraf de website van de Via Francigena bij News. Overigens komt de route ook door Aosta, dus als je niet per se op de pas hoeft te beginnen, kan Aosta ook je beginpunt vormen
Voor alle informatie over opstapplaatsen, tussenstations en prijzen, zie de site van de Deutsche Bahn of NS Internationaal. Ook voor het meenemen van je fiets kun je daar terecht.
Vliegtuig: Turijn is het dichtstbijzijnde internationale vliegveld. Meer weten over de fiets meenemen in het vliegtuig, kijk op Fiets in Vliegtuig.