De Reitsma fietsroute van Amsterdam naar Rome is een klassieke fietstocht. Het 2.100 kilometer lange traject voert dwars door Duitsland en Oostenrijk en gaat langs historische steden, verlaten landschappen en door de bergen. De route loopt zo veel mogelijk over stille wegen of vrijliggende fietspaden. Het is een lichte route die met kinderen goed te doen is. Rick en Babette Porcelijn gingen de uitdaging aan en fietsten met hun kinderen Dilia (6 jaar) en Raffi (2) in zeven weken van Amsterdam naar Rome. Lees hier hun reisverslag.
In de zomer van 2011 konden Rick en ik allebei zeven weken vrij nemen. Het idee kwam in een flits: we gaan naar Rome fietsen. In Italië is het leven goed. En het is een uitdaging, over de Alpen, lekker ver weg. We zochten naar de lichtste route en ontdekten al snel de Reitsmaroute. We kochten de eerste twee boekjes van de drie, want we hadden uitgerekend dat we toch niet verder dan Noord-Italië zouden kunnen komen met de kinderen. De eerste dagen fietsten we heel rustig. Opstaan en inpakken duurde iedere ochtend zo’n drie uur en dan fietsten we ongeveer anderhalf uur voor we pauzeerden, liefst in een speeltuin, en weer verder gingen. Zo haalden we zestig à zeventig kilometer per dag met uitschieters naar honderd. Er ontstond een ritme. De kinderen vonden het leuk op de fiets. De hele dag zingen, kletsen en kijken. Lekker dichtbij ons en dat was fijn. De route was meteen heel rustgevend en vooral prachtig. Hij slingerde over verlaten fietspaden en boerenweggetjes, langs weiden, slootjes en rivieren, door bossen en kleine dorpjes. Een stoere etappe was over de eerste heuvels bij de Roer naar het Rijndal: de eerste honderd kilometer geen camping, dus vroeg op en strak doorfietsen maar. Het Rijndal was meer toeristisch en drukker en we keken ernaar uit om het achterland in te gaan richting de Schwäbische Alb. Niet naar het klimmen, daar had ik een weinig romantisch beeld van, maar naar de rust en de natuur.
Daar was-ie dan, de Schwäbische Alb, een vier kilometer lange klim van zes procent stijging. Al gauw zag ik sterretjes. We waren die inspanning nog niet gewend. Maar na een pauze bleek het laatste stuk mee te vallen. Dat gaf een boost: we kunnen die Schwäbische Alb best beklimmen! De rest van de dag ging het vals plat omlaag, één van de heerlijkste etappes in Duitsland. Aan het einde van de middag in een speeltuin ontmoetten we een ander stel met kinderen en een fietskar. Langeafstandsfietsers, maar ze woonden in Sigmaringen, ons einddoel van die dag. Om kort te gaan, we mochten bij hen in de tuin kamperen. Dat waren de hoogtepunten van onze vakantie, de ontmoetingen met lieve mensen die ons spontaan eten en een kampeerplek aanboden.
De Reitsmaroute was als een sprookje. Als je er ook maar even van afweek, kwam je terug in de echte wereld met lelijke buitenwijken en, nog erger, vreselijk steile klims. Bij het naderen van de Alpen werden we een beetje nerveus, maar tegelijk voelden we ons sterk en waren we verbaasd dat we in tweeënhalve week al zover gekomen waren. De Bodensee was net zo druk en toeristisch als ons boekje had voorspeld. Ons eindpunt van de dag, Bregenz, was het dieptepunt, letterlijk en figuurlijk. We hadden ineens haast om ‘boekje twee’ in te fietsen. We fietsten vijftig kilometer extra om ‘s avonds al tussen de bergen ons tentje op te zetten. Klinkt idyllischer dan het was, want het we kwamen terecht op zo’n megacamping met veel caravans en luidruchtige Hollanders.
De ‘Grote Klim’ begon: de Alpen. We fietsten door een prachtig dal met woeste rotspunten om ons heen die, met een kind van twee voor op je fiets, lijken op grote drakentanden. Het ging prima en met stijgingspercentages van vijf tot zeven procent over niet al te lange stukken konden we wennen aan de belasting voor die ‘grosse Angstgeber’: de Arlbergpas (1793 m). De ochtend van de klim fietsten we er recht op af: een muur met een drukke slingerweg omhoog. Het zag er belachelijk steil uit. Het was vreselijk zwaar, maar het ging! Na de eerste vier kilometer stortten we neer op de parkeerplaats. We aten wat, schudden de benen los en gingen weer verder. Het tweede deel tot aan de pas duurde eindeloos. Vals plat volgens Reitsma. Ik begon nu toch een beetje boos op hem te worden. Dit stuk was erg. Ik hield vol, want als ik zou afstappen, was ik bang dat ik niet meer op zou stappen. Ook Rick hield vol, met die hele trein achter zijn fiets. Boven konden we niet geloven dat we zojuist de zwaarste pas van de reis met maar één stop hadden gedaan.
Op de pas fietsten we snel verder, want het weer was een beetje dreigend en een steile afdaling in de regen durfden we niet aan. Steil was het. We stopten een paar keer om de velgen te laten afkoelen en te genieten van de mooie dalen om ons heen. We ontmoetten Kelly op de camping. Zij had de Reitsmaroute alleen gefietst. Nog steeds hadden we niet het idee dat we boekje drie nodig zouden hebben, dus kopieerden we niks. We fietsten nog een paar dagen met af en toe regen. Italië was binnen handbereik en we wilden verder. De Reschenpas was niet moeilijk en ineens stonden we in Italië. Maar de bergen hielden niet op na de pas. We fietsten nog een week bergaf. Langs Bolzano, Trento en het Gardameer. Verder ging het richting Verona. Het begon warm te worden overdag. Toch nog onverwacht reden we abrupt de bergen uit. In Verona kampeerden we op de oude kasteelmuren, een fantastische plek.
We hadden ons niet veel voorgesteld van de Povlakte, maar het viel mee. De verlaten weggetjes slingerden door de weilanden. Er waren alleen geen bomen, waardoor we moeilijk konden ontsnappen aan de hitte. We vonden wat schaduw bij een boerderij. Binnen no-time stond de hele boerenfamilie bij onze karavaan. Ze geloofden haast niet dat we helemaal uit Amsterdam waren komen fietsen. Ze vonden het behoorlijk vreemd en heel stoer. We kregen een grote emmer vol heerlijke peren en nectarines van ze mee. We vierden Dilia’s verjaardag op een rustdag in het middeleeuwse stadje Montagnana, waar een kermis was. Die ging pas ‘s avonds in het donker open, eerder was het te heet. Met fonkelende ogen en een beetje over hun toeren wilden de kinderen steeds meer rondjes in de rups en de junglebaan. Zoals het hoort als je twee of zes jaar bent.
We moesten onze plannen voor Florence bijstellen. We konden beter de lichte route kiezen, want de zware was niet te doen vanwege de hittegolf. Maar dan hadden we dus toch boek drie nodig! Op de camping van Ferrara, het eindpunt van boek twee, hingen we een briefje op met de vraag of er andere Reitsma-fietsers waren met boek drie. Gelukkig meldden zich twee neven uit Brabant waarvan we het boekje mochten kopiëren.
De Povlakte eindigt net zo abrupt als hij begint. Je fietst op een lange kaarsrechte weg recht op een muur van bergen af. Als je er eenmaal in fietst, is het er prachtig en de klims waren vroeg in de ochtend te doen. Een dame uit een groepje fietsers vroeg waar we vandaan kwamen en naartoe gingen. ‘Helemaal uit Amsterdam? Hoe vinden de kinderen dat? Nergens de trein gepakt?’ Steeds meer mensen spraken ons op die manier aan. We werden door iedereen begroet, er werd naar ons gezwaaid, gelachen en getoeterd. Nooit kwam er meer vriendelijkheid en hartelijkheid naar ons toe dan tijdens de tocht in Italië.
De eerste Apennijnen-klim voerde naar de Montecoronaro pas, die ging prima. De afdaling ging over superslecht wegdek (waar Reitsma gelukkig voor waarschuwde), waarna nog wat steile stukken in de hitte volgden. In het dorp voor de laatste klim naar de camping wachtten we tot ‘s avonds zes uur. Toen pas was het voldoende afgekoeld voor de inspanning. Het Reitsmaboekje was tot nu toe heel accuraat geweest, maar in dit geval niet. De camping was opgeheven. Het moest een keer gebeuren. Maar waarom op zo’n steile berg? Een racefietser wees ons naar een agriturismo in de buurt. Het bleek een gouden tip, want het was een mooie plek met een restaurant en we mochten onze tent gratis in de bosjes opzetten.
Van Sansepolcro naar Assisi was een van de zwaardere, maar ook mooiste etappes. Negentig kilometer en de hele weg fietsten we als de wind. Door de heuvels van Umbrië, prachtig. In Assisi beseften we voor het eerst echt hoe ver we al gekomen waren. Dat we Rome echt konden halen. Met gemak zelfs, we hadden ruim tijd over. De etappes waren steil en nog steeds vreselijk heet. Het was een van de langst durende hittegolven in Italië ooit. Maar het was ook heel mooi en we genoten vooral van de stille ochtendschemeringen. De volgende dagen voerden langs een oude Romeinse weg, de Via Flaminia. We kwamen door Bevagna, Narni, Stimigliano. Het Christendom werd steeds tastbaarder naarmate we dichter bij Rome kwamen. De steilste en naar mijn mening zwaarste beklimming was op de laatste etappe. Vier kilometer lang rond de twaalf procent stijging. Het leek eindeloos te duren. En het was heter dan ooit. De mensen werden al wat norser zo dicht bij Rome, dat hielp ook niet. Maar we kwamen boven. We hadden nooit durven dromen dat we Rome zouden halen. We waren blij toen we op de laatste camping in Primo Porta de tent neerzetten, maar ook een beetje bedrukt omdat het grote werk nu gedaan was.
Alle lof voor Hans Reitsma, het was een geweldige route, de hele 2100 kilometer. Zelfs het laatste tochtje tot aan het Vaticaan ging nog over een fietspad door de weilanden langs de Tiber en in de stad langs boulevards en parken. In de laatste week bezochten we nog een paar keer Rome op onze eigen fietsen. Het Vaticaan was van een uitzinnige weelde, een bijna absurde rijkdom. Wat een contrast met de landweggetjes, waarnaar ik al snel heimwee had.
Thuis voelden we pas hoe zeer we tot rust waren gekomen. Van zeven weken fietsen word je zo Zen. Raffi en Dilia kijken ook terug op een bijzondere reis. Ze spelen vaak dat ze in Oostenrijk zijn of in Italië. Ze herinneren zich allerlei details, zoals de vele ijsjes, de bergen, de mensen, speciale plekken, de klims... Fietsen is een deel van ons leven geworden, een rustpunt. We fietsen elk weekend nog wel een stuk. We zouden het liefst een jaar rond de wereld fietsen. Maar we houden het voorlopig op de schoolvakanties. Volgend jaar richting Praag!
Reitsma's reis naar Rome staat beschreven in drie fietsgidsen. Het is een afwisselende route met gevarieerde landschappen en sfeervolle oude steden en stadjes. In Duitsland kom je onder meer langs de Rijn (Koblenz-Bingen), Heidelberg, Tübingen en de Bodensee. In Oostenrijk door de Alpen en in Italië langs Trento, Bologna, Florence en Siena. Tussendoor kun je eventueel gebruik maken van de trein. Er zijn ook alternatieve zware routes beschikbaar.
De fietsgids Reitsma's route naar Rome is verkrijgbaar in drie delen:
Bekijk de website van Reitsma's Route.