icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Image
Fietsen in Vlaanderen
Blog

Fietsroute Oost-Vlaamse Leiestreek

  • 09 juli 2013
  • Door: Roel van Schalen
  • Fotografie: Roel van Schalen / Toerisme Oost-Vlanderen en Joris Verbeure

Een voordeel van een klein landje als Nederland is dat je voor een buitenlandgevoel helemaal niet ver hoeft te gaan. Neem nu het land van onze zuiderburen, België. Steek de grens over en je komt in een andere wereld. Bijvoorbeeld de Oost-Vlaamse Leiestreek. Bonte steenwegen en verzakte betonplaten, degustatiebieren en patatten. Dorpjes met namen als Oeselgem en Zulte, Zevergem en Grammene. En verborgen landschappen net zo verrassend als de weelderige pralines uit een plaatselijke chocolaterie.

Praktische informatie

Toerisme Provincie Oost-Vlaanderen
Sint-Niklaasstraat 2, 9000 Gent
Telefoon: +32 9/269 26 00
www.tov.be, Op de website vind je een fietsrouteplanner waarmee je zelf een knooppuntenroute kunt uitstippelen en uitprinten.

De themabrochure Bakens van Kunst aan de Leie behandelt twee tochten via het knooppuntennetwerk. De oostelijke route is 28 km lang en ligt tussen Deinze en Sint-Martens-Latem. De westelijke route van 22 km voert van Deinze naar Machelen en terug. Gevorderde fietsers kunnen beide routes op één dag combineren, maar heb je tijd, stap dan eens regelmatig af om natuur of kunst op je te laten inwerken.

Let op bij het plannen van je route of je alle oversteken over de Leie wel kunt maken in de betreffende tijd van het jaar: sommige veerponten zijn buiten dienst van oktober tot april. Ook let je beter goed op bij het volgen van de genummerde bordjes; ze staan niet altijd op de meest zichtbare plaats.

De route is geregeld onverhard en erg smal. Zorg voor een bandenplaksetje.

Wij logeerden in hotel In ’t Boldershof, www.boldershof.com

Fietsreportage: Fietsen door de Oost-Vlaamse Leiestreek

Zodra we de snelweg ten zuiden van Gent verlaten richting ons hotel in Deurle, ploffen we middenin het Belgische verkeersleven. Een overvolle steenweg met aan weerskanten winkels en bedrijven, glazen autoshowrooms, huizen en supermarkten. Parkeerplaatsen pal aan de wegkant, onoverzichtelijke rotondes: pas met veel goede wil ontdek je in deze chaotische inrichting een geheel eigen charme. Na 6 km steenweg slaan we af richting Deurle. Binnen 150 meter is de drukte opgelost, foetsie, in rook opgegaan. De eerste bocht om bespeuren we zelfs al tekenen van verlatenheid, rust, gemoedelijkheid. Wat een contrast. En wat een verademing.

Pittoresk

Hotel In ’t Boldershof ligt aan een kasseienweg. Als ‘pittoresk’ ergens op van toepassing is, dan wel hierop. Deurle blijkt een gehucht bestaande uit kapitale villa’s, kasteeltjes en landhuizen in het groen, zoals in het aangrenzende Sint-Martens-Latem, vermaarde residentie van de gegoeden uit de streek. We worden vriendelijk ontvangen en op de ruime kamer in authentieke sfeer kleden we ons snel om voor een eerste fietstochtje. Het is al middag en in dit winterse jaargetijde valt de duisternis immers snel in. We kiezen uit voorzorg een themaroute via het fietsknooppuntennetwerk, dat maakt de kans op verdwalen kleiner, zeker als het gaat schemeren, lijkt ons.

De themaroute heet ‘Bakens van kunst aan de Leie’. Uit opzoekwerk dat we vooraf hebben gedaan, wisten we al dat kunst een voorname plaats inneemt in de Oost-Vlaamse Leiestreek, die ingeklemd ligt tussen Gent en de Vlaamse Ardennen. Trekpleister voor de kunstenaars die zich hier vanaf 1900 vestigden, was de Leie, een rivier die ontspringt in het Noord-Franse Lisbourg en zich via Kortrijk een gestage weg naar Gent toe baant, om daar na ruim 200 kilometer samen te vloeien met de Schelde. In het gebied waar wij gaan fietsen, tussen Deinze en Gent, heeft de rivier in weerwil van de vooruitgang, zijn oorspronkelijke loop behouden. Dat betekent een grillige gang door het vlakke landschap, waarin wijde akkers, groene weilanden, schuingewaaide bomenrijen, sparrenbossen en waterkantvegetatie elkaar afwisselen. De prachtige uitzichten waren vele kunstenaars tot inspiratiebron, en we hoefden niet lang te fietsen om dat kunnen begrijpen.

Het mooiste dorp

Het kunstleven komt je aan alle kanten tegemoet in Deurle, waar onze tocht start. Op de begraafplaats van de Sint-Aldegondiskerk bijvoorbeeld - tegenover het hotel - liggen tal van Vlaamse kunstenaars begraven. Op loopafstand bevinden zich niet minder dan vier kunstmusea, en dat voor een dorpje van misschien 4000 inwoners. Het Museum Dhondt-Dhaenens heeft een rijke collectie Vlaamse kunst, waaronder werken van James Ensor, George Minne en Constant Permeke, maar het MDD fungeert de jongste jaren vooral als expositieruimte voor hedendaagse kunst. Het Museum Gust De Smet is gevestigd in zijn woonhuis en toont naast zijn schilderijen ook hoe de kunstenaar leefde en werkte. Wie van kunst houdt, last dus het best een flinke tussenstop in in dit dorp, dat trouwens werd gekozen tot mooiste dorp van Oost-Vlaanderen.

Kunst ligt overal

We starten de route tegen de klok in. Amper zijn we het dorp uit of het eerste panoramische uitzicht over de Leie doemt op. De bewolkte hemel laat de zon maar mondjesmaat door, maar om te fotograferen is het gedempte licht prima. Op een boogbrug bij Bachte-Maria-Leerne ontvouwt zich een stilleven van aangemeerde bootjes en sloepen, en op de achtergrond typisch Vlaamse boerderijen te midden van traagstromend water en bedauwd grasland. Kunst ligt overal op straat, maar op sommige plekken meer.

De volgende plek die tot halt houden uitnodigt, ligt maar een paar kilometer verderop. Over een hobbelige kasseienweg tussen de lindebomen door kom je bij de Blauwe Poort, de enig overgebleven van zeven versterkte toegangspoorten tot kasteel Ooidonk. De Poort staat er puntgaaf, net zo statig als geïsoleerd, een vreemde eend in de bijt op de kale lindendreef, tot je 400 meter verderop het kasteel bereikt. Het is een indrukwekkend gebouw in renaissance-stijl. Zowel binnen als buiten kun je er genieten van de pracht en praal die men er in de middeleeuwen op na hield (het kasteel is toegankelijk voor publiek).

We fietsen verder richting knooppunt 11 en via een eenpersoons grintpaadje komen we de Leie weer tegen. Die meandert hier lustig door het weideland en dat geeft mooie uitzichten. Een opvallend gebouw pal aan de waterkant trekt de aandacht. Niet alleen de uiterlijke vorm roept vragen op, ook het rommelige interieur achter de vele ruiten heeft veel weg van de zelfverkozen vrijstaat van een kunstenaarskolonie. Achteraf blijkt het de ‘River Ranch’ een taverne-woonhuis te zijn, met een bijgebouwde overdekte paardenmanege. Oeps.

We komen nu een paar kilometer langs de Leie te fietsen, tot in Deinze, zo’n beetje de ‘hoofdstad’ van de streek. In het Museum van Deinze vind je het meest volledige overzicht van beroemde Leiekunstenaars van circa 1875 tot vandaag. De streek trok niet alleen bekende schilders aan, hij bracht ook verschillende grote talenten voort. Een daarvan is Roger Raveel, die een aan hem gewijd museum heeft in zijn geboorteplaats Machelen, even ten zuidwesten van Deinze.

Gerard Reve

Machelen doorkruisen we op de tweede dag van ons bezoek aan de Leiestreek. We stappen van de fiets en wandelen de Roger Raveelroute, een kleine 4 km langs alle bezienswaardigheden van het dorp. Dat zijn er heel wat, te beginnen met het al genoemde Roger Raveelmuseum. Verderop liggen het ouderlijk huis van Raveel, een oorlogsmonument, een beeld van een wielrenner, een Frans militair kerkhof, een openluchtkunstwerk (‘De muur van de verbeelding’), een grotendeels intacte graanwindmolen en de begraafplaats waar de Nederlandse schrijver Gerard Reve zijn laatste rustoord vond. We zoeken tussen de royaal bemeten graven even naar de naam Reve, vergeefs, en zo desolaat als het winderige kerkhof is, zo rap stappen we weer voort. We gaan voor koffie in een uitspanning nabij de kerk (‘De Afspanning’), en gaan wat later zitten staren over de waterkant aan de kerk. Op de brede paleistrap die afdaalt naar het water is het lekker mijmeren. Aan onze voeten een verloren stukje Leie, geïsoleerd van de hoofdstroom. Het heeft zijn eigen charme, biedt geheime toevluchtsoordjes voor afzondering of voor rust.

Rustig is het zeker in de hele streek. Tussen de piepkleine dorpjes is er weinig verkeer. Af en toe steek je een steenweg over of kruis je onder de snelweg door, waar het raast. Maar je voelt je heerlijk veilig omdat de luidruchtigheid je niet kan deren, op de smalle grintpaadjes waarlangs de knooppuntenroute regelmatig voert, in gelijke tred met de Leie. Kabaal wordt snel geabsorbeerd in de Vlaamse rivierenklei. De Leiestreek per fiets: ideaal om een weekendje actief uit te waaien.