In Sauerland is het goed fietsen voor een paar dagen. Pal over de grens, langs de rafelranden van het Ruhrgebied, treffen we een verrassend groene oase met om de dooie dood geen kinderachtige heuvel. Wij starten in Hagen, bereikbaar vanaf Venlo met de boemeltrein.
Gabriele Susanne Kerner (Nena!) is er in 1960 geboren. Daarmee hebben we alles over Hagen gezegd. Een grijze deken van treurigheid, de laatste stuiptrekking van het Ruhrgebied. Maar zodra we dit droefgeestige oord onze rug toekeren, trappen we opeens door serieuze natuur. Beken tjokvol forellen, ijsvogeltjes en spechten, velden met wuivend koolzaad. Nergens anders in Duitsland zal de scheidingslijn tussen grijs en groen zo flinterdun zijn als in het Sauerland. We voelen ons dan ook meteen uitermate Wohl. En hongerig. Als je dan toch in Duitsland bent, dan ga je op zoek naar een plek waar je een fatsoenlijke schnitzel krijgt. Toch? En lang hoeven we niet te zoeken, want even na het ronden van de oostelijke oever van de Hengsteysee gaan we vol in de remmen bij een bordje Ausflugslokal Zur Lennemündung. Frans is een mooie taal, zegt men altijd, maar Duits. Jeminee! Ausflugslokal….
Afijn, we krégen een eerlijk bord frites en een rechtgeaarde Schnitzel of Bratwurst met een schijfje citroen en een toefje peterselie, zoals het hoort. De eigenaars Marc en Martina Posselt stroomden over van vriendelijkheid, gastvrijheid en oprechte interesse. En dat bleef, ongelogen, de rest van de week zo. Sauerlanders zijn de vriendelijkste mensen die we in Duitsland ooit zijn tegengekomen. Beslist niet Sauer.
Als u nu denkt: zaten die gasten de hele dag op het terras frites en schnitzels met peterselie te kanen, nee! Uiteraard werd er ook gefietst, want een dag niet gefietst is een dag niet geleefd. Routebaas Jan Mark had wederom zijn best gedaan en een verrukkelijk rondje van vier dagen in elkaar gedraaid dat ons langs riviertjes, over een aantal gemene heuvels en door gemoedelijke dorpjes zal leiden. Geen bestaand rondje, maar gewoon een potpourri van routes, met een verrassend groen en rustig karakter. Neem het fietspad langs de Ruhr. Is dít de Ruhr, vragen we ons af? Die kronkelende, kabbelende rivier waar de ene kanovereniging na de andere zijn clubhuis heeft staan. Met heerlijk gelegen dorpjes als Geiseck en Dellwig waar de zomer uitbundig aan de deur rammelt. Het is trouwens volop verkiezingstijd in Duitsland. ‘Kein Politik im Hinterzimmmer!’ en ‘Geld für die Oma statt für Sinti & Roma.‘ Het maakt allemaal geen barst uit of je nu in Duitsland of Nederland zit. Overal dezelfde retoriek.
Het is waar. Wat je in het Sauerland vindt, vind je pakweg ook in het Zwarte Woud. Of in de Eiffel. Vakwerkhuizen, een fraai weggetje door een bollend landschap, een spannend riviertje, een guitig dorpje in het groen. Maar de natuur zo dicht bij één van de grootste industriegebieden van Europa? In een deelstaat met net zoveel inwoners als Nederland? Dat vind je niet makkelijk.
Onze eerste nacht slapen we in de jeugdherberg van Langscheid aan de oever van de Sorpesee. Schitterend gelegen, een aanrader van jewelste. Met een fors lunchpakket in onze fietstassen, steken we de volgende ochtend eerst de Sorpedam over en peddelen dan over een spiegelglad fietspad langs de Sorpesee verder het Sauerland in. Net als de tocht wat aan spanning begint te verliezen, rollen we Arpe binnen waar een groot mannelijk gezelschap aan het zingen is. Muziek erbij, en bier natuurlijk. Veel bier. Niet voor niets bereikt het aantal knokpartijen in Duitsland juist tijdens het Vatertagstreffen op Vaderdag een hoogtepunt. Als de drank in de man is… Wij bezien het van een afstandje, gezeten op een terras met een stukje rabarbertaart met veel suiker. Mmm, de zoete smaak van de zomer. Toch maar weer eens maken bij thuiskomst.
De middag rolt prettig voorbij. Prachtig weer, af en toe een klimmetje. Als de zon al laag over de bloeiende akkers schijnt, is het mooi binnenkomen in het Hanzestadje Schmallenberg, in het hoge hart van het Sauerland. Omringd door de heuvels van het Rothaargebirge ligt het aan de Lenne, met bijna 130 kilometer de grootste zijrivier van de Ruhr. Een werkelijk aangenaam stadje met volop winkels, cafés en levendigheid.
Overigens, je zou Schmallenberg kunnen kennen. Van het Schmallenbergvirus. In 2011 werd hier voor de eerste keer het bij runderen en schapen zeer besmettelijk virus ontdekt dat Europa enige weken in zijn greep hield. Cameraploegen uit de hele wereld overspoelden voor enige dagen het dorpje, de arme Schmallenbergers wisten niet wat hen overkwam. De sokkenfabriek van Falke staat er trouwens ook. Een belangrijk deel van de bevolking van Schmallenberg werkt er. De fabriek is een overblijfsel van de ooit levendige textielindustrie die hier aan het begin van de vorige eeuw ontstond langs de Lenne.
De Sorpedam aan de Sorpesee was op 17 mei 1943 doelwit van de grootscheepse geallieerde Operatie Chastise. Doel was het saboteren van de drink- en koelwaterproductie van het Ruhrgebied door het vernietigen van stuwdammen. Dat koelwater was weer nodig om de wapenindustrie draaiende te houden. Er werd gebruik gemaakt van speciaal ontwikkelde stuiterbommen die na het afwerpen over het water ketste, tegen een dam tot stilstand kwamen en dan pas ontploften. De operatie slaagde maar deels. De Sorpedam bleef geheel intact, een aantal andere gebombardeerde dammen waren binnen enkele maanden weer operationeel.
Zondagochtend is het opnieuw stralend weer. Bij zo’n dag hoort een klassieke bergetappe. Dat begint al met een prachtige, lange klim door een stil bos naar het hooggelegen Jagdhaus, een verzameling huizen en een hotel. En zoals zo vaak ligt het echte fietsgeluk van het asfalt af. Na de laatste huizen van Jagdhaus weet Jan Mark een onverhard weggetje naar links dat afdaalt in een machtig dal dat zo in de Alpen had kunnen liggen, maar in werkelijkheid midden in het hart van het Rothaargebirge ligt.
In Wingeshausen kunnen we wellicht het eerste vlaaitje van de dag soldaat maken, houd ik JM voor. Een Puddingplätzchen of Franzbrötchen bijvoorbeeld. Of een Oma’s Rührkuchen, puur om in te komen. Mok sterke koffie erbij, heerlijk. Maar hij vindt dat we het eerst nog moeten verdienen. En ja, als je de baas van de route bent, heb je ook wat in de melk te brokken. E.e.a. betekent dat we na eerst nog een lange afdaling maken over een dampende asfaltweg. Zo stil, je vraagt je af waarom de weg er ligt en wie hem gebruikt. Buiten een zonnende hazelworm, waar we omheen slalommen, is er niks. En dan klimmen, fors klimmen. Waar uiteindelijk het bos wijkt, ligt de Rhein Weser Turm. In 1932 gebouwd als schuilhut én uitzichtpunt voor kerkgangers, wandelaars en langlaufers. Na betaling van een euro kun je alle 113 treden naar boven beklimmen. Daar heb je een heerlijk rondzicht over Hochsauerland. Vanaf dit hoogste punt (650 meter) van de rit, gaat het wederom naar beneden. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik kan oprecht monter worden van het idee dat je op twee uur rijden van Nederland een splijtende afdaling kunt maken van bijna 400 meter. Met je lippen op het stuur, de kont omhoog, tranende ogen, de auto’s beleefd op afstand.
Hebben we het knusse Schmallenberg achter de rug, Plettenberg is echt andere koek. Neem plaats op het centrale plein en er trekt een stoet van opgepimpte auto’s langs. Een centrum zonder geschiedenis, zo lijkt. Maar wie de moeite neemt de lelijkheid te ontvluchten, vindt aan de rand een fraai Romaans kerkje en originele vakwerkhuisjes. Dit had natuurlijk het centrum moeten zijn. Stadsplanologen...
Sauerland heeft twee gezichten. Rijden we het ene moment nog door een dal, zo mooi dat je denkt hier komen we nog eens terug, niet heel veel later rijden we Lennestadt binnen waar je met de beste wil van de wereld niet zou willen wonen. Maar JM weet opnieuw een prachtig klein weggetje achterlangs dat door het groen piept en de stad grotendeels links laat liggen. We stuiten wederom op de vertrouwde Lenne. Die stroomt onverminderd trots door. Langs steden en achter oude fabrieken langs, onder bruggen door, meestal rustig, soms onstuimig. De tocht verrast ons wederom. Niet al het oude heeft plaats gemaakt voor nieuw. Gelukkig, want ooit wordt het oude mooi en noemen we het sfeer. We rijden onder verroeste stalen bruggen door, over kleine sluisjes en langs dammen. Felle klimmetjes, draaien en keren. Rommelig, maar vaak mooi en verrassend.
Voor Altenau raken we nog één keer het geluk aan. Een heel klein weggetje dat steil afdaalt door een weiland, zicht naar alle kanten, wat koeien, een ploegende boer en verder pure schoonheid. Het is het laatste dat we vandaag te zien krijgen. Dan begint het te plenzen. En hebben we er tabak van. Verder fietsen naar Hagen geloven we wel. Sorry Nena.
Zelf de Sauerland fietsroute doen? Dat kan met de gratis SNP Reis App. Installeer de app op je Smartphone (zowel IOS als Android) en ontgrendel de vier dagetappes met de shortcode. Deze code én de gpx-bestanden zijn voor €4 te koop via onze webshop.
Vier dagen, met drie overnachtingen, fietsen door het groene en heuvelachtige Sauerland met begin- en eindpunt in Hagen. Door het slechte weer de laatste dag fietsten wij echter tot Altena en namen daar de trein. Het was (echt!) de bedoeling geweest het rondje naar Hagen helemaal vol te maken.