In West-Amerika liggen veel nationale parken relatief dicht bij elkaar. Parken met grote namen Yellowstone, Zion of Glacier National Park, maar ook weinig bezochte en onbekende juweeltjes ‘off the beaten track’. Frank Maas, Noord-Amerika specialist van SNP Natuurreizen deelt zijn kennis en passie voor een onvergetelijk wandelavontuur.
Dit artikel is geactualiseerd in oktober 2024.
Al 35 jaar lang speurt Frank Maas alle uithoeken van Amerika en Canada af, als reisleider en specialist Noord-Amerika voor SNP Natuurreizen. Altijd op zoek naar de mooiste reisgebieden. Vele tienduizenden km’s per auto, en duizenden km’s te voet en per kano, door de ongerepte natuurgebieden van Alaska, Canada en Amerika.
Zomer 1871. De avond valt. Na een vermoeiende dag in het veld staart het groepje mannen van de Hayden Expedition in de vlammen van het kampvuur. Er ontstaat een discussie dat de bijzondere natuur van Yellowstone, waar ze afgelopen dagen te paard doorheem trokken, beschermd moet blijven voor toekomstige generaties. Terug in Washington krijgt hun vernieuwende idee de steun van president Grant. Dit leidde in 1872 tot de oprichting van ’s wereld eerste nationale park. ‘For the benefit and enjoyement of the people’ zoals nu nog op de noordelijke toegangspoort van Yellowstone National Park staat te lezen.
Daaropvolgend werd in 1916 de National Park Service opgericht, het orgaan dat alle nationale parken, monumenten en bossen in de VS moest beheren. Anno 2015 zijn dat er meer dan 400. De kracht zit in het feit dat natuurbescherming en recreatie hand in hand binnen één organisatie geregeld zijn, waardoor mogelijk tegengestelde belangen gestroomlijnd worden. Amerika ging verder en passeerde in 1964 de Wilderness Act, ter bescherming van de wildernis in zijn algemeenheid, ook buiten de parken:
‘A wilderness, in contrast with those areas where man and his own works dominate the landscape, is hereby recognized as an area where the earth and community of life are untrembled by man, where man himself is a visitor who does not remain’.
Hierin opgesloten zou de essentie moeten liggen voor de bezoeker aan ieder natuurgebied: de mens is slechts een tijdelijke bezoeker en laat geen sporen na. ‘Take only pictures, leave only footprints’!
‘De naam van de bergkam is goed gekozen, Hurricane Ridge. Het is begin juni als ik hier op een hoogte van 1500 meter sta, terwijl de wind met orkaankracht om me heen giert. Tussen de restanten van sneeuwvelden springt een hert weg en ook de marmotten zoeken een veilig heenkomen. De geplande wandeling kan ik vandaag wel vergeten. Maar genieten van dit natuurgeweld doe ik toch wel!’
Olympic National Park is gelegen in het noordwesten van de staat Washington en grenst aan de Pacific Ocean. Op de grens van land en water is een prachtige kustlijn ontstaan met grillige rotsen en spectaculaire kliffen. In het achterland vind je een uniek gematigd regenwoud vol huizenhoge ceders en sparren. Het hart van het park wordt gevormd door de tot 2500 meter hoge Olympic Mountains.
‘Met onze groep maken we de wandeling naar Iceberg Lake. De gids heeft ons gevraagd bij elkaar te blijven vanwege de mogelijke aanwezigheid van beren. Eenmaal over de rotsrichel gekomen kijken we uit op het met ijsschotsen gevulde meer en …..inderdaad een grizzly. Ursus arctos horribilis, het symbool van de wildernis’.
Tezamen met het Canadese Waterton vormt Glacier National Park één groot grensoverschrijdend natuurpark in het noorden van de staat Montana, waar het wild alle ruimte heeft om te zwerven. En wild zul je hier veel zien: grizzlyberen, groothoornschapen, elanden en hertachtigen. Een fabuleus stukje Rocky Mountains tot 3000 meter hoog met scherpe pieken en kammen, en turkooizen gletsjermeren.
‘De deuren van het Visitor Centre en van de lodges, die als een ring om de Old Faithful Geyser liggen, slaan open. Alsof de gong is gegaan stromen de honderden gasten naar buiten en posteren zich op het terras. Precies op de aangegeven tijd van 11.20 begint moeder natuur te spuiten, tot 50 m hoog. Na 2 minuten houdt ie er mee op en loopt iedereen weer naar binnen. Deuren dicht. De Old Faithfull is weer alleen’.
Midden in de staat Wyoming, hart van ‘Big Sky Country’. Een enorm groot bergachtig park veelal boven 2000 m met uitgestrekte grasvlakten waar bizons en wolven dwalen. Beroemd vanwege haar talrijke vulkanische elementen als spuitende geisers, kleurrijke heetwaterbronnen en pruttelende modderbaden.
‘Het is 7 uur in de ochtend en ik ben al op pad. Een korte wandeling over het Canyon Overlook Trail brengt me op het uitzichtpunt. Met een broodje in de hand wacht ik tot de zon achter me op komt en haar licht uitstrooit over de bergen. De Towers of the Virgin, Court of the Patriarchs en West Temple baden in het rode licht terwijl beneden in de Zion Canyon het leven langzaam op gang komt’.
Zion National Park is gelegen tussen Las Vegas en Salt Lake City, in het hart van het zinderende Coloradoplateau. Fotogeniek en majestueus. Met haar massieve rotspartijen in oker en rossige tinten, doorsneden door diepe canyons, het beloofde land voor de wandelaar.
‘Gedreven door honger rijd ik het dorpje Interior binnen, een verzameling trailers en eenvoudige houten huizen, op steenworp afstand van Cedar Pass. In de local pub nestel ik me aan de bar en bestel een pizza. Mannen met witte cowboyhoeden met een fles Budweiser aan de lippen, just hanging ‘round. Poster van een naakte dame op een koe…De tijd staat stil in dit roemloos stukje binnenland’.
Het eindeloze vlakke prairielandschap van South Dakota wordt onderbroken door een maanlandschap met sterk geërodeerde hellingen, canyons en hoodoos, in rossige tinten. Onbruikbaar voor de oorspronkelijke Lakota-indianen, die het mako sica (slecht land) noemden. Een van de belangrijkste vindplaatsen van fossiele botten.
‘Samen met de ranger lopen we door het Cliff Palace. Als ik mijn ogen sluit verbeeld ik me het zachte gezang van vrouwen te horen die de mais fijnstampen met een vijzel, en giechelende kinderen die elkaar achterna zitten. Ik ruik de rook die omhoog kringelt van de vuurplaatsen waar de mannen omheen zitten. Even ben ik in terug in het jaar 1300, in een levend indiaans dorp van meer dan 150 mensen’.
In het zuiden van de staat Colorado ligt misschien wel het cultureel meest belanghebbende park van de VS in de uitlopers van de San Juan Mountains. Tafelbergen en canyons, met honderden –deels opgebouwde- ruïnes van klifwoningen van de oorspronkelijke indiaanse bewoners. De beste plek in de VS voor een stukje ‘native history’.
‘Pal achter het bezoekerscentrum loop ik de Sulphur Creek Canyon in. Het is al herfst en de cottonwood kleurt fel geel tegen een blauwe hemel. Het water staat laag waardoor ik een heel eind de canyon in kan gaan. Eerst over zandige oevers, maar als de kloof nauwer wordt volg ik de rotsrichels links en rechts van de chocoladebruine kreek. Hoog boven me toornen de Goosenecks uit’.
Capitol Reef National Park is een wat onbekender park in de staat Utah, maar niet minder spectaculair. Tafelbergen, canyons en versteende zandduinen rondom de Waterpocket Fold, een 160 km lange vouw in de aardkorst. De scheur is goed te zien vanaf 3450 m hoge Boulder Mountain.
Begin je verblijf in een bepaald park met een bezoek aan het informatiecentrum. In woord en beeld kun je daar voorlichting krijgen over de natuur, de paden, het kamperen. Eventueel kun je er vergunningen aanvragen. Informatie over veiligheid en gevaren zijn voor de rangers van het park speerpunten in hun taak. Zo kunnen alleen zij je vertellen waarom een bepaalde pad gesloten is, bijvoorbeeld vanwege een te hoge activiteit van beren, of vanwege werkzaamheden. Ook kun je in het bezoekerscentrum topografische kaarten kopen van de trajecten die je wilt gaan lopen.
Eventueel kun je samen met een ranger de wandelingen bespreken. Als het gaat om een meerdaagse tocht in de wildernis moet je dat zeker te doen. Laat in dat geval kampeerplekken, waterbronnen en eventueel moeilijke passages op je kaart aantekenen.
Bij binnenkomst in het park koop je een toegangsbewijs en daarmee kun je gebruik maken van alle faciliteiten, waar ook de wandelpaden onder vallen. Veel parken hanteren ook een systeem van registratie en vergunningen. Dit is voor je eigen veiligheid maar ook om het aantal bezoekers te kunnen monitoren en er invloed op te kunnen uitoefenen.
Voor een dagwandeling is meestal geen vergunning nodig maar voor een meerdaagse moet je een ‘backcountry permit’ aanvragen. Kijk op de website van de afzonderlijke parken naar regels hieromtrent.
In drukbezochte nationale parken zoals Yosemite, Zion en Glacier NP is een Timed Entry-systeem van kracht. Bezoekers reserveren hiermee vooraf een specifiek tijdslot om het park binnen te komen. Dit systeem zorgt voor een betere spreiding van bezoekers, waardoor de natuurgebieden en faciliteiten minder belast worden. Het helpt ook om de bezoekerservaring aangenamer te maken door drukte te verminderen, vooral in het hoogseizoen. Een reservering kan meestal vooraf worden gemaakt via de website van het park of een bijbehorende app.
Op deze pagina vind je meer informatie over de parken waar een Timed Entry Ticket noodzakelijk is. Ook vind je hier meer uitleg en verwijzingen naar de betreffende websites om zo'n ticket te bestellen.
In de meeste parken is het aantal wandelpaden of ‘trails’ enorm uitgebreid. Indien je op de paden blijft is verdwalen vrijwel onmogelijk. Paden zijn er niet voor niets gemaakt. Volg je het pad dan ontzie je de fragiele natuur en word je vanzelf langs het mooiste in de omgeving geleid. In het bos zul je het meestal wel uit je hoofd laten om van het pad af te wijken, omdat dat extra energie kost en de oriëntatie niet ten goede komt.
Eenmaal boven de boomgrens is het zeer verleidelijk uitgebreid te gaan struinen, cross country, dwars door de natuur je eigen route bepalen. Op steenachtig terrein is dat geen probleem maar bedenk dat jouw voetstappen in de korstmossen op de toendra mogelijk over jaren nog te zien zijn. Cross country vraagt daarnaast meer van je oriëntatievermogen, van je techniek en van je vermogen problemen op te lossen, zoals rivieren oversteken, steile hellingen afgaan en bergpassen nemen.
Voordat je vertrekt voor een tocht, een dagwandeling of een stevige meerdaagse trekking, zul je een aantal zaken goed moeten voorbereiden om de kans te verhogen dat de tocht daadwerkelijk een succes wordt.
Bedenk vooraf wat je kunt verwachten op je wandeltocht aan de hand van informatie zoals een kaart, het weerbericht, tips van de rangers. Probeer een reëel beeld te vormen van het terrein en de zwaarte en maak een tijdsplanning.
Zelfóverschatting is een van de meest voorkomende factoren die wandelaars in een gevaarlijke situatie kan brengen. Dat begint bij de keuze van de tocht en de tijd die je ervoor inruimt.
Ook al is de verleiding groot, ga nooit zonder dagrugzakje op pad. De inhoud daarvan is eigenlijk vrij constant, los van het weertype waarmee je 's ochtends vertrekt: eten , drinken, snacks, extra (regen)kleding, pet, evt muts, kaart, kompas of GPS, zonnebril, zonnebrand.
Wandelen in de natuurparken zal dus weinig problemen opleveren mits je je aan bovenstaande uitgangspunten houdt. Toch wil ik nog een paar gevaren en ongemakken noemen die samenhangen met het voor ons afwijkende terrein.
In de parken in de zuidelijke woestijn- en canyongebieden is de hitte een factor om niet te onderschatten. Zorg dat je ten alle tijde je eigen ‘klimaat’ kunt regelen dmv kleding en vocht: te warm leidt tot oververhitting, uitdroging of een zonnesteek. Daarentegen is in het hooggebergte de onderkoeling een geduchte tegenstander.
Ook kan het voorkomen dat bij heftige regenbuien de canyons in korte tijd een enorme hoeveelheid water moeten verwerken. Als je tijdens zo’n ‘flashflood’ in een kloof zit heb je een groot probleem.
Als je in de canyons klautert en je handen moet gebruiken, let op waar je ze plaatst. Dieren als slangen en schorpioenen zitten graag in de koelte onder een steen of richel.
Bedenk dat de schaal van de meeste natuurparken enorm is en dat je op de meer afgelegen wandelingen op jezelf bent aangewezen. Des te belangrijker is het dan je steeds weet waar je bent en geen onnodige risico’s neemt. In geval van nood zal in de meeste gevallen je mobiel geen bereik hebben.
Voor vele wandelaars zal het zien van dieren een hoogtepunt zijn. De hele tijd ben je in de greep van de spanning of en wat je zult zien, en dan toch bijna altijd onverwachts volgt het moment, de bekroning van de tocht. Maar dezelfde gekoesterde ontmoeting kan uitlopen op een vervelende ervaring. Dieren in de wildernis zijn geen huisdieren. Door meer over de dieren te weten te komen en ze te respecteren in hun wildheid kun je de kans vergroten om van een ontmoeting een prettige herinnering te maken.
In de natuur is het voor ieder dier een "struggle for life": geen calorie wordt verbruikt wanneer het niet nodig is. Wanneer je dieren verstoort doe je inbreuk op die balans en kun je hun leven in gevaar brengen. Natuurlijk wil je een mooi plaatje van dat beest en schuifel je nog een paar meter dichterbij, maar respecteer de afstand die het dier van je verlangt. Ga zeker geen dieren lokken door ze te voeren of slordig met eten en hygiëne om te springen.
Vele reizigers die voor het eerst hun vakantie gaan doorbrengen in de natuur van Canada of Amerika hebben er in ieder geval over nagedacht. Sommigen hebben er zelfs wakker van gelegen. Want hoe zit het nou met die beren? Zijn ze eng, moeten wij voor hen aan de kant of maken zij plaats voor ons? Om je gerust te stellen: in principe vallen beren geen mensen aan. Toch kan het fout gaan. Hoe een confrontatie met een beer afloopt, hangt deels af van je eigen handelen maar zeker ook van de reactie van de beer daarop.
In dichte bossen of anderszins onoverzichtelijk terrein zou je een beer kunnen verrassen. Mogelijk staat de wind net verkeerd zodat hij je niet heeft geroken, of is er het geruis van een bergbeek waardoor hij je niet heeft gehoord. Dan schrikt een beer en kan op zo’n moment onverwachte dingen doen. Zorg er dus voor in onoverzichtelijk terrein met voldoende geluid (pratend, zingend, fluitend) je komst aan te kondigen. De beer zal je dan tijdig bemerken en er vandoor gaan.
Mocht je tijdens een wandeling een karkas van een dood dier vinden , en is de beer als rechtmatige eigenaar in de buurt, dan zal hij je benaderen als concurrent van z’n voedsel. Hij zal je, op z’n zachtst gezegd, proberen aan het schrikken te maken.
Wees ook altijd op je hoede als je een jong beertje tegenkomt, want de moeder zal zeker in de buurt zijn en haar kind furieus beschermen.
Beren hebben een uitstekende neus en ruiken je avondmaaltijd op kilometers afstand. Als een jachthond volgt hij dan zijn neus, een beetje in trance, en kan daarbij een tentdoek als vervelend obstakel verwijderen.
Wees dus alert op bovenstaande situaties. Mocht je toch een beer (bijna) tegen het lijf lopen, ga dan niet verder maar sta stil, of liever ga langzaam achteruit, zonder de beer uit het oog te verliezen. Indien je met meerderen bent, verzamel. Geef het beest de ruimte om zich uit de voeten te maken. Gaat een beer toch tot de aanval over, bedenk dan dat hij meestal bluft en je aan het schrikken wil maken… Indien je over een bearspray of knallers beschikt, moet je deze gereed houden voor gebruik. Ga in ieder geval nooit hollen, want dat ontvlamt het jachtinstinct van de beer.
In de Verenigde Staten zijn zeer veel mogelijkheden om goed te kamperen. Ten eerste zijn er de campgrounds in de nationale en provinciale parken. Deze kampeerterreinen zijn heel natuurlijk ingericht, meestal in een schitterende omgeving en voorzien van ruime sites. Een site is een kampeerplek bestaande uit een strook gravel waar een auto of camper kan staan, met daarnaast een plekje in het bos waar een tent kan staan, een picknicktafel en vuurring of barbequerooster. De voorzieningen op het kampeerterrein zijn vaak beperkt tot een toiletgebouw met wastafels, maar zelden warme douches en nooit een winkeltje of zwembad. Samengevat, een fantastische, ruime plek in de natuur met beperkt comfort. De kosten bedragen tussen de $ 6,- tot $ 26,- per plek voor een overnachting. Veel campgrounds in de bekende parken zijn iedere avond vol. Zorg dus dat je op tijd, vroeg in de middag, arriveert om een plaatsje te bemachtigen.
Wil je wat meer comfort dan zoek je een particuliere camping op, meestal in de directe omgeving van een dorp. De individuele plekken zijn beduidend kleiner en vaak staan er nogal wat Recreational Vehicles of motorhomes. Maar op een koude natte dag is een warme douche extra lekker, de kleren kunnen in de wasserette en in plaats van voor de tent kleumen is er een restaurant. Comfort voor een prijs van ongeveer $ 10 tot $ 25,- per tent per overnachting.
Als je op zoek bent naar een echt dak boven je hoofd, dan kun je terecht in een motel. Ze bieden de doortrekkende reiziger betaalbare accommodatie met standaardvoorzieningen, zoals privé-badkamer, telefoon, en natuurlijk de centraal gesitueerde televisie. De auto kan meestal pal voor de deur geparkeerd worden. Voor een motel hoef je nooit lang te zoeken: ze liggen aan de in- en uitvalswegen van ieder dorp of stad. De kosten liggen tussen de $ 60,- en $ 120,- per nacht.
In de centra van dorpen en steden kun je terecht in een hotel. In het algemeen zijn deze groter, moderner en luxueuzer dan wij in Europa gewend zijn, maar helaas vaak ook minder sfeervol. Hotels die meer in een natuurlijke omgeving liggen worden lodges genoemd. Dit zijn vaak mooie gebouwen, bijvoorbeeld geheel in hout opgetrokken, sfeervol, en voorzien van alle comfort. Prijzen variëren van $ 100,- tot $ 300,- per nacht (en natuurlijk nog véél hoger als je wilt).
De uitgestrekte wildernis van Noord-Amerika is bedoeld voor de échte avonturier en natuurliefhebber. Met de georganiseerde reizen van SNP Natuurreizen kom je middenin een adembenemende wereld met beren, wolven, coyotes, watervallen, canyons en mammoetbomen.