icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Image
Het oversteken van beken en stroompjes komt veelvuldig voor tijdens de eerste etappe.
Routes

Wandelroute Finse - Aurlandsdal

  • 02 april 2015
  • Door: Sjiva Janssen
  • Fotografie: Sjiva Janssen

Hoeveel moois kun je proppen in drie dagen? Veel! Dat bewijst de wandeltrektocht Finse – Vassbygdi door het vermaarde Aurlandsdal. Deze wandelroute begint meteen hoog in de bergen en eindigt aan de oever van een fjord op zeeniveau. Onderweg daal je voornamelijk af en verandert het landschap voortdurend. Van een glaciale hoogvlakte, waar rotsen, meren, sneeuw en ijs domineren, kom je terecht in een vallei die hoe lager hoe ruiger wordt. Op het laatst bevind je je in een kloof tussen indrukwekkende hoge rotswanden, op soms spannende paadjes langs een wilde rivier en tientallen watervallen. Het eindpunt mag er ook zijn: het Aurlandsfjord, een zijarm van het Sognefjord (Noorwegens langste fjord). 

Image
Uitkijken over de eindeloze Noorse fjell.
Uitkijken over de eindeloze Noorse fjell (tijdens de eerste etappe). Foto: Sjiva Janssen.
In het kort

Over de wandelroute door het Aurlandsdal

Route: Driedaagse wandeltrektocht langs berghutten (wildkamperen kan ook) van Finse naar Vassbygdi.
Gebieden die je passeert: Vanaf de rand van de Hardangervidda en het Hallingskarvet gebergte daal je af via het Aurlandsdal naar het Aurlandsfjord, zijarm van het Sognefjord (langste fjord van Noorwegen).
Zwaarte/moeilijkheid: Qua klimwerk is de route licht, qua wandelduur is het gemiddeld tot zwaar en qua terrein meestal goed te doen, maar er zitten ook lastige stukken bij (sneeuw- en keienvelden en steile paden).
Overnachten: Je loopt van berghut naar berghut, maar wildkamperen is ook heel goed mogelijk.

Image
Vertrek uit Finse. Aan de overkant van het Finsemeer ligt de Hardangerjøkullen gletsjer. Finse is het hoogstgelegen treinstation van Noorwegen op 1.222 meter.
Vertrek uit Finse. Aan de overkant van het Finsemeer ligt de Hardangerjøkullen gletsjer. Finse is het hoogstgelegen treinstation van Noorwegen op 1.222 meter. Foto: Sjiva Janssen.

De start/aankomst

De start is meteen één van de mooiste momenten van de wandeltocht. Er is namelijk geen aanloop, geen lange vermoeiende klim, je staat al meteen op bijna het hoogste punt van de route. De trein zet je hier gewoon af op het hoogstgelegen treinstation van Noorwegen, Finse, op exact 1.222 meter. Nog voordat je een zweetdruppel hebt geproduceerd, sta je al midden tussen de bergen en kijk je uit op één van de landschappelijke hoogtepunten van de wandelroute: de Hardangerjøkullen gletsjer. De gletsjer ligt redelijk dichtbij, op 2,5 uur lopen van het station aan de overkant van het Finsemeer.

Image
De Hardangerjøkullen gletsjer gezien vanuit Finse. De gletsjer is 73 km2 groot en heeft meerdere vertakkingen. De gletsjer werd gebruikt als locatie voor opnames van de ijsplaneet Hoth in de film Star Wars The Empire Strikes Back (bron: wikipedia).
De Hardangerjøkullen gletsjer gezien vanuit Finse. De gletsjer is 73 km2 groot en heeft meerdere vertakkingen. De gletsjer werd gebruikt als locatie voor opnames van de ijsplaneet Hoth in de film Star Wars The Empire Strikes Back (bron: wikipedia).

Treindorp Finse

Het treindorp Finse ligt aan de Bergensbanen, de spoorlijn tussen Oslo en Bergen, die in 1910 werd geopend. Voor de komst van deze spoorlijn was er nog geen enkele verbinding tussen de kust en het binnenland; de bergen die in dit deel van Noorwegen uit zee omhoog rijzen vormden een te groot obstakel en bijna al het verkeer ging over zee. De spoorbaan effende een weg door de Noorse fjell en zorgde voor een hele belangrijke nieuwe verbinding. De aanleg van de spoorbaan ging niet zonder slag of stoot. Er moesten tunnels uitgehakt worden met de hand bij temperaturen ver onder nul. Eenmaal open, vergde het nog steeds veel mankracht om gedurende het hele jaar de baan sneeuwvrij te houden. Het 'kritieke' en hoogste traject ligt tussen Hallingskeid en Myrdal. Langs dit deel van het spoor verrezen stations en huizen speciaal voor de families van spoorwegbeambten, zoals Finse. Inmiddels zijn de spoorwegmensen allemaal vertrokken. Door de aanleg van steeds meer tunnels werd hun werk overbodig. Gebleven zijn de toeristen, die in aantal alleen maar zijn toegenomen. Bijna zonder uitzondering gaat het om skiërs (cross country, want liften en geprepareerde pistes vind je hier niet) in de winter en wandelaars en fietsers in de zomer, die dankbaar gebruik maken van de achtergebleven faciliteiten.

Image
Foto's van vroeger aan de muur in hotel Finse 1222.
Oude foto's in hotel Finse 1222.

Overnachten in Finse: wie een tent bij zich heeft, mag overal langs de route wildkamperen. In de buurt van Finse moet je wel voldoende afstand nemen van huizen en eerst een stukje lopen tot je uit zicht bent. In Finse zelf zijn twee accommodaties. De eerste is het historische hotel Finse 1222, pal naast het perron. Dit hotel bestaat al sinds de begindagen van de spoorlijn en trok al vroeg de eerste toeristen aan. Aanvankelijk waren dat vooral de rijke en beroemde mensen. In het hotel hangen foto's van de Prince of Wales en ontdekkingsreizigers als Roald Amundsen, Fridtjof Nansen en Ernest Shackleton, die hier kwamen om trainingstochten op ski's te maken.
Zo'n vierhonderd meter verder ligt de mooie Finsehytta, een berghut van de DNT. DNT staat voo Den Norske Turistforening, de Noorse wandelclub die ongeveer 500 berghutten beheert en alle wandelroutes in de mooiste berg- en natuurgebieden van Noorwegen. De berghutten, die wij langs de route aandoen behoren tot de grotere in hun soort. Ze hebben het karakter van een jeurgdherberg, zijn bemand (niet het hele jaar door, maar gedurende bepaalde periodes in de winter en de zomer) en je kunt er een eenvoudige maaltijd bestellen. Ze zijn betaalbaarder dan een hotel en midden in de bergen vaak de enige optie, buiten een tent.

Image
Snel na de start bereiken we het hoogste punt rond de 1.400 meter.
Snel na de start bereiken we het hoogste punt rond de 1.400 meter. Foto: Sjiva Janssen.

1e etappe: Finse (1.222 m) - Geiterygghytta (1.244 m)

Onze tocht voert ons om te beginnen over een soort bergpas op ongeveer 1.400 meter. We lopen in noordelijke richting – weg van de Hardangervidda en langs de rand van het Hallingskarvet gebergte. Vrij snel bereiken we het hoogste punt. We wanen ons dan – het is begin juli – in een waar winterlandschap. Grote oppervlakten worden nog door sneeuw bedekt. Er steken bijna geen bergtoppen meer boven ons uit. Het uitzicht is uitgestrekt. We kijken uit over een zwart-witte lappendeken van donkere rotsen en sneeuwvelden. Hierna begint de feitelijke afdaling, die ons in 2,5 dag naar de fjorden op zeeniveau zal leiden.
De eerste etappe verloopt in zijn geheel boven de boomgrens. Steile stukken zijn er nauwelijks, wat het oversteken van sneeuwvelden vergemakkelijkt (weinig risico op uitglijden). We lopen over een plateau met bergtoppen, waar de scherpe randen in de IJstijden allemaal van zijn afgeschuurd. Bij beekjes die onder de sneeuw door stromen blijft het altijd een beetje oppassen. Het risico bestaat dat de sneeuw aan de onderkant is afgekalfd en er een gat is ontstaan onder een dunne sneeuwlaag, waar je doorheen zou kunnen zakken. Daar waar de sneeuw is gesmolten, steken we regelmatig over stroompjes smeltwater door van kei naar kei te springen. De eerste etappe eindigt bij de Geiterygghytta.

Wandelduur: 5,5 tot 6 uur looptijd zonder pauzes.
Moeilijkheidsgraad: gemiddeld qua hoogteverschillen en duur, maar je moet wel sneeuwvelden en beekjes oversteken.
Overnachten: Geiterygghytta.

Image
Geiterygghytta, eindpunt van de eerste etappe.
Geiterygghytta, eindpunt van de eerste etappe. Foto: Sjiva Janssen.

2e etappe: Geiterygghytta (1.244 m) - Østerbø (820 m).

Vanaf de Geiterygghytta dalen we verder af. Het laatste sneeuwveld ligt snel achter ons. De bergwanden om ons heen worden steeds hoger en steiler, we herkennen nu duidelijk de contouren van een beginnende vallei. In het begin gaat de route nog een beetje op en neer, maar al snel lopen we voornamelijk omlaag. De hellingen worden hoger en steiler en na een tijdje traverseren we langs zo'n steile helling over een smal pad. In plaats van kale rotsen en sneeuw lopen we nu tussen de struiken en lage begroeiing door. De etappe eindigt bij de Østerbø hut. Een vrij groot gebouwencomplex, waar je alles vindt van hotel/appartement tot berghut en camping. Je kunt er zelfs à la carte eten. We bevinden ons inmiddels weer beneden de boomgrens. Deze tweede etappe is de langste van allemaal. Tot voor enkele jaren lag er nog een extra hut halverwege de tweede etappe, maar die is gesloten en wacht op renovatie. Dat maakt dit echt wel tot een lange, pittige etappe.

Wandelduur: 7 uur looptijd zonder pauzes.
Zwaarte/moeilijkheidsgraad: dit is wel de zwaarste etappe qua wandelduur en de makkelijkste qua terrein en technische moeilijkheid.
Overnachten: Østerbø Turisthytta (DNT berghut) of Østerbø Fjellstove (hotel/appartementen/camping), één groot gebouwencomplex met meerdere soorten accommodaties, zowel particulier als van de DNT.

Image
Mooi fotomoment in de buurt van de Geiterygghytta bij het vertrek in de ochtend.
Mooi fotomoment in de buurt van de Geiterygghytta bij het vertrek in de ochtend.
Image
Østerbø, de overnachtingsplek aan het eind van de tweede etappe.
Østerbø, de overnachtingsplek aan het eind van de tweede etappe.

3e en laatste etappe: Østerbø (820 m) - Vassbygdi (50 m.)

Het speciale van deze trektocht is dat je van hoog naar laag vrijwel alleen maar afdaalt. Hierdoor verandert het landschap voortdurend. Wij vonden alle drie de etappes even onvergelijkbaar als mooi. De meest besproken en populaire etappe is echter de laatste. Deze gaat door het Aurlandsdal. Dit dal wordt ook wel de ‘Grand Canyon van Noorwegen’ genoemd. Je kunt deze etappe ook als dagtocht maken (de Østerbø hut is over een autoweg bereikbaar), waardoor hij drukker belopen is dan de vorige twee etappes. Overigens: tijdens de eerste twee etappes waren we ook niet helemaal alleen. Verdeeld over vier groepjes waren er twaalf andere wandelaars, die we af en toe tegenkwamen onderweg en natuurlijk ’s avonds in de hutten. Met sommigen kregen wij gaandeweg een leuke band. Tijdens de laatste etappe was het aanmerkelijk drukker, zonder dat dit storend werd. Iedereen genoot gewoon zichtbaar van de tocht.

Image
Weer in het volle groen.
Weer terug in het volle groen. Foto: Sjiva Janssen.

Terug naar de laatste etappe. Wat deze zo gelauwerd maakt? In de eerste plaats het spectaculaire landschap: een nauwe kloof waar een woeste rivier doorheen dendert en tientallen watervallen langs de wanden kletteren. Daarnaast komt er een cultuuraspect bij. Langs de route liggen een aantal historische boerderijen. Deze werden bewoond tot het begin van de vorige eeuw. Nu zijn het gerestaureerde monumenten. Een soort openluchtmuseum. Vooral de Noren zelf - Noorwegen heeft niet zoveel historische gebouwen - vinden dit heel bijzonder.

Image
Historische boerderij in Aurlandsdal.
Historische  boerderij in Aurlandsdal.
Image
De Sinjarheim boerderij.
De Sinjarheim boerderij.

Omdat de vallei tijdens de laatste etappe het smalst is en de gedaante van een ware kloof aanneemt, is ook het pad soms het spannendst. Op sommige stukken is het zo steil, dat het uitgehakt moest worden in een loodrechte rotswand. Vroeger was dit een minimaal paadje, maar tegenwoordig, nu er zoveel mensen gebruik van maken, is het gelukkig wat verbreed, maar nog steeds af te raden voor mensen met hoogtevrees. Op het steilste gedeelte is er een splitsing en heb je de keuze: ofwel de route vervolgen onderlangs ofwel een hogere routevariant nemen via een nóg smaller pad langs een nóg diepere afgrond: de Björnstigen. Net als de meeste wandelaars vonden we het makkelijkere alternatief al spannend genoeg. Het mooie van de laatste etappe is ook dat je weer in het volle groen terechtkomt. De laatste loodjes van deze etappe wogen best zwaar, mede doordat we op het eind nog een stuk door een extra vermoeiend blokkenveld moesten lopen. Het landschap om je heen, de woeste rivier waarvan je de oever continue volgt, maakt heel veel goed en zorgt ervoor dat je bij de finish alle pijn weer heel snel bent vergeten.

Wandelduur: 6 uur looptijd zonder pauzes.
Zwaarte/moeilijkheidsgraad: redelijk pittig door combinatie lengte en terrein op het laatst (blokkenvelden). Niet voor mensen met hoogtevrees, omdat er een kleine passage bij zit (ongeveer 200 meter) waarbij je over in een steile rotswand uitgehakt pad moet lopen. Het pad is redelijk breed en op de lastigste stukken zijn ijzeren grepen en kabels voor extra houvast aangebracht. Voor mensen met weinig/geen hoogtevrees en een zekere tred is het wel te doen.
Overnachten: eindpunt van de route in Vassbygdi, een klein dorpje aan het begin van de kloof. Hier zijn geen accommodaties. De meeste wandelaars nemen hier de bus naar Aurland. Dit ligt aan het fjord. Hier zijn veel accommodaties, van camping tot appartement of hotel. Je kunt ook nog overstappen op de bus naar Flåm. Daar vind je eveneens veel accommodaties en hiervandaan vertrekt ook een trein naar Myrdal, waar je kunt overstappen op de Bergensbanen (de spoorlijn tussen Oslo en Bergen).

Image
Op het steilste pad, langs een metersdiepe afgrond.
Op één van de spannende stukken, tijdens de laatste etappe.
Image
Hier is het pad op zijn smalst en beveiligd met een kabel.
Hier is het pad op zijn smalst en beveiligd met een kabel. Foto: Sjiva Janssen.

Tips om je verblijf te verlengen

Vanuit Aurland en Flåm kun je veel meer mooie dagtochten maken. Je bevindt je hier in het hart van het Noorse fjordengebied. Het Aurlandsfjord is een zijarm van het Sognefjord, met 220 kilometer het langste en beroemdste fjord van Noorwegen. Dé plek ook voor een bootexcursie door het fjord.
Een andere tip is terug naar Finse te gaan. Van hieruit kun je nog veel meer tochten in de bergen maken of onder leiding van een gids de gletsjer op. Tussen Finse en Flåm ligt de beroemde fietstocht de Rallarvegen parallel aan het spoor. De mooiste fietsroute van Noorwegen, kunnen we gerust stellen, en dat wil wat zeggen!

Beste seizoen

Wij liepen deze tocht in de tweede week van juli. De huttenwaard van de Geiterygghytta (op 1.244 m) noemde dit nog 'volop lente'. De sneeuw was op deze hoogte flink aan het smelten, maar bedekte ook nog grote delen van de route. Omdat het terrein tijdens de eerste etappe (daarna hadden we weinig sneeuw meer onderweg) over het algemeen vrij vlak is, maakte dat het oversteken van sneeuwvelden goed te doen. We denken echter niet dat het verstandig is om deze tocht heel veel eerder te maken, althans niet voor de gemiddelde bergwandelaar. Check natuurlijk ook vooraf de openingstijden van de accommodaties en hutten onderweg. Sowieso geldt voor de berghutten van de DNT dat reserveren zeer aan te raden is.