De Haute-Bléone tussen Gap en Digne-les-Bains is een prachtig wandelgebied, maar wie op zoek is naar besneeuwde toppen moet zijn heil toch elders zoeken. Er is keus genoeg: Écrins, Vanoise, Mont Blancgebied etcetera. Een tussenstop in de Vanoise op weg naar Chamonix en de Mont Blanc is een aanrader. Mét of zonder kids.
Na vijf dagen Haute-Bléone, keken Marcia en ik elkaar aan: ‘Zeg, wordt het niet eens tijd voor hogere bergen?’, vroeg Marcia.
‘Ja’, zei ik. ‘De Vanoise ligt precies tussen de Haute-Bléone en Chamonix in. Hoeven we daarna niet meer zo ver te rijden.’
En zo kwam het dat we neerstreken op Camping Le Canada, de camping municipal van Champagny-le-Haut, een gehucht aan de rand van het Parc National de la Vanoise. Een prima camping met ruime plekken, veel schaduw en enkele eigenaardigheden. Zo ligt een van de dameswashokjes aan het pad naar de wc’s. Het hokje heeft een groot raam en dus ruime inkijk. De douches en de washokjes bezitten een lichtknop, maar wie ’s nachts zonder hoofdlamp iets langer op het toilet verblijft, moet zich in het stikdonker zien te redden. Verder niets te klagen, zeker niet over het leuke restaurant dat ook een mini-winkeltje heeft.
Bij een omelettte au fromage, salade verte en een flink glas rode huiswijn gaf de restauranteigenaar ons wandeltips. ‘De wandeling naar Refuge de Plaisance, langs de waterval is heel mooi. Als je nog iets doorloopt richting Le Plan Séry zie je waarschijnlijk steenbokken. En inderdaad, Refuge de Plaisance was hartstikke leuk. Een jong stel zwaait er de scepter en de boel wordt in de gaten gehouden door een paar doortastende kippen (dus: hond aan de lijn!). Natuurlijk kwam de soep niet uit blik en van de kleine frambozen- en bosbessentaartjes (met een glaasje bosbessen- of frambozenjus) liep het water ons in de mond. In de huttenkeuken wordt gewerkt met streekproducten en biologisch spul. Een aantal huttenwaarden heeft de koppen bij elkaar gestoken en een leuke wandeling uitgezet van hut naar hut, die je heel relaxt met kinderen in 4 dagen kunt doen. Bikkels kunnen hem in 2 dagen afraggen en trailrunners doen er 1 dag over als ze over goede benen beschikken. Kijk maar op www.vanoiserando.fr, daar staat alles op over ‘Les Refuges du Tour de la Vallaisonnay’.
Tip nummer 2 (bij een lekkere kaasfondue en droge witte wijn) was de heerlijke tocht door bloemenweiden naar Lécheron, een alm waar een kaasboerin van minstens 70 jaar oud 5 tarine-koeien, 5 abondance-koeien en 16 geiten houdt. Beaufortkaas mag alleen gemaakt worden van de melk van twee koeienrassen: tarine en abondance. De tarine-koeien zijn lichtbruin en hebben fluwelen wimpers, de abondance-koeien zijn donkerbruin met een witte kop. Met een kilo kaas (€ 9,40, spotgoedkoop!) in de rugzak streken we 600 meter hoger neer in een heerlijke alpenwei. Brood erbij en smullen maar. Geen twijfel mogelijk, de oude boerin heeft het kaasmaken helemaal in de vingers.
We hadden de ongelofelijke bloemenpracht die de bergweides van half juni tot half juli tooit aandachtig bewonderd en gefotografeerd tijdens de eerste twee tochten. Nu werd het tijd voor iets moeilijkers. Een smal pad dat steeds steiler werd bracht ons voorbij een klaterende waterval. Daarna volgde een beboste helling waar de aanwezigheid van steenbokken duidelijk te ruiken was, maar de beesten zelf waren niet te zien. Wel kruiste een vos ons pad en er tjilpten een paar vrolijke vogels boven ons hoofd. Via de Col de la Bauche de Mio, een hele mond vol voor een heerlijk colletje met moeilijkheidsgraad T2, daalden we weer af naar Camping Le Canada; we waren 6 uur onderweg geweest. En toen waren we toe aan een nieuwe uitdaging: een steak aux frites, een bière pression en de laatste tip: ‘Het wordt morgen heel warm. Ik kan jullie een kort rondje aanbevelen, maximaal 2 uur, vanaf de camping en helemaal door het bos. Komen jullie volgend jaar terug? Jullie hebben nog lang niet alle wandelingen gedaan.’