Het Pieterpad is misschien wel het bekendste Lange Afstands Wandelpad (LAW-9) van Nederland. Zoals de naam al aan geeft verbindt de route twee Pieters met elkaar: de Sint-Pietersberg in het zuiden en Pieterburen in het noorden. Met 490 km is het ook nog eens het langste wandelpad van Nederland. Het Pieterpad is waarschijnlijk ook de meest afwisselende LAW. Van noord naar zuid passeer je de grenzeloosheid van het vlakke Groningse Hogeland, de heuvels van de Hondsrug en de hoogvlakte van het Drents Plateau. Met het Vechtdal en De Graafschap wordt de route bijna lieflijk. In het midden kruist hij de Grote Rivieren om te eindigen in het zachte Limburgse Heuvelland. Op Pad liep twee trajecten in het midden van de route.
Dit artikel is geactualiseerd in juni 2020.
Soms moet je een beetje geluk hebben als je in Nederland gaat wandelen. Het is een winderige druilerige dag als Deborah en ik de eerste meters van ‘ons’ traject van het Pieterpad lopen. Het stuk dat we lopen staat garant voor Nederland Waterland: de rivieren Waal en Maas hebben het landschap in het hart van de Pieterpad route gevormd. Ons beginpunt is het fiets- en voetveer dat elke dag de oversteek maakt van Pannerden naar Millingen en natuurlijk de andere kant op.
Voor de grap beginnen we niet aan de zuidelijke kant van de Rijn, maar aan de noordelijke net iets ten oosten van Tolkamer want een veer om mee te beginnen willen we niet missen. Dat veer is wel iets om bedacht op te zijn: buiten het seizoen is geduld een schone zaak: het veer vaart in het seizoen om het kwartier, nu zit er een half uur tussen de afvaarten. Deborah en ik staan duidelijk aan de verkeerde kant; hier is geen beschutting voor de straffe wind. Aan de overkant lonkt een uit de kluiten gegroeid cafetaria. Schuin achter ons rookt de zware bakstenen schoorsteen van de Wienerberger Steenfabriek; de pluimen bijna horizontaal.
Nadat het veer ons opgepikt heeft, steken we schuin de Rijn over – 1 km stroomafwaarts gaat de Rijn over in de Waal - en stappen we in de Ooijpolder aan land. We negeren de horeca en besluiten meteen een omweggetje te maken: de weg door het centrum van Millingen lijkt ons niet interessant. We lopen over de Waaldijk naar het zuidoosten en passeren na een kleine tien minuten de Nederlands-Duitse grens. We steken een weiland door, langs een wiel en komen terecht in het Duitstalige Bimmen. Het kleine kerkje aan de Heerstrasse en de oude boerderijen bieden een wat sombere aanblik; alle aanleiding om stevig door te stappen. Eenmaal het dorp uit pikken we het Pieterpad weer op. We lopen letterlijk over de grens; de rechtervoet in Nederland, de linker bij de Oosterburen.
De asfaltweg gaat na een paar kilometer over in een karrespoor. Links en rechts van ons omgeploegde akkers met water in de voren waarin de typerende zware Hollandse wolkenlucht wordt weerspiegeld. Een paar grote tractoren rijden af en aan om mest over het land uit te rijden; het pad besmeurend met de lekkende strontresten die uit een niet helemaal afgesloten afsluiter druipen. Voor een boerderij hangt een waslijn waarvan ik het nut niet begrijp; zo pal aan een stoffig pad.
Met de wind in de nek stappen we voort, passeren het Zeelandsche Hof – een enorme boerderij met camping en trekkershutten – en eten rond het middaguur een boterham op een smal bruggetje over een klein afwateringskanaaltje. Tussen de laatste stompjes geoogste mais hipt een haas, zijn grote oren rechtop en waakzaam. We passeren de dorpjes Leuth – zou het er echt zo gezellig zijn – en het Duitse Zyfflich waarvan Deborah en ik – zonder dat we iemand willen beledigen – hetzelfde denken: een naam die doet denken aan een nare ziekte.
Even later valt Deborah’s oog op paar beelden aan de kant van de weg. En dat paar groeit snel uit tot een echte beeldentuin. We kijken verwonderd rond naar de prachtige Afrikaans aandoende bavianen, leeuwen en mensen. Vanuit de tuin met echte duinen klinkt al snel de warme stem van de kunstenaar achter het geheel: John Sampers. We komen op een goed moment: hij juist bezig een soort tent op te zetten die onderdak moet bieden aan een podium. We helpen hem en krijgen als beloning een cola, een watertje en pennywafels! Sampers maakt beelden die gebaseerd zijn Zimbabwaanse kunst en zijn tuin – Nieuw Begin genaamd – moet een Oeral-achtige plek zijn voor gelijkgestemden.
Druk pratend over hoe je van een ruwe steen zulke mooie gepolijste beelden maakt, verlaten we de vlakke polder en staan we eigenlijk plotseling voor de Duivelsberg. Deze 76 meter hoge ‘berg’ maakt deel uit van de Nijmeegse stuwwal en vraag er om beklommen te worden. Het pad voert over boomwortels als traptreden en al snel over een echte trap. Boven valt het allemaal wat tegen. Ooit moet dit een fantastisch uitzichtpunt geweest zijn, maar Deborah en ik zien vooral een dichte bomenrij voor ons. Deborah: ‘ze zouden ze eigenlijk moeten afzagen!’ Een paar zichtlijnen creëren, lijkt mij een wat minder rigoureus idee.
Daarna blijkt een groter contrast met de polder nauwelijks denkbaar. We lopen over kleine slingerpaadjes met aan weerszijde hoge bomen. De wind is weg. Af en toe biedt een gaatje in de bomenrij een mooi uitzicht op de glooiende heuvels richting het Duitse Reichswald. We passeren de Canadese Erebegraafplaats, lopen door de weilanden die ooit vol hebben gelegen met zweefvliegtuigen en parachutes en een half uur later sluit het koude metaal van de in ruste zijnde Sherman tank bij het Bevrijdingsmuseum de dag af.
De volgende morgen verlaten we Groesbeek verder op weg naar het Zuiden. Het gebied hier ken ik als mijn broekzak: het Groesbeekse bos met café het Zwaantje is een van mijn favoriete mountainbike stekkies. In het Groesbeekse bos werd overigens in 1822 de laatste wolf van Nederland dood geschoten. Geen wonder dat ze hun herintrede doen in het noordelijke deel van het Pieterpad.Het eerste stuk heeft veel weg van de vorige dag.: opnieuw mooie bossen met eerst wat saaie recht-toe-recht-aan paden. Altijd leuk blijft het zicht op Klein Amerika: een wijngaard waar de ranken als soldaatjes keurig in het gelid staan.
We verlaten even de bossen en lopen over een verhard zandpad door de weilanden. Dankzij het heldere weer is het uitzicht naar het Oosten fantastisch, maar van korte duur; een kilometer verder kronkelen we over de 66 meter hoge Sint-Jansberg. ‘Zeker het kleine verre broertje van de Sint-Pieter’, zegt Deborah plagerig.
Het pad ‘eindigt’ bij de Zwarte weg. Hier volgt de Pieterpadroute de verharde weg naar het Oosten – langs de zuidelijke rand van het Reichswald - tevens de grens tussen Nederland en Duitsland. Deborah en ik besluiten anders. Wij volgen de Zwarte weg naar het zuiden, passeren Milsbeek, kruisen het Maasduinen-Nierspad en steken met een klein wandel- en fietsbruggetje het stroompje de Niers over.
Net boven Gennep ligt in de Maaskemppolder een van de mooist verstopte ruïnes van Nederland: het Genneperhuis. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is het een echte fortificatie en is zijn ligging tussen de Niers en de Maas zeer strategisch. De laatste jaren is het fort mooi opgeknapt, maar het blijft een fantastische ruige plek om over de muren de struinen. Deborah en ik genieten in het lange gras van het uitzicht. Wat een dag geleden begon met een rivier, eindigt nu weer met een rivier. Maar dit keer is er geen pontje in zicht.
Wij liepen van Millingen aan de Rijn naar Gennep in twee dagen. De eerste dag is ongeveer 20 km, de tweede 15 km. Kom je van net boven de Rijn bedenk dan dat het veer een dienstregeling heeft. Voor actuele vaartijden kijk je op: www.kievitsveerdiensten.com. Millingen is vanaf Nijmegen per openbaar vervoer bereik met buslijn 80. Voor een overnachting in Groesbeek heb je veel keuze: van hotels tot campings. Kijk op www.visitnijmegen.com/berg-en-dal voor alle adressen. Met de tent overnachten bij een wijnboer? Het kan bij wijngaard Klein-Amerika. Kijk op www.klein-amerika.nl. Eenmaal aangekomen in Gennep pak je bus 83 naar Nijmegen of de 84 naar Boxmeer.
Voor meer informatie over het Pieterpad en/of het bestellen van de routegids (met deelkaarten waar de route op ingetekend is, routebeschrijvingen, achtergrondinformatie en informatie over openbaar vervoer en slaapadressen), ga naar de site van Wandelnet. Hier kun je ook checken of er routewijzigingen zijn en/of zelf een mankement aan de route melden. Het Pieterpad zelf is uitstekend beschreven in twee gidsen: LAW 9-1 en LAW 9-2. Kijk op www.nivon.nl of op www.pieterpad.nl. De door ons gelopen etappes van Millingen naar Gennep staan in gids Pieterpad LAW 9-2.
Het klinkt wat dramatisch, is het niet. Nieuw Begin is de Beeldentuin van John en Colette Sampers. In een duinenlandschap staan daar heel veel Afrikaans aandoende beelden. Ook worden op gezette tijden uitvoeringen gegeven. Kijk voor de agenda op www.nieuwbegin.de.
Vanaf een afstand zie je het bijna niet, maar tussen al het gras, de struiken en bomen ligt wel degelijk een oud fort: het Genneperhuis. Dankzij de strategische plek tussen Niers en Maas was het waarschijnlijk al in de Romeinse tijd een belangrijk punt. De naam Genneperhuis is te danken aan de heren van Gennep die het kasteel al rond het jaar 1000 bewoonden. De ruïne ligt niet aan het Pieterpad zelf, maar is het omlopen zeker waard.