LAW's, de Lange Afstand Wandelpaden, verbinden kriskras door Nederland onze mooiste stukjes natuur. Nederland telt drieëntwintig van die paden. Ze voeren door bos, hei, rivierlandschappen, duinen, polders, maar ook door historische steden. Op Pad selecteerde de acht mooiste LAW's en liep per pad een tweedaags traject. Op deze pagina lees je meer over het het Noaberpad dat van Bad Nieuweschans naar Kleve (D) loopt, 415 km in totaal. Op Pad wandelde van Zeddam naar Kleve (D).
Dit artikel is geactualiseerd in juni 2020.
Land: Nederland, Duitsland
De tocht: Tweedaags traject over het Noaberpad, van Zeddam naar Elten, 12,5 km; van Elten naar Kleve, 20 km.
Gebied: Gelderland (Montferland en uiterwaarden Rijn), Duitsland
Markering: Standaard roodwit markering van de langeafstandwandelpaden, stickers en verfstrepen. Plus wandelgids Noaberpad.
Zwaarte/moeilijkheidsgraad: Eenvoudig wandelen, over onverharde en verharde paden.
Verhard/onverhard: Dag 1: 5/95; dag 2: 40/60
Naar het startpunt toe: Utrecht - Zeddam, ca 1,5 uur reistijd met trein en bus.
Overnachten: Bed & breakfasts, hotel
Beste periode: Mei t/m september.
Wandelen op de grens van Nederland en Duitsland. Dat is om de paar kilometer leentjebuur spelen. Wat nou grens? ‘We spreken elkaars taal, eten dezelfde broodjes en houden beiden van een goed glas bier.’ Zigzaggend over oude smokkelpaden in het Bergherbos en door kietelend gras in de uiterwaarden bij Emmerich.
Een zaterdag in Zeddam. Het zou een aardige titel zijn voor een streekroman. Ware het niet dat de plaats van handeling nog op één oor ligt. Geen hond op straat. Ja, wij. Twee wandelaars die een rondje om de Torenmolen doen, een van de oudste molens van Nederland.
Achter de molen begint het Montferland, een beboste heuvelrug ontstaan in de laatste IJstijd – een dikke 150.000 jaar geleden – en pak hem beet 100 meter hoog. Hier pikken wij het Noaberpad op. Noaber is Achterhoeks voor ‘buur’. Die buur is Duitsland als je aan deze kant van de grens loopt, en Nederland als je de grens over bent.
Loom klimt het zandpad, alsof het uitslaapt. Wij kuieren mee omhoog, dwars door het Bergherbos. Het bos van beukennootjes & buitensporters. De laatste ‘b’ in de hoedanigheid van hijgende joggers en bellende mountainbikers. Na drie kwartier stappen, doemt ’s-Heerenberg op. Topattractie van de oude plaats is Kasteel Huis Bergh. Dat het nogal eens verwoest is in de loop der tijd – in 1064 stond hier al een slot – is niet te zien. Het is een plaatje, een kasteel zoals kinderen het tekenen, met slotgracht, stoere toren, rood-witte luiken en een ophaalbrug.
‘Plok – plok, plok – plok, plok, plok.’ Regen.
‘Nee, koffieweer’, zegt Annie, serveerster bij Kasteel Café Heeren Dubbel, als ze ons twee cappuccino voorzet. Het café is gehuisvest in het oude koetshuis. Naast de toog zie ik banieren en een echt harnas. ‘We houden hier regelmatig middeleeuwse drinkglagen’, vertelt Annie.
‘Doe ons nog maar twee cappuccino.’
Als de bomen nog nadruppen, stappen wij op – langs de wijngaard van Huis Bergh, waar een bord ‘Hier groeit iets moois voor onder de kurk’ ons aan zo’n woest kasteelfeest doet denken. Komaan, de pas erin. Aan het eerste asfalt (na het dorp Stokkum) is niet te ontkomen, als vals plat snijdt het door het bos. Terwijl wielrenners ons moeiteloos voorbijrijden, houden wij pauze op een bank die uitzicht biedt op Autobahn A3 en een beboste heuvelrand. Die heuvelrand is Duitsland. Daar volgen we even later een dubbelpad: Noaberpad en Pieterpad trekken hier een paar kilometer samen op. Het is op en top herfst. De varens verkleuren en daartussen, op de bosbodem, ontdekken we pareltjes van paddenstoelen. Mijn loopmaatje herkent de gele aardappelbovist, gewone zwavelkop, het elfenbankje en de vliegenzwam (de rood-met-witte-stippen-paddestoel). Als de zon ook een duit in het zakje doet, gaat het jack uit en ritsen we de broekspijpen los. Het bos is van ons. Net als we denken de enige zaterdagstappers te zijn, zie ik vijf dames in dagmarstempo op ons afkomen.
Waar wij vandaag finishen? ‘In Elten, is het plan.’
‘En jullie?’
‘We zien wel. Tolkamer misschien.’
En weg zijn de Vijf. Soms zijn wandelaars gefocust op kilometers maken.
Op het terras van Pannekoekhuys Hoch Elten zien we de Vijf terug, achter eine grosse Tasse Kaffee – die je hier ook in het Nederlands kunt bestellen. Het is dan wel een uur later en de tongen zijn losser. Een van de Vijf: ‘Wij lopen het Pieterpad als meerjarenplan. Vandaag gaan we van Braamt naar Millingen aan de Rijn. En vanavond weer op huis aan.’
De rest van de middag is het afdalen en uitlopen naar Elten. Maar niet nadat we eerst een heiig uitzicht op de Rijn, vanaf de 82 meter hoge Eltenberg, hebben meegepakt. En daarna ons alles hebben laten vertellen over de Drususbron, boven op de berg. ‘Wist u dat deze bron 57 meter diep is’, zegt Rita Aalbers van het VVV, die maar wat blij is dat ze een paar bezoekers heeft. ‘Je moet driehonderd keer aan het wiel moet draaien om één vat van vijftig liter omhoog te halen, en het water werd alleen gebruikt om te koken.’ ‘En Drusus?’, vraag ik nog.
Ria: ‘Wel, eeuwenlang werd aangenomen dat hier Romeinen hebben geleefd. Dat bleek onwaar. Maar de naam Drusus bleef.’
Klapboem. Een donderslag kondigt onheil aan. Rap lopen we Elten binnen.
Na een smaakvol ontbijt in Elten stappen we dag twee tegemoet. Het dorp uit, de Betuwe-spoorlijn over en de weilanden in. Hollandse wolken vergezellen ons door de Rijn-uiterwaarden. Koeien in het gras, een ooievaar op de uitkijk. Het is alsof de natuur wil zeggen: ‘Let op: u bent weer in Nederland.’
Het wordt een super zondag. De zon wint terrein. Rijnaken varen stroom op- en afwaarts over de rivier, die alle ruimte krijgt. Door het aan onze enkels kietelende gras zijn we ongemerkt Duitsland weer binnengelopen. Der Rhein verdwijnt achter een slaperdijk. Bij Hütenhofen maken we een ‘saampie’ met de zelfontspanner van de camera. En dan staan we aan de voet van de Roze brug van Emmerich (‘Zo noemen wij de enige brug over de Rijn in de wijde omtrek’, zo weten we van de uitbater van café De Smid in Spijk). Dat ‘ie roze is, zien we pas aan de overkant van de achthonderd meter lange hangbrug met tuien (Duitslands langste). Emmerich zelf, zwaar gebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog, laten we links liggen. Op de zuidoever gaan we meteen rechtsaf. Over een fietspad langs Bundestrasse 220, een lokale racebaan. Zo bereiken we tegen half vier Griethausen, dorp aan de Altrhein, een dode tak van de Rijn. Griethausen dommelt achter de oude spoorbrug. Stille straatjes rond een leeg en zondoorstoofd kerkplein.
We hebben inmiddels 15 kilometer in de benen. Waar kunnen iets eten?, is de knagende vraag. ‘Am Ortseingang’, krijg ik als antwoord van een man die zijn schuur staat te schilderen. Vijfhonderd meter verderop stranden we – met opkomende blaar op de linkervoet van mijn wandelmaatje – bij de sportkantine van de lokale voetbalclub. De Barvrouw heeft Fanta, Coca-Cola en halve liter flessen bier in de aanbieding. Niets te knabbelen erbij. Gejuich buiten. SV Greithausen scoort.
‘Zwei Fanta, Bitte?’ Je moet toch iets.
Daarop lopen we de laatste vier dagkilometers naar Kleve, ons eindpunt en dat van het Noaberpad. Het gaat immer gerade aus over een oud spoortracé, langs maïsvelden, een nieuwbouwwijk door en ten slotte langs het Spoykanal de stad Kleve in. De plaats, gebouwd op een stuwwal of klif (vandaar de naam Kleve) heeft oud panden en wordt bekroond door de Schwanenburg en zijn fraaie tuinen. Diederiken, Willems en Jannen bestierden als stadhouder, van hieruit ooit het ommeland. Interessant, maar wij gaan er niet naartoe. De burcht is al gesloten.
Het Turmcafé, in het voormalige middeleeuwse stadhuis, niet. De wandelschoenen gaan uit en we bestellen zalm in roomsaus met gepofte aardappel en witbier.
‘Schmackhaft, eet smakelijk’, wenst de ober ons tweetalig. Zo is het maar net.
Na WOII wilde Nederland zo veel mogelijk Duits grondgebied als veilige buffer. Liefst tot aan Hamburg. Het werd een kleiner gebied van 9 km². Zo werd Elten door Nederland ingelijfd en waren de inwoners in een klap Niederländer. Dat duurde van 1949 tot 1963.
Een dorpsbewoner vertelde ons: ‘De verstandhouding tussen Duitsers en Nederlanders is hier altijd goed geweest. We spreken elkaars taal, eten dezelfde broodjes en houden beiden van een goed glas bier. De grens vervaagt. Zegt de Eltener Butternacht jullie iets? Je moet weten dat koffie en boter in de jaren ’50 en ’60 veel geld opleverde in Duitsland. Het werd via bospaadjes de grens over gesmokkeld. Op 31 juli 1963 – de nacht voor de teruggave van Elten – stalden handige jongens honderden vrachtwagens vol met koffie en boter in Elten. De volgende morgen stonden die auto’s dus in het Duitse Elten. Over de opbrengst van deze actie gaan grote bedragen de ronde. Er zou zestig miljoen mee verdiend zijn.’
Het Noaberpad tussen Zeddam en Kleve komt eerst door het Montferland met bos, hellingbos, stuwwallen en glooiende weides, en voert vervolgens via de Rijn-uiterwaarden met graslanden en akkerland Duitsland in.
Je legt de route fluitend af, als het ergens zwaar is, dan is dat het asfalt in Duitsland. Geen technische moeilijkheden.
De route is bewegwijzerd in 2 richtingen met de bekende standaard witrood streepjes van de langeafstandwandelpaden (verfstreepjes en stickers op bomen, hekken en palen) af en toe aangevuld met de naam ‘Noaberpad’. Let op wanneer je optrekt met het Pieterpad: vergeet niet op tijd af te slaan en het Noaberpad te volgen. De club die de paden ontwikkelt, markeert en onderhoudt is Nivon Natuurvrienden. Wijzigingen worden bijgehouden op hun site, check die ook voordat je gaat wandelen, zodat je niet voor onverwachte wijzigingen en onduidelijkheden komt te staan. GPS-gebruikers kunnen hier ook de track downloaden en/of de routekaart uitprinten. Zelf kun je op meldpuntwandelen aangeven of en waar er iets aan de markering schort.
Het is sowieso handig het gidsje Noaberpad te kopen. Je hebt alle etappes op detailkaarten, routebeschrijvingen en -tips.
Alle 14 LAW’s hebben een uitgebreide zeer praktische wandelgids met alle ins en outs: de hoofdroute opgesplitst in dagtrajecten, beschreven in beide richtingen, per traject een gedetailleerd routekaartje, met daarop ingetekend bushaltes, overnachtingsplekken, bezienswaardigheden en meer. Daarnaast veel achtergrondinformatie (die over het Trekvogelpad en de vogel(trek) is erg lezenswaardig), full colour foto’s en handleiding bij het gebruik van de gids. Met name vanwege de routekaartjes onmisbaar bij het lopen van de route. Neem altijd een overzichtskaart mee, niet om op te navigeren, maar om het geheel van de route te overzien.
Zeddam:
Elten:
Per trein naar Doetinchem en dan per bus naar startplaats Zeddam. Op dag 2 vertrek je vanuit Elten. In Kleve kun je de trein nemen naar Nijmegen een daar overstappen naar Arnhem. Zie www.9292.nl.