Het Ötztal maakt indruk met z'n grandioze panorama's en 250 bergtoppen boven de 3.000 meter. Maar er is meer. Het dal heeft ook dromerige bergdorpen, schilderachtige meren en een grandioos netwerk aan wandelwegen. Op Pad selecteert er tien, van eenvoudig tot 'alleen geschikt voor vergevorderden'. Waaronder de Ötztal Trek, een meerdaagse over graten en toppen van tweeëntwintig dagen.
Het Ötztal is een zijdal van de Inn, het grootste in de Oostalpen, en heeft een lengte van 65 km. Het heeft een veelzijdig landschap; van uitgebreide boomgaarden en graanvelden, tot uitgestrekte gletsjers in de hoogste regio's. Ondanks dat de naam anders doet vermoeden, ligt het Ötztal niet volledig in de Ötztaler Alpen maar op de grens tussen de Stubaier en de Ötztaler Alpen. De gletsjers hebben het Ötztal in de laatste ijstijden tot een smal dal uitgeslepen. Daaropvolgende aardverschuivingen hebben het in verschillende terrassen opgedeeld, die van elkaar door smalle kloven zijn gescheiden. Het lange en smalle dalstuk tussen Längenfeld en Sölden scheidt het sneeuwarme wandelgebied vóór in het dal, van het wintersportgebied achterin het dal. De Tschirgant, een grote berg aan het begin van het Ötztal, beschermt tegen de koude winden uit het noorden, terwijl de wind uit het zuiden zich bij het afglijden aan de bergflanken opwarmt. Hierdoor heeft het Ötztal een mild klimaat. Er groeien zelfs wijndruiven en tamme kastanjes.
Het Ötztal is één van de droogste gebieden in de Alpen, met een gemiddelde neerslag van 692 mm per jaar. Door de vijf verschillende plateaus zijn er in het Ötztal talrijke wandelmogelijkheden. Van eenvoudige dalwandelingen tot meerdaagse huttentochten over gletsjers. Wie van wandelingen door bossen, over almweides en af en toe een uitstapje naar een hoge top houdt, vindt de meeste mogelijkheden voor in het dal in de plaatsen Sautens, Oetz, Umhausen en Längenfeld. Ervaren wandelaars die graag hogerop willen en de ruigte van het gebergte zoeken kiezen eerder voor de wandelingen achterin in het dal. Overal in het Ötztal vindt men wandelwegen die gemarkeerd zijn als Wasserläufer. Dit zijn wandelwegen met het thema water, hét element van het Ötztal. Deze wandelingen gaan langs gletsjers, watervallen of langs één van de vele bergmeren.
Als het dal al niet beroemd was door zijn grandioze panorama’s en drieduizenders, dan was het Ötztal het wel geworden door de vondst van een ijsmummie in 1991. Ötzi, de oudste Europese mummie. Na koolstof 14-datering bleek dat hij rond 3.300 v.Chr. geleefd moest hebben en dus eeuwen ouder te zijn dan de piramide van Cheops. Bij nader onderzoek bleek dat hij net over de grens met Italië was gevonden – wat tot een controverse met de Italianen leidde. Uiteindelijk belandde de mummie in Italië. In het Ötztal wordt de herinnering levend gehouden in het Ötzi-Dorf Umhausen.
Aan het begin van het dal liggen de plaatsjes Sautens en Oetz op 820 m. hoogte. Ze liggen aan de voet van de 3.008 meter hoge Acherkogel en vormen de poort naar het Ötztal. Door de beschutte ligging en het milde klimaat groeien hier veel fruitbomen. Wandelingen rondom Sautens zijn voor de hele familie geschikt. Via de lift in Oetz komt men snel boven de 2.000 meter in het wandelgebied Hochoetz. De meeste wandelingen hier zijn voor iedereen goed te doen. Verderop in het dal, na een smal stuk, ligt op een etage hoger de gemeente Umhausen op 1.039 m. Samen met het zonnige plateau van Niederthai (1.500 m.) vormt het dorp het hart van het Ötztal. Het gebergte wordt hier al een stuk ruiger en zijn wandelingen boven de 3.000 meter en over gletsjers mogelijk. Op de volgende etage ligt de gemeente Längenfeld met meerdere kleine dorpjes, buurtschappen en gehuchten in een weids bekken. Behalve wandelingen, klimmogelijkheden en cultuur biedt Längenfeld ook ontspanning met de eerste thermen in Tirol. Op de vierde etage van het Ötztal ligt Sölden, het belangrijkste toerismegebied van het dal, dat vooral ´s winters veel toeristen trekt. Na Sölden splitst het dal in tweeën: direct naar het zuiden richting het Timmelsjoch liggen de (wintersport-)plaatsen Obergurgl en Hochgurgl. Naar het zuidwesten leidt een smal dal naar het kleine dorpje Vent op 1.900 m. Dit klassieke bergdorp ligt aan de voet van de Wildspitze en is tevens startpunt voor tochten naar Weisskugel, Similaun en vele andere 3.000-ers.
Wil je graag wandelen in Oostenrijk maar kun je wel wat hulp gebruiken bij het organiseren ervan? Bekijk dan het aanbod wandelvakanties in Oostenrijk van SNP Natuurreizen.
Met de trein komt men tot aan Ötztal-Bahnhof net voor de ingang van het dal. Alle plaatsen zijn goed per bus te bereiken. Het dichtstbijzijnde vliegveld is Innsbruck.
Gebruikte kaarten:
Gebruikte gids: Kompass-Wanderführer Ötztal - Pitztal WF 5608