Ten noorden van het vestingstadje Briançon liggen drie uitnodigende gebieden naast elkaar: de Vallée Étroite (die in het oosten aan Italië grenst), de Vallée de la Clarée, en het Massif des Cerces.
De Cerces vormt met zijn dolomietachtige kalkwanden de klimaatgrens tussen de Zuid- en de Noord-Alpen. De hoogste berg is de Grand Galibier (3.228 m). De Vallée de la Clarée is tamelijk onbekend bij de Nederlanders, maar zeer geliefd bij de Fransen. De vallei begint als een breed, vlak dal met weilanden waar de Clarée doorheen meandert. Op het eerste gezicht lijken de beboste berghellingen aan het einde van het dal abrupt over te gaan in kale bergflanken, maar er zijn wel degelijk alpenweiden tussen bos en berg, die bevolkt worden door schaapskuddes en koeien. Het contrast tussen de lieflijke Vallée de la Clarée en het maanlandschap van de Cerces is frappant.
De Vallée Étroite is een verhaal apart. Dit dal ligt op Frans grondgebied, maar de enige toegangsweg ligt in Italië en daarom wordt de vuilnis er door de Italiaanse vuilophaaldienst opgehaald en zijn er geen Franse maar Italiaanse berghutten. Te voet kun je het gebied via de Col de la Vallée Étroite bereiken, die in de GR 57, de Tour du Mont Thabor, zit.
Voor de Vallée de la Clarée is Névache de beste standplaats, bijvoorbeeld Camping Municipal Névache. Voor de meeste routes in de Cerces kun je ook het beste Névache als uitgangspunt kiezen, maar sommige wandelingen starten in de Vallée de la Guisane en daarvoor is Le Monêtier-les-Bains een betere standplaats. De wandelmogelijkheden in de Vallée Étroite zijn te gering om dat dal als standplaats te kiezen, maar het is wel leuk om er een keer vanuit de Vallée de la Clarée via de Col des Échelles een kijkje te nemen.
Half juni tot en met half oktober. Uiteraard bestaat de kans dat er al vroeg in oktober te veel sneeuw valt om te kunnen wandelen, maar dan kun je hier heerlijk sneeuwschoenwandelen. De paden naar de hutten in de Vallée de la Clarée zijn niet lawinegevaarlijk.
De grote landschappelijke contrasten die dit gebied kenmerken zijn een hele goede reden om hier naartoe te gaan, maar ook het levendige dorp Névache, de leuke berghutten en de chocolat au génépy die alleen te koop is bij Chocolaterie Neva Montagn’art in Plampinet en nergens anders. Bovendien is er keus genoeg voor zowel liefhebbers van zeer steile puinhellingen als voor wandelaars die graag op een goed pad lopen.
Wil je graag wandelen in de Franse Alpen, maar kun je wel wat hulp gebruiken bij het organiseren ervan? Bekijk dan het aanbod van SNP Natuurreizen.
In deze regio zijn veel forten gebouwd ter verdediging tegen de Italianen, dus kan een wandeling naar het Fort de l’Olive en het Fort de Lenlon niet ontbreken. Aan de Pic du Lac Blanc heb ik veel plezier beleefd, dus die hoort er zeker bij. Van de Tour des Arêtes de la Bruyère staan de nieuwsgierige steenbokken en het Grand Lac me nog helder voor de geest. Puinsurfers kunnen hun vaardigheden testen op de Pointe des Béraudes. Vanaf de top van de Aiguille Rouge kijk je in de Vallée Étroite, dus die hoort er ook bij.