Milou en Petra doen een tweedaagse huttentocht naar de Coburger Hütte. Volgens diverse websites behoort deze aan het meer ‘de Drachensee’ gelegen hut tot de mooiste berghutten van Oostenrijk. Na een pittige wandeldag beamen beide dames het: wat een waanzinnige plek!
Het artikel hieronder is deels gebaseerd op de zesdaagse reis 'Huttentocht Miemingerkette - In de hoogtes van de Miemingerkette' van SNP Natuurreizen. Wil je deze reis zelf maken, of ben je benieuwd naar alle ins en outs? Klik dan hier voor meer informatie op de website van SNP.
‘Dankzij deze schnaps gaan jullie morgen ‘doppelt zo schnell!’ De ober zet met een grijns twee kleine glaasjes op tafel. Voor Milou met een plastic prikkertje met een vis, voor mij een gems. Beiden hebben we een doorzichtig goedje met een framboos. ‘Poeh, alleen van de framboos ben ik al bijna dronken!’ proest Milou. Maar we nippen de ‘medicinaler schnaps’, aldus dezelfde ober, helemaal leeg. Morgenochtend gaan we voor het echte werk. Na een paar dagtochten vertrekken we voor een tweedaagse huttentocht naar de Coburger Hütte. Dag één lopen we ernaartoe, dag twee weer terug naar de bewoonde wereld.
‘Zoeken jullie nog mensen?’ is een veelgehoorde vraag die we deze dagen krijgen. Milou en ik lopen een week lang enkele routes voor, voor reisorganisatie SNP. Dit houdt in dat we routes die in Nederland uitgezocht zijn, checken (zijn ze echt zo mooi?) en beschrijven voor de routebeschrijvingen die reizigers krijgen. Deze check is kenmerkend voor SNP, ze doen het voor alle reizen die ze aanbieden. Wij liepen de eerste dagen twee dagwandelingen in Gerlos, deel twee van onze reis bestaat uit een tweedaagse huttentocht naar de Coburger Hütte, onderdeel van deze reis. Misschien overbodig om te schrijven, maar beide reizen zijn echt heel tof!
Terug naar hotel Bergland, waar we onze rugzakken toch nog maar een keer checken. ‘Water?’ ‘Check!’.
‘Wandelstokken?’ ‘Check’.
‘Vest en regenjas?’ ‘Check’
‘Lakenzak en handdoek?’ ‘Check’
‘Chocola, koeken en nootjes?’ ‘Zeker check!’
Het is voor Milou de eerste keer dat ze in een berghut gaat overnachten. Ze zag al een groot deel van de wereld, vaak te voet, maar overnachten op een slaapzaal, de geur van de kamer waar je je bergschoenen stalt en de smaak van een maaltijd die eigenlijk altijd wel goed is, na een dag lang wandelen, dat kent ze nog niet.
We maken het onszelf makkelijk. Van hotel Bergland naar Gasthaus Arzkasten nemen we de Activbus. Het kost nog even wat moeite om de bushalte te vinden. De eigenaar van het hotel komt tot twee keer toe naar buiten gerend om ons de weg te wijzen. Hij kijkt ietwat vertwijfeld of dit goed gaat komen in de bergen, Milou en ik kunnen er hard om lachen. ‘Berg heil!’ roept hij als we eindelijk echt vertrekken. Vanuit het busje zien we dat we weinig missen aan de eerste kilometers. Bij het gasthaus stappen we uit. Klaar om de eerste kilometers over een breed gravelpad te wandelen. Bij een splitsing twijfelen we, een van de bekende gele wegwijzers laat zien dat beide opties kunnen. We kiezen op gevoel voor het linkerpad. Een goede keuze blijkt later. Al snel wordt het pad smaller en lopen we naast een snelstromend beekje. ‘We zijn geluksvogels!’ zeg ik tijdens het lopen. ‘Wat is het hier mooi.’ Toch blijkt het geluk niet helemaal aan onze kant te staan. Bij het Lehnberghaus hoopten we te stoppen voor kaiserschmarn, maar het bordje ‘Dienstag ruhetag’ hangt op de gesloten deur. Dan maar koekjes en appelsap uit onze rugzakken. Zijn die ook gelijk weer wat lichter.
Bij het Lehnberghaus (1550 m) zien we de pas met de prachtige naam ‘Grünsteinscharte’ (2270 m) al liggen. Het eerste stuk slingeren we tussen felgroene dennenboompjes door. Het laatste stuk is wat steiler, boomloos en voorzien van hier en daar een plukje sneeuw. De winter was laat dit jaar, normaal zou het al weg zijn. Enkele wandelaars zijn ons al voorgegaan. We zien de miniatuurpoppetjes omhoog zwoegen. ‘Wat gaan ze langzaam, staan ze zo vaak stil ofzo?’, vraagt Milou zich af. Ik vertel maar niet dat de grijze steentjes in de verte het teken zijn van een zogenaamde puinhelling. Dat loopt zwaar en je gaat langzaam weet ik uit ervaring. De grijze bergen naast de pas steken stug de lucht in. Wij zetten zwijgend én licht-hijgend stap voor stap. De blik niet helemaal op oneindig, maar vooral op het punt gericht waar we de bergketen Miemingerkette over mogen steken.
Al slalommend komen we boven. Daar ploffen we neer om te genieten van het uitzicht. Op dit punt kun je aan beide kanten van de bergketen het dal inkijken. Heel even zakt de moed in onze wandelschoenen als we een steile afdaling met best wat sneeuwvelden zien. Herinneringsplaatsjes van overleden alpinisten, niet per se hier, maar wel uit deze regio, leg ik uit, maken het niet heel veel beter. De wind trekt aan dus we maken snel een plan. Ik klauter de eerste tien, vijftien meter naar benden. Als ik omkijk zie ik een lachende Milou; ‘ja sorry hoor. Maar dit doe ik dus echt even op de billen!’. Als we het steilste stuk hebben gehad zijn er twee opties: de officiële route volgen waarbij we sneeuwvelden moeten oversteken die er door de late winter nog liggen (red.: normaal zijn die hier al grotendeels weg als het huttenseizoen begint) en op hoogte blijven, of een flink stuk afdalen en weer stijgen om op het pad naar de hut te komen. We kiezen voor het laatste.
Als we weer omhoog geklauterd zijn, zien we de Coburger Hütte liggen. Normaal is het al een fijn moment als je de berghut waar je gaat overnachten ziet, maar in dit geval zijn we echt even ademloos. De hut ligt aan de zee-blauwe Drachensee, waar diverse watervallen uit de omliggende bergen in stromen. Er omheen liggen grijze bergpieken met wat groene vlaktes. We maken heel wat foto’s voor het thuisfront voor we echt starten met de laatste meters. Op naar het terras! Eenmaal aangekomen wacht ons een warm welkom. De wandelschoenen gaan uit, slippers aan. Tijd om te proosten op een fantastische dag. Want juist doordat het onderweg soms best pittig was, zijn we nu des te trotser dat we hier maar mooi zitten.
Bij het avondeten schuiven we aan bij een bont gezelschap van mede-wandelaars. Twee vrienden die elkaar vorig jaar hebben leren kennen op een andere huttentocht, de een komt uit Ierland en de ander uit Oostenrijk. En Jonathan die in z’n eentje de bergen doorkruist. Sterke verhalen wisselen elkaar in snel tempo af, maar ons verhaal dat we een stukje op onze billen naar beneden geklauterd zijn zorgt voor de hardste lach. We leren ook nieuwe bergwijsheden. Zo worden we ‘verplicht’ om ons bord met knödelschijven leeg te eten, als je je bord niet leeg eet, wordt het de volgende dag slecht weer!
Wie z’n bord niet leeggegeten heeft zal altijd een raadsel blijven, maar bij het vertrek de volgende ochtend, trekt iedereen z’n regenpak aan. We nemen afscheid van onze nieuwe wandelvrienden. Zij gaan de kant op waar wij al geweest zijn. En wij gaan juist in de richting waar zij vandaan komen. We leggen nog één keer de kaarten naast elkaar. De mogelijkheden voor routes zijn hier bijna eindeloos. Zo kun je vanuit de hut ook een topje meepakken, de Drachenkopf (2303 m.). Maar de omschrijving dat ‘de top zelf alleen voor alpien geoefenden zonder hoogtevrees bereikbaar is’, heeft ons doen besluiten dat we die maar even overslaan. Wij gaan de ‘easypeasy’ route naar beneden, aldus onze Ierse wandelvriend. Met grote bochten slingeren we langzaam naar benden, in plaats van de door hem belopen rechtdoor-dwars-door-de-bergen variant. We halen onze schouders op. Easypeasy klinkt prima voor ons! We vertrekken, op naar het dorpje Ehrwald waar we de bus nemen naar Obsteig, waar we gisteren vertrokken. Daar haalt de hoteleigenaar zichtbaar opgelucht adem, als hij ons lachend binnen ziet komen.
Wil je net als Petra en Milou een huttentocht maken rond het Miemingerplateau in de Oostenrijkse Alpen? Bekijk dan onderstaande reis van SNP Natuurreizen.
Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.
Petra Strijdhorst werkte heeeeel lang geleden al voor het magazine Op Pad. Daar testte, wandelde, fietste ze zoveel mogelijk, om daar dan weer mooie stukken over te schrijven. Tegenwoordig gaat ze nog steeds heel graag op avontuur. Soms alleen, soms met haar man en/of twee kinderen die ook veel van ‘the outdoors’ houden. Of zoals, haar zoon het noemt: ‘doe mij maar zo’n toffe zomersportvakantie!’