Bergbeklimmer en ‘Balkanoloog’ Ruud Peeten is een van onze agenten in Montenegro. Voor SNP stelde hij de nieuwe kampeerreis ‘Avontuurlijk Montenegro’ samen, een dertiendaagse rondreis speciaal voor gezinnen met kinderen. Vijf vragen aan Ruud Peeten over Montenegro en over de kampeerreis- plus: drie tips voor als je binnenkort naar Montenegro gaat.
Montenegro valt eigenlijk in twee delen uiteen: de kust en het binnenland. De kustlijn is spectaculair, de bergen vallen zo in de zee. Er is daardoor niet veel ruimte voor grote stranden, maar er zijn wel volop baaien met fijne kiezelstranden. Sinds de onafhankelijkheid in 2006 is er aan de kust veel gebouwd, vooral door Russische investeerders. Die hebben een soort equivalent van Saint Tropez voor de Moskouse bourgeoisie willen bouwen. Dat gebeurde niet overal even smaakvol, maar er zijn ook echt leuke appartementencomplexen en grote stukken prachtige, onbedorven kustlijn.
In het binnenland vind je bergen en wildernis. Pieken van ruim 2000 meter en diepe rivierkloven wisselen elkaar af, en dan zijn er nog de meer toegankelijke berggebieden met hooggelegen graslanden. Hoe verder je de bergen in gaat, hoe verder je teruggaat in de tijd. In het Durmitorgebergte lopen herders met schaapskuddes, ze maken daar kaas zoals ze dat al eeuwen doen. En in Cetinje, de oude hoofdstad, zie je nog kloosters uit de zestiende eeuw.
Het kamperen zelf is al bijzonder! Kleinschalige campings met veel rust, ruimte en natuur om je heen, zijn in Montenegro namelijk bijna niet te vinden. Daarom hebben we op een aantal mooie plekken zelf twee tenten neergezet. Je begint de reis met vier overnachtingen op een groene open plek in het Durmitor-gebergte, vlakbij een restaurant waar je ’s avonds ook eet. De tweede standplaats is op een nieuwe, kleinschalige camping in de buurt van het Skadarmeer. Vanaf je picknicktafel kijk je zo uit over het meer, met in de verte de Albanese Alpen. Op de derde pleisterplaats, dichterbij de kust, staat je tent middenin een olijfboomgaard. Volgens eigenaar Djoko zijn de oudste bomen zo’n achthonderd jaar oud. Djoko maakt ook z’n eigen olijfolie en limonade en heeft een moestuin, hij is erg betrokken bij de natuur. Je kunt vlakbij zwemmen in een poel onder een waterval, het is echt een prachtige plek.
Je kunt een dag met een kano naar een onbewoond eilandje in het Skadarmeer, waar je een dag leert overleven in de wildernis: vissen, pijl en boog maken, vuur maken, brood bakken boven een vuur. Je bent dan echt de hele dag lekker buiten in de natuur. Of vaar met een privébootje-met-kapitein stroomafwaarts naar een dorp met oude watermolens, en wandel daarna negen kilometer terug, over oude voetpaden langs de rivier. Die wandeling is ook voor jongere kinderen goed te doen, en je kunt er desnoods eentje een stukje op je rug nemen, want je loopt veel in de schaduw en er is weinig hoogteverschil. Het allerleukste is misschien wel om op de heenweg middenin de rivier het water in te springen en weer terug de boot in te klauteren. Mijn kinderen vonden dat echt geweldig!
Dan zeg ik: canyoning. Springen, glijden, drijven, langs een touw, wandelen over de rivierbodem, het is écht leuk om te doen. Heb je het zelf nog nooit gedaan en vind je het spannend, dan is de canyoningtocht bij Rikavac een goede kennismaking, die is ook geschikt met kinderen vanaf zeven jaar. Met oudere kinderen, vanaf een jaar of twaalf, is canyoning in de Nevidio-kloof een stoere activiteit. Je daalt dan af in de smalste kloof van Montenegro, op sommige plekken is hij maar een paar meter breed. Eenmaal beneden zie je boven je alleen nog een smal streepje lucht. De naam Nevidio betekent ‘de ongeziene’, omdat de kloof zo verborgen ligt. Liefhebbers komen daar speciaal voor naar Montenegro.
En ga bergbeklimmen! Twee bergtoppen zijn goed haalbaar met sportieve kinderen: de Prutas, in het Durmitorgebergte, en de Rumija, bij het Skadarmeer. Het is een paar uur zweten, maar als je samen boven staat, is dat echt een overwinning. In het informatiepakket vind je voor beide tochten een Nederlandstalige routebeschrijving, en je kunt ook de GPS-route downloaden.
Nee, de tenten zijn volledig ingericht. Het zijn trouwens ronde Bell-tenten, met een diameter van vijf meter. Binnen vind je een tweepersoons bed en twee eenpersoonsbedden, met goede matrassen. Bij elke tent is een picknicktafel, en waar toegestaan is er een vuurplaats met een ketel. Het sanitair is wel gedeeld, maar bijvoorbeeld op de eerste camping deel je het met maar twee tenten. En oh ja: je bed is opgemaakt als je aankomt, en je hoeft niet te koken, want de reis is op basis van halfpension. Relaxed, toch?