Het zweet druppelt langzaam langs de slapen van mijn hoofd. Stap voor stap en in lichte trance, gaat het flink omhoog. Soms wegglijdend in de verse modder, grip zoekend op uitstekende stenen. “Hé eikel!” Verbaasd kijk ik op. Fotograaf Bas en ikzelf zijn nog geen half uur onderweg. Maar het is niet wat het lijkt. Bas wijst naar een bord met het teken van een eikel erop afgebeeld. De komende drie dagen is dit symbool van de Nationale Trail onze gids op het South West Coast Path. Beginnend in Minehead lopen we langs de Wilderness Coast (onderdeel van het South West Coast Path) tot aan Combe Martin. Dit pad werd vroeger gebruikt door de kustwacht om smokkelaars op te sporen. Nu is dit het langste wandelpad van Engeland.
Vanuit Minehead gaat de South West Coast Path direct omhoog het bos in. Onze polderbenen moeten duidelijk wennen, maar wat ís het hier mooi. Ondanks dat de lente hier pas haar intrede heeft gedaan vinden de eekhoorns om ons heen het al goed genoeg. Als acrobaten springen ze van tak tot tak door de bomen die hier op de afgronden groeien. Het is misschien nog wat kaal in deze tijd van het jaar, maar daardoor hebben we een magnifiek zicht op zee. “Keep the ocean on your right” is wat taxi chauffeuse Carolyn ons meegaf een uurtje eerder. Dat, samen met het geluid van het rollen van de golven op de rotsige stranden, is een stabiele factor tijdens de trip.
Eenmaal boven op de eerste klif kijken we om ons heen. We zijn het bos uit. Wat een machtige omgeving. Wales aan de andere kant van het Bristol Channel, rotskliffen onder ons en de route voor vandaag ligt voor ons. Golvend grasland is wat volgt, met een grazende kudde schapen doet het me nog het meeste denken aan een Windows XP bureaublad achtergrond. En dáár lopen we in.
OK, het is nog geen ‘cream tea’, maar onze meegenomen lunch smaakt bijzonder goed. Tussen de schapen en de wilde pony’s werken we de sandwiches naar binnen. Tijdens de eerste twee dagen is er geen mogelijkheid om iets te kopen onderweg, alles is mee in de backpack. Als we na tien mijl de afzink maken richting Bossington voelen we de benen al flink. Nog anderhalve mijl en de -door Carolyn- getipte pub Bottom Ship in Porlock Weir is bereikt. Gretig nemen we plaats tussen de locals. ‘Wellies’ –Wellington laarzen- en hond mee de pub in is hier het protocol. We krijgen complimenten over onze plannen en iedereen weet ons te vertellen: vandaag was de makkelijkste dag, ‘the best is yet to come’.
Eigenaar Nigel van onze B&B Myrtle Cottage in Porlock verwijst ons naar de Top Ship Inn, de grote broer van de eerder bezochte pub. “To get there it’s 78 steps from here, to come back usual 375 steps”. We houden het netjes, de nijdige klimmetjes en de flinke afstanden van de komende dagen in de gids van het South West Coast Path maken indruk. Dat is terecht merken we de volgende dag. Met zware benen lopen we Porlock Weir uit. De rust valt meteen over ons heen en buiten de vogels en de branding is er niets. Het enige zintuig wat het druk heeft zijn de ogen. Elke bocht zorgt voor een nieuwe scene uit een natuurfilm. Na een kleine twee uur stappen zien we Church Culbone opdoemen tussen de bomen. Dit kerkje uit 1604 is het oudste –nog actieve- kerkje in Engeland. “First the bride goes in and says yes, if she’s out, the groom enters the church to say yes” zo grapt een spaarzame mede-wandelaar. Apart is het zeker, de sfeer is sinister en deze wordt versterkt door de graven om het kerkje heen.
Ondanks dat het al een paar dagen droog is valt er genoeg water de kliffen af. Huizenhoge watervalletjes onderbreken het pad. We gebruiken ze om de schoenen schoon te spoelen en ons gezicht te koelen. Ademloos staan we te genieten van de natuurpracht. De term ‘Wilderness Coast’ voor dit stuk van de in totaal 1014 kilometer lange route, is dan ook niet uit de lucht komen vallen. Op sommige momenten wanen we ons in een junglefilm, waar Rambo tussen de met mos begroeide bomen op kan doemen. Iets verderop doen we ons tussen de geiten tegoed aan de sandwiches in de ‘Valley of the Rocks’. Een surrealistisch beeld. We komen uit op de Dolomieten aan de kust of de zee in de Ardèche, bij pogingen om een vergelijking te vinden.
Op sommige plekken tijdens de South West Coast Path is het mogelijk om een alternatieve route te nemen. Niet korter, hooguit anders. Wij nemen er zo een bij het Lighthouse van Foreland point. Deze vuurtoren is nog in gebruik en na een kort bezoek ronden we de klif over een steil pad bezaaid met stenen. Hierna is het downhill naar Lynmouth en Lynton. De twee pond voor de cablecar van Lynmouth naar onze B&B op de heuvel is het ons meer dan waard. De benen zijn toe aan rust. Bij het ontbijt staat er ‘porridge’ op het menu. Krachtvoer voor de Koninginne-etappe. 15 mijl en 1300 hoogtemeters scheidt ons van Combe Martin. “Look, this bridge is made by me!” zegt Josey trots op het moment dat we een flinke waterval oversteken. Josey werkt bij de stichting Exmoor Trust en is verantwoordelijk voor het onderhoud van Exmoor National Park en al haar schatten. Ze praat honderduit en is zichtbaar trots op het werk dat ze mag doen. Gepassioneerd tot op het bot. Zelf slaapt ze het liefst in het park onder de sterrenhemel maar voor de iets minder avontuurlijke lopers verschijnen er steeds meer ‘Bothy’s’. Kleine cabins met stapelbedden en composttoilet. Ideaal voor de portemonnee EN het echte buitengevoel. De eerste drie uur vliegen voorbij en we laten Josey achter bij de enige pub langs de route: Hunters Inn.
Het is zondag en een favoriet uitje van de locals is om ‘Heddons Mouth’ te bezoeken, een kleine ruige baai op anderhalve mijl van de pub. Wij zien de baai even later vanaf de klif, na een zeer inspannende klim. De Fish and Chips zijn in ieder geval alweer verbrand. Voor mezelf geldt dat de klimpartijen dan wel uitputtend zijn, maar de afdalingen laten zijn sporen na in mijn knie. Een nieuwe techniek –we noemen hem even de ‘manke pinguïn’- maakt dat de steile glibberende afdaling weliswaar lastig is, maar een stuk minder pijnlijk.
In de verte komt de zon tevoorschijn. Nog één flinke beklimming naar Dunkery Beacon, het hoogste punt van het hele South West Coast Path. Hiervandaan is het dalen richting Combe Martin. Ons eindpunt van de dag en van de trip. Jane van de Newbury Beach Lodge wacht ons op met cream tea. Per persoon een sterke bak thee geflankeerd door twee flinke scones, die we ruim beleggen met ‘clotted cream’ en jam. Een goede douche later kijken we compleet voldaan terug op de afgelopen dagen in de nabijgelegen Dolphins Inn pub. De pijntjes zijn vergeten, de foto's worden gekoesterd en de stappen geteld. Ruim 100.000 stappen laten we achter in het Exmoor NP.
Actie, natuur, uitzichten, de uitstekend verzorgde paden en zeker de vriendelijke mensen maakten deze trip er eentje om niet gauw te vergeten. En dan te bedenken dat er nog 950 mijl van dit moois te wachten ligt.
Het South West Coast Path bestaat uit 1014 kilometer wandelpad. Het stuk dat wij liepen was rond de 70 kilometer. Dit stuk staat bekend als ‘Wilderness Coast’ en is met name door de vele hoogtemeters, uitdagend te noemen. Een paar goede wandelschoenen mag absoluut op de paklijst niet ontbreken. Het South West Coast Path heeft een Nederlandstalige site en is te vinden op: southwestcoastpath.org.uk/nl
Wij vlogen op Bristol en namen een transfer naar Minehead. Ook terug kozen we voor een transfer vanuit Combe Martin naar Bristol Airport. Vliegveld Exeter is ook een prima optie.
Er bestaan verschillende organisaties die je bagage vervoeren waardoor je met een dagrugzak kunt lopen. Houdt er rekening mee dat er op de eerste twee dagen niets is waar je wat kunt kopen of bijvullen. Neem dus genoeg water en voedsel mee. Denk ook aan pleisters, tape en misschien wat zalf voor schurende lichaamsdelen. Verder uiteraard een camera en misschien een verrekijker. Qua bereik van een telefoon is het erg wisselend. Wanneer je hoog op de klif loopt of in de buurt van een dorp heb je meestal wel bereik.
Wij verbleven in:
Myrtle Cottage in Porlock, Somerset
Nigel en Janet verwelkomen je met de typische Engelse gastvrijheid. Humoristisch, welwillend en flexibel. Hun cottage stamt uit 1604 en dat zie je aan alles. Knusse kamers, dikke muren en heerlijke bedden.
Fernleigh Guesthouse in Lynton, Devon
Richard en Caroline hebben deze B&B twee jaar geleden overgenomen. Liggend in een woonwijk verwacht je niet direct de kwaliteit die ze bieden. Tips voor de omgeving, een belletje naar een restaurant of de richting naar de beste pub. Richard weet het.
Newbury Beach Lodge in Combe Martin, Devon
Ontvangen door Jane met cream tea, kamers met zicht op de baai van Combe Martin en liggend aan de route van het South West Coast Path. Tel daar de heerlijke bedden bij op en beter kan eigenlijk niet. Of het moet Chris (voorzien van kookschort) zijn die 's ochtends al druk bezig is met het Full English Breakfast.