Kale kartelpieken en bijzondere bergdorpjes. Op de Via Dinarica wandelroute beleef je het mooiste van zeven Balkanlanden. Maar liefst 1.260 kilometers lang.
De Dinarische Alpen zijn in west-Europa nog relatief onbekend. De Dinawattes? Precies. Ondanks een keur aan imposante karsttoppen staat de ruige bergketen in de schaduw van hoogvliegers zoals de Franse Alpen, Apennijnen, Karpaten of Kaukasus. Begrijpelijk, vindt Edo Vričić. “De Dinarische Alpen beslaan immers het meest onderbelichte deel van de Balkan. Er is nooit een verkeersbureau geweest die dit gebied heeft gepromoot. Nooit iemand die het verhaal van dit unieke landschap in het buitenland heeft verkondigd. Tot nu dan.”
Edo kan het weten. Als SNP-agent in Kroatië kent hij de plaatselijke pieken als zijn binnenzak. Dat er de laatste jaren een langeafstandswandelroute is uitgerold die het hele gebergte doorkruist, vult hem dan ook met grote vreugde. Al in 2010 werden de eerste plannen voor de Via Dinarica gesmeed. De kale pieken van de Dinarische Alpen snijden de westelijke Balkan al sinds mensenheugenis als een kartelmes doormidden. Waarom dan niet een schier eindeloze wandelroute uitstippelen die over diezelfde bergpas een flinke reeks buurlanden aan elkaar zou rijgen?
“Ons voorbeeld was de Via Alpina”, vertelt Edo. “Maar waar die internationale voettocht acht Alpenlanden doorkruist, voert de Via Dinarica door zeven Balkannaties: Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Kosovo, Servië, Albanië en Macedonië. Het doel is om uiteindelijk drie routes te creëren. Een witte hoofdtrail door de bergen. Een groene door de lager gelegen bossen. En een blauwe langs de kust.”
Alleen het witte traject is inmiddels gerealiseerd. Een magistrale monstertocht van ruim 1.260 kilometer tussen het Sloveense Babno Polje en het Albanese Valbona. SNP heeft de trail opgehakt in zes wandeletappes; elk goed voor een 8-daagse groepsreis. “Een begeleide groepsreis is in dit gebied een hele wijze keus”, onderstreept Edo. “In principe zou je delen van de trek heus wel in je eentje kunnen maken. Er zijn alleen heel veel haken en ogen om rekening mee te houden.”
Neem bijvoorbeeld iets alledaags zoals drinkwater. Dit is geen wereldberoemde Pacific Crest Trail, waar barmhartige trail angels wandelaars langs de route gratis flesjes drinkwater aanreiken. Waar je het ene moment nog je bidon kunt bijvullen in een kraakhelder bergbeekje, kun je daarna zomaar dagenlang droog komen te staan. “Het is dus van levensbelang om een lokale gids te hebben die het gebied goed kent. Ook omdat sommige stukken na de Joegoslaviëoorlog van de jaren ’90 nog helemaal niet vrij toegankelijk zijn gemaakt. En omdat er in de bergen vrijwel niemand te vinden is die Engels spreekt.”
Als je überhaupt al een mens tegen komt. “In de Franse Alpen wemelt het van de dorpen”, weet Edo. “In de Dinarische Alpen kun je gemakkelijk twee of drie dagen wandelen zonder ook maar een spoortje civilisatie aan te treffen. Maar daar zit hem juist de charme van dit gebied. Je kunt dit met recht nog een wildernis noemen.”
Tijdens de SNP-reizen maken we echter bewust kennis met de lokale bewoners. Het mooie daarvan is dat je binnen een relatief klein terrein een lappendeken aan verschillende culturen, religies en levenswijzen kunt ontdekken, legt Edo uit. “De Via Dinarica volgt ook een culturele corridor. Een oud orthodox kerkje kan zomaar gevolgd worden door een dorp vol Ottomaans erfgoed. Je treft hier echt totaal verschillende werelden. Maar overal lijkt de tijd al honderd jaar stil te staan. Door de afgelegen ligging koesteren de inwoners hier nog steeds hun stokoude tradities. Ook in de keuken.”
En de creatie van de Via Dinarica moet juist die lokale bewoners een duwtje in de rug geven, vertelt Edo. “Tijdens de oorlog had er niemand oog voor de mensen in de bergen. Veel nederzettingen zijn dan ook zo goed als uitgestorven. Jonge mensen zijn naar de stad vertrokken. Oude ambachten zijn verdwenen. Door de Via Dinarica moet dit gebied weer opleven, zonder in te leveren op zijn traditionele karakter. Kleinschalig, duurzaam, actief toerisme biedt hier heel veel kansen. Dat is waar we op inzetten.”
En met succes. Sinds de zeven Balkanlanden de handen ineensloegen, buitelen de kranten en tijdschriften over elkaar heen om de Via Dinarica de hemel in te prijzen. Het invloedrijke Outside bombardeerde de voettocht tot ‘Best New Trail’. En ook volgens The Guardian en National Geographic Traveler is dit een van de routes om bovenaan je bucketlist te plaatsen. Compleet terecht, vindt Edo. “Dit is nu eenmaal een decor van een dramatische schoonheid. Ruig, wild, onherbergzaam. Water en wind hebben vrij spel op het erosiegevoelige kalksteen; je stuit dus om de haverklap op uitgeknabbelde grottenstelsels of kloven. Tegelijkertijd kun je hier in het Kroatische deel op 1.500 meter hoogte door de bergen trekken en in de verte nog steeds de oceaan zien glinsteren. En vergeet ook de oerbossen niet, waar de Grote Drie van ons continent – beer, lynx, wolf – allemaal te vinden zijn. Om nog maar te zwijgen over de gigantische variëteit aan endemische plantensoorten.”
Al met al een landschap vol fenomenale vergezichten die schreeuwen om buitensporters zoals kajakkers, paragliders en vooral wandelaars. “Zonder al te veel wandelervaring kunnen deze reizen best pittig zijn”, waarschuwt Edo. “Per dag ben je al gauw zo’n vijf tot acht uur op de been. Aan de andere kant kom je met een goede basisconditie al een heel eind. De enorme hoogteverschillen of kuitenbijters zijn prima te vermijden.” Wel een doorgewinterde kilometervreter? “Och, aan bergen geen gebrek”, lacht Edo. “Aan weerszijden van de hoofdtrail wemelt het van de kleinere piekjes. Je kunt er in je vrije tijd altijd eentje extra afvinken.”
Voor de overnachtingen dalen we af naar pensionhotelletjes in de vallei of bivakkeren we op hoogte in (on)bemande berghutten. “De grootste uitdaging was om die infrastructuur langs de route in alle landen op orde te krijgen”, erkent Edo tot besluit. “Een paar jaar terug waren veel van de berghutten nog in een compleet belabberde staat of zelfs totaal afwezig. Eerlijk is eerlijk: het is nog altijd work in progress. Maar dat maakt het ook zo speciaal. Je bent hier als wandelaar nog echt aan het pionieren.”