Slovenië stond bij Menno Boermans nooit echt op de kaart, terwijl het op nog geen 1.000 kilometer van Nederland ligt. Buurlanden Oostenrijk en Italië eisen alle aandacht op, maar de natuurlijke schoonheid van Slovenië leent zich bij uitstek voor een gelukzalig bergsportavontuur. Dat ontdekte Menno tijdens een klassieke huttentocht door de Julische Alpen. Deze vijfdaagse bergwandeling combineert in één klap drie hoogtepunten. Je start met de beklimming van de Triglav, loopt over de spectaculaire Bohinj bergrug en sluit af met een trip rond het mooiste meer van Slovenië. Uiteraard wordt alles gevierd met een groot blik Lasko bier.
"Kom, het is te druk, we nemen een andere route". Berggids Mitja Sorn kijkt met een grote lach achterom. Voordat ik heb kunnen antwoorden klautert hij een steile rotswand op, pakt het klimtouw uit zijn rugzak en knoopt me vast. "Dat is het nadeel van een zaterdag in september, dan wil héél Slovenië de Triglav op. Gelukkig weet ik een route waar we gegarandeerd alleen zullen zijn. Are you ready?" Lees ook: praktische informatie voor een huttentocht in Slovenië.
De Slovenen zijn een sportief volkje. Fietsen is populair, net als kayakken op de intens blauwe rivieren. In de winter houden ze enorm van skiën. Wandelen staat echter met stip bovenaan. En dan vooral bergwandelen. Oftewel: planinarenje, wat zich het beste laat vertalen als mountaineering. "Iedere Sloveen trekt graag de bergen in en iedere Sloveen is trots op de Triglav", vertelt Mitja als we pauze houden bij een druppelende waterbron. "De berg is ons nationale symbool, hij bepaalt onze identiteit. Als echte Sloveen wil je minstens één keer in je leven op de berg hebben gestaan." Zelf bereikte hij als 7-jarige het hoogste punt en een recent onderzoek schat dat 25% van de bevolking inmiddels een foto heeft gemaakt bij het tophutje op 2864 meter. Velen zien het als een soort pelgrimstocht. Mitja: "Soms zijn er wel tweeduizend mensen op de berg. Maar, ze nemen allemaal de makkelijke routes, de wandelpaden zeg maar. Je ziet, hier in de noordwand, zijn we helemaal alleen."
De Triglav noordwand is de op twee na hoogste kalkwand in de Alpen en oogt van onder af ontzagwekkend. 1800 hoogtemeters moeten in totaal overwonnen worden. En waar de juiste weg loopt in de verticale arena, is mij niet duidelijk. Mitja beklom de berg gelukkig al meer dan 200 keer en kent de route feilloos. "We staan in de Slovenska Smer, de route die jager Janez Breginc in 1890 volgde toen hij een paar steenbokken achterna zat. Hij had geen klimmaterialen, dus het kan nooit écht moeilijk worden." Het is inderdaad verbazingwekkend eenvoudig, constateer ik halverwege de klim. Je staat overal met beide benen op de grond, slechts af en toe moet je even met je handen klauteren. Het is vooral de luchtigheid van enkele passages die mentale druk uitoefent. Wanneer ik achterom kijk zie ik een panorama van duizelingwekkende dimensies. Gelukkig heeft de vrolijke, bebaarde gids het touw strak in zijn handen en heb ik nergens het idee dat me iets kan overkomen.
Met een opgeluchte glimlach laat ik me op de grond ploffen en de eerste zonnestralen die om de hoek komen, warmen mijn gezicht snel op. Ik leeg mijn rugzak en spreid de natte kleren uit over de rotsen. Zelfs Mitja was verrast door de onweersbui. Toen we gisteren 250 meter onder de top van de Triglav waren, begon het opeens te spetteren. Voordat we een schuilplek hadden kunnen vinden, flitste en donderde het van jewelste en in no time waren we doorweekt. De top moesten we laten schieten en nadat ik afscheid genomen had van Mitja -die rennend terug naar zijn familie in het dal keerde- liep ik een half uur door naar de berghut Koca na Dolicu. Daar was het weliswaar droog, maar de verwarming stond niet aan: het nadeel van zonne- en windenergie bij slecht weer. Vanmorgen vertrok ik klam en rillend op weg naar de zon. Als mijn lijf op temperatuur is gekomen en het dampen van mijn kleren gestopt is, vervolg ik de tocht. Een korte klim brengt me op een col en vanaf daar overzie ik het grootste deel van de route.
Hét voordeel van beginnen met de hoogste berg: daarna gaat het alleen nog maar naar beneden! Ik keer de grijze wereld de rug toe en betreed het groenblauwe Dolina sedmerih jezer dal. De ’vallei van de zeven meren’ heet dit dal poëtisch, ondanks dat het er tien zijn. Het heldere water nodigt uit tot een plonspartij, maar helaas is zwemmen verboden in het Triglav National Park. Zonder haast banjer ik over het glooiende, door gletsjers uitgeslepen Karstplateau, en voor ik het weet ben ik bij de hut. De waardin (van het type no-nonsense) informeert wat ik straks wil eten. De Sloveense keuken (type no-nonsense) wordt gekenmerkt door gerechten als ajdovi zganci (boekweit polenta), ricet (gerststoofpot) en vipava valley jota (bonensoep met zuurkool). Zonder zet ze allereerst een grote bier voor me neer. Misschien komt het doordat het in de hutten bijna goedkoper is dan water, maar het Lasko-bier met de gems Zlatorog als logo, is dé drank van de bergwandelaar. Terwijl de zon met de wolken speelt klinkt om me heen onophoudelijke het gesis van blikken die open gaan. Na zdravje!
‘Mountains are perfect for making new friends’, lees ik een paar keer op een sticker in berghutten. Deze onderkomens spelen een belangrijke rol in het samenbrengen van gelijkgestemden; de Sloveense Alpenvereniging heeft er maar liefst 179 in beheer. Vanavond zijn er echter weinig vrienden te maken. Ik heb intrek genomen in de Burja hut in het Vogel Alpine Village. Het is een prachtig authentiek houten huisje, dat in 2008 gerenoveerd is. Overdag is het hier een drukte van jewelste met selfiestick-toeristen die per kabelbaan omhoog komen om zich met het grandioze decors te vereeuwigen. Zodra de laatste lift om vijf uur omlaag gaat, is het echter uitgestorven. De hele berg heb ik voor me alleen! Wanneer ik met een warme choco (het bier in de automaat was op) van de zonsondergang geniet, bedenk ik me hoe fijn deze tocht is. Slovenië stond bij mij nooit echt op de kaart, terwijl het op nog geen 1000 kilometer van Nederland ligt. Buurlanden Oostenrijk en Italië eisen alle aandacht op, maar de natuurlijke schoonheid van Slovenië leent zich bij uitstek voor een gelukzalig bergsportavontuur. De bescheidenheid van de Slovenen speelt misschien ook een rol. Niet dat ze het paradijs voor zichzelf willen houden, maar ze scheppen gewoon niet graag op. Trots zijn ze dan weer wel, een beetje, dat Melanie Trump (meisjesnaam Knavs) een Sloveense is. De meeste mensen die ik spreek zullen niet op Donald Trump stemmen, maar dat de first lady haar geboorteland in de spotlights zal zetten, dat is voor hen zeker.
I feel sLOVEnia, is een mooi gevonden slogan van het toeristenbureau. Liefde, dat voel je namelijk constant, wanneer je hier door bergen loopt. Ongeacht achtergrond, politieke voorkeur of leeftijd. Naast de Triglav, is de Slovenian Mountain Trail razend populair. Menig tiener loopt met zijn of haar ouders (delen van) deze 599 kilometer lange trektocht die begint in Maribor en eindigt aan de Adriatische kust. Op die manier komt de hartstocht al vroeg tot bloei en houdt een leven lang stand. In de verte hoor ik het inmiddels donderen en ik kruip vroeg onder wol. Met een tevreden gezicht val ik in slaap.
De volgende morgen neem ik zittend in het gras nog een laatste keer het panorama in me op. Bijzonder: de spectaculaire Bohinj bergrug waarop ik loop is de waterscheiding tussen de Zwarte en Adriatische zee. Ik ruik de geur van bloemen, en zie twee gemzen wegschieten achter een rotsblok. Ver beneden ligt het meer van Bohinj. Hoewel dat van Bled - met het karakteristieke kerkje - veel bekender is, vindt menigeen dit smaragdgroene meer mooier. Het is in ieder geval ruiger: op de achtergrond torenen de Julische Alpen hoog boven het lieflijke landschap uit. En ja ook de Triglav, die lonkt nog steeds. Dat is dan weer een voordeel van de top niet halen: dan moet ik een keer terugkomen!
Overal in Slovenië zie je afbeeldingen van Zlatorog; een berggeit met gouden hoorns die volgens een legende op de flanken van de Triglav leefde. Een jager was vastberaden om het goud te bemachtigen om zijn geliefde te versieren en schoot het beest neer. Op de plek waar het bloed de grond raakte, groeide terstond een alpenroos. Terwijl Zlatorog de bloem at en door de magische werking onsterfelijk werd, verblindde de in het goud weerkaatste zon de jager, die in het ravijn viel. Teleurgesteld in de menselijke hebberigheid trok de chamois zich terug in de hoogte van de Julische Alpen. Vanaf daar waakt hij tot de dag van vandaag over de schatten van de bergnatuur.
Er zijn zes boerderijen die de beroemde Bohinj kaas maken. Bijvoorbeeld die van de familie Gartner, waar volgens traditioneel recept -ooit door een priester uit het Zwitserse Emmental meegenomen- dagelijks 240 liter geurende koeienmelk worden omgezet in 20 kilo smaakvolle kaas. De koeien grazen op de bergalp Planica Laz, waar het gras onbespoten en vergeven van kruiden is. De Gartners, die ook een Bed&Breakfast runnen, laten je hun natuurproducten graag proeven. Let op: de mondsensatie van de gefermenteerde Mohant is even wennen. Heerlijk bij aardappelen, en een glas witte wijn, vinden de Slovenen.
kmecki-turizem-gartner.eu
Wandel je met SNP dan klim je niet naar de top van de Triglav, maar zie je deze magische berg wel voortdurend. De eerste 3 en laatste 2 nachten verblijf je in fijne en luxe hotels, die met een 3-daagse trektocht (2 nachten in gezellige berghutten) zijn verbonden. Je begint met 2 dagwandelingen vanuit het levendige Bovec, waaronder een van de mooiste etappes van de bekende Alpe-Aria Trail. Dan maak je een 3-daagse trektocht die begint met een lange klim naar de top van de karakteristiek Krn (2244m), beloond met vergezichten tot de Adriatische Zee. De doorsteek naar het welbekende meer van Bohinj is van ongekende schoonheid. Bij het meer van Bohinj heb je nog een dag om af te kicken van de Sloveense natuur.
Naar de Julische Alpen v.a. 675,-
Liever zelfstandig deze huttentocht maken in Slovenië? Bekijk hier praktische info voor je reis.