Ongeveer in het midden van Noorwegen, daar waar het land smaller begint te worden en ten noorden van Jotunheimen, ligt Dovrefjell. Een deel van dit berglandschap is nationaal park. Een bijzonder oerlandschap met golvende en toch imposante bergen waarvan enkele rond en boven de 2000 meter. Noorwegen-kenner Jolanda Linschooten vertelt je alles over dit mooie gebied.
Opvallend zijn de humusrijke sedimentaire gesteenten (opgebouwd uit schelpdieren) die over het harde graniet geschoven zijn. Dankzij deze humusrijke grond is er voor een verder karig gebied als Dovrefjell toch sprake van een behoorlijke botanische soortenrijkdom. Daarnaast kent Dovrefjell typische terrassen met uiterst fijn gruis (overblijfselen van oude gletsjers), dit zijn geliefde plekken voor de muskusossen. Deze op mammoets lijkende oerdieren zijn een ander kenmerk van Dovrefjell. De muskusos is een van de weinige grote zoogdieren die de ijstijd heeft overleefd. Hij is in Noorwegen na de Tweede Wereldoorlog geherintroduceerd. De muskusos is feitelijk een reuzengeit en geen os. Hij is ondanks zijn wat plompe uiterlijk zeer snel en zijn aanval kan dodelijk zijn, dus houd altijd grote afstand (200 m), dan zal dit in beginsel vreedzame dier nooit zomaar een aanval inzetten.
Bergwandelen in Dovrefjell is niet moeilijk of zwaar vanwege de niet al te extreme hoogteverschillen. Toch is het lang niet zo druk en populair als Jotunheimen, Hardangervidda of Rondane. Er zijn wel enkele doorgaande paden maar er zijn ook veel stenen, dit maakt het lopen inspannend. Er zijn met name zelfbedieningshutten (overwegend afgesloten met de standaard DNT-sleutel), één onbemand hutje en enkele berghotels langs de randen. In het zuidwestelijke deel zijn helemaal geen hutten.
Dovrefjell is goed bereikbaar vanuit Oslo (ongeveer 4-5 uur met de trein). Hjerkinn en Kongsvoll vormen de meest gebruikte startpunten, beiden liggen aan de oostkant van het gebied; het zijn kleine treinstations (trein stopt alleen op verzoek).
Kongvoll is het meest makkelijk omdat je hier direct bij het wandelpad bent (vanaf Hjerkinn moet je je eerst nog een stuk weg laten brengen tot Grønbakken). Kongvoll kent een prachtig, authentiek maar prijzig berghotel, Kongsvoll Fjellstue. Hjerkinn zelf is alleen een klein stationsgebouw maar op een half uur lopen ligt Hjerkinn Fjellstue.
Snøheim ligt eveneens aan de oostkant maar veel verder het gebied in; dit kan ook als beginpunt dienen (bijvoorbeeld voor een dagtocht naar Snøhetta); Snøheim is een bediende berghut die per shuttlebus bereikbaar is vanaf station Hjerkinn (bus sluit aan op treintijden). De weg naar Snøheim is 17 km en is niet toegankelijk voor privévoertuigen. Een goed alternatief kan zijn om op Trondheim te vliegen in plaats van Oslo en daar de trein te pakken richting Oslo, die je in 2 uur naar bovengenoemde beginplaatsen brengt.
Dagtochten: Turkart Snøhetta 1:50.000 is je beste keus voor alle dagtochten.
Voor de korte trektocht heb je genoeg aan Turkart Snøhetta. Voor de langere tocht heb je daarnaast ook Turkart Trollheimen nodig.