Isla Magica wordt La Gomera wel genoemd. Die magie speelt zich vooral af in de mist van het nevelwoud, die zich vaak vormt rond het hoogste punt op het midden van het eiland. Maar er is een naam waaronder La Gomera nog veel bekender is: wandeleiland.
La Gomera verken je het best te voet. Verspreid over het hele eiland ligt een netwerk van meer dan 600 kilometer aan wandelpaden. Samen met rust, ruige natuur en een jaarrond heerlijk klimaat maakt dat La Gomera tot een echt wandelparadijs.
La Gomera ligt ten westen van Tenerife en het is klein. Het is een dun bevolkte pizza van 24 kilometer doorsnee. Om je een idee te geven: in oppervlak is het iets groter dan Vlieland. Hoofdstad San Sebastian telt 7.000 inwoners; het complete eiland telt er 22.000. Drie busdiensten onderhouden de dagelijkse verbinding tussen San Sebastián met Valle Gran Rey in het Westen, met Playa de Santiago in het zuiden en met Vallehermoso in het noorden. Heel handig!
La Gomera bereik je altijd met de boot, vanaf Tenerife. De snelle ferry zet je in 50 minuten over. En overigens, plat is die pizza bepaald niet: het hoogste punt, de Alto de Garajonay, is 1484 meter.
En toeristen? Weinig. Een handjevol vind je er op het eiland, en dan moet je nog goed zoeken ook. Als je goed verder zoekt ontdek je ook een paar hotels. Appartementencomplexen zijn er bijna niet op het eiland, op een paar kleintjes na, aan de westkant in Valle Gran Rey. Hoewel het toerisme steeds belangrijker wordt voor de Gomeros, is de rust het eerste wat je opvalt als je voet aan wal zet in het haventje van San Sebastián. De kleinschaligheid van het toerisme op La Gomera is een weldaad.
Check bijvoorbeeld San Sebastián. Het is een zondagmiddag in december op het levendige Plaza de la Constitución in San Sebastian de La Gomera. Onder de hoge loofbomen bij kiosk de Karvelen (Las Carabelas) is het een graad of twintig en gonst het terras. De meeste tafeltjes zijn bezet door grote families die een gezellig zondags drankje doen. Een plaatselijk voetbalteam drinkt een biertje. Het tafereel is Spaanser dan Spaans. De Nederlandse wandelaars, dat zijn wij, kunnen elkaar moeilijk verstaan door de herrie die uit de luidsprekers van de televisie schalt. Geen Spanjaard die zich daaraan stoort, en trouwens ook geen Spanjaard die naar het ding kijkt…
Een paar meter verderop staat het standbeeld van Christoffel Columbus, die vanaf precies deze plek in 1492 met zijn drie Karvelen afzwaaide voor zijn ontdekking van, naar later bleek, de Nieuwe Wereld.
Hoogtemeters verzamel je op La Gomera kinderlijk eenvoudig, want het eiland is in feite de top van een vulkaan die boven water uitsteekt. Vanaf het middelpunt, bijna 1500 meter hoog, lopen diepe ravijnen (barrancos) naar alle richtingen om water af te voeren naar zee. En die ravijnen doorkruis je eigenlijk voortdurend. De grootste van allemaal, de Valle Gran Rey, is zo’n duizend meter diep. De Gomeros hebben er hun eigen taal aan overgehouden, het Silbo Gomero. Om te kunnen communiceren met collega’s aan de overkant van zo’n barranco ontwikkelden schaapherders een fluittaal, het Silbo. Met één vinger in de mond kunnen berichten worden gefloten die kilometers ver reiken.
Op het pleintje van het bergdorpje La Chipude hoor ik ’s ochtend een oude man zo’n melodieuze boodschap fluiten, keihard, hoog en heel melodieus, maar zonder gebruik van zijn vingers. Is dit Silbo vraag ik hem, en daarop lacht hij zijn tanden bloot, maar er ontbreken er een paar. Nee, dit is niet echt Silbo, legt hij uit. Door zijn ontbrekende tanden kan hij geen Silbo meer fluiten, maar vroeger wel. Wat hij nu zonder vingers doet benadert het Silbo een beetje. Sinds het Silbo in 2009 door de UNESCO als immaterieel erfgoed werd erkend is het verplichte lesstof op alle scholen. In de periode onder Franco, tot 1975, was Silbo verboden omdat de Spanjaarden het niet beheersten en berichten dus niet konden verstaan. De taal was op sterven na dood, maar de nieuwe generatie Gomeros fluit het Silbo weer met trots.
Van het hooggelegen La Chipude (1100 meter) in het zuidwesten lopen we in een dag naar het pittoreske Vallehermoso in het noorden, dat op nog geen 300 meter hoogte ligt. Onderweg doorkruisen we het uitgestrekte laurierbos met diverse soorten laurierbomen en boomheide. Het is donker, altijd groen en bijna altijd vochtig. Lange slierten baardmos hangen aan alle bomen en overal groeit mos. Associaties met Lord of the Rings dringen zich daardoor op, maar de enige die je hier kunt tegenkomen is de Hirguan, een half geit half mensachtige personificatie van het kwaad, die tot leven kwam doordat Columbus dit eiland uitkoos als vertrekhaven voor zijn ontdekkingsreizen. Het bos is ontstaan door de mist die vanaf zo’n zevenhonderd meter hoogte vaak rond de top van het eiland hangt. Nevelwoud wordt het ook wel genoemd, en je vindt er twee soorten laurierduiven die alleen op Tenerife, La Palma en hier voorkomen. Endemisch voor de Canarische eilanden noem je dat: soorten of ondersoorten van flora en fauna die alleen op de Canarische eilanden voorkomen, of zelfs alleen op La Gomera. Het wemelt ervan. Zo is in 1999 zelfs de Gomera-reuzenhagedis herontdekt, die al 500 jaar als uitgestorven te boek stond. Vrees niet, het dier wordt maar een halve meter lang en leeft maar op één specifieke plek op het eiland.
Onze SNP-reis van acht dagen eindigt met een wandeling van Vallehermoso naar Agulo, een dromerig plaatsje aan de kust met witte huizen. Het dorp ligt aan de voet van een gigantische bergwand die aan de Tafelberg in Kaapstad doet denken. Op de top van de klif ligt de Mirador de Abrante, een glazen uitkijkplateau dat zes meter over de rand van de klif steekt, met een glazen vloer. Je zweeft er boven een 400 meter diepe afgrond, boven het dorp. Die mirador hebben wij helaas gemist, maar we komen er met alle plezier nog een keer voor terug naar dit paradijsje in de Atlantische oceaan.
Eenenenveertig goed gemarkeerde wandelingen zijn er, waarmee je alle windstreken van dit eiland kunt verkennen. Een routebeschrijving heb je eigenlijk niet nodig, de markering is uitstekend. Onderstaande routes zijn eenvoudig te volgen vanuit de startplek.
Kijk hier voor een overzicht van deze routes op kaart.
SNP Natuurreizen biedt georganiseerde wandelreizen aan naar het prachtige La Gomera. De routes staan in de SNP Reis-app, en overnachtingen, ontbijt, transfers en bagagevervoer zijn inbegrepen.
Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.