Tijdens het laatste traject van de Edelherttrail verlaten we Nederland. Via België wandelen we naar het Duitse Monschau, en doorkruisen daarbij ook nog 'Neutraal Moresnet', een opgeheven ministaatje. Bovendien lopen we door de voet van een oeroud, afgesleten hooggebergte en doorkruisen de Hoge Venen.
De honderden miljoenen jaren oude gesteenten die ooit kilometers diep onder de hoge toppen van dit gebergte verscholen lagen, komen nu aan de oppervlakte en bevatten niet alleen steenkool maar ook allerlei zware metalen, zoals zink en lood. Die zijn grotendeels door mensen afgegraven, maar op de afvalhopen zorgen ze voor een zeer bijzondere begroeiing: de zinkflora.
Ook doorkruisen we tijdens dit traject een oeroud en groot veengebied de Hautes Fagnes (Hoge Venen) dat zich hier sinds de ijstijd ontwikkeld heeft. Zoals alle veengebieden in de ‘Lage Landen’ zijn de Hautes Fagnes aangetast door menselijk toedoen, maar men is inmiddels bezig met allerlei herstelmaatregelen, die hun vruchten beginnen af te werpen.
Dit uitgestrekte veengebied is vaak alleen met kilometerslange knuppelbruggen of dammen te doorkruisen. Hier, en in de aangrenzende Duitse bossen, kunnen edelherten zich vrij rond bewegen. Ze worden niet achter hekken gevangen gehouden, zoals bij ons in de Oostvaardersplassen en op de Veluwe. Hopelijk gaan ecologische verbindingen in Nederland er in de toekomst voor zorgen dat deze dieren ook vanuit Nederland vrij kunnen gaan rondtrekken met in hun kielzog talloze andere planten en dieren.
In de rivierdalen van Zuid-Limburg en op de Hoge Venen & Ardennen wordt het landschap ruiger wat zorgt voor extremere weersomstandigheden, met name in de herst en de winter. Onder natte weersomstandigheden is de Edelherttrail hierdoor op sommige plekken moeilijker begaanbaar vanwege blubber en hoge waterstanden in de beken: in het Geuldal tussen Mechelen en Kelmis, in het Hohnbachdal en op de paden van de Hoge Venen. In de Hoge Venen hebben we zoveel mogelijk de hoofdpaden aangehouden, er zijn weinig daar weinig alternatieven voorhanden zonder vele kilometers om te lopen over verharde wegen.
We adviseren iedereen om tijdens deze etappes op hoge en waterdichte wandelschoenen te wandelen, te zorgen voor goede regenkleding (ook regenbroek), liefst ook gamaschen mee te nemen en tegelijk ook voor voldoende proviand en drinkwater te zorgen. Check van te voren het weerbericht voor de Hoge Venen.
Het Natuurpark ‘Hohes Venn’ is ingedeeld in vier zones:
De gedragsregels spreken voor zich:
Zelf de Edelherttrail doen? Dat kan met de SNP Reis App. Installeer de app op je Smartphone (zowel IOS als Android) en ontgrendel de drie etappes van het traject 'Van Zuid-Limburg naar Monschau' met de shortcode. Deze code én gpx-bestanden zijn voor €7 te koop via onze webshop.
Het Edelherttrail-traject 'van Zuid-Limburg naar Monschau' is opgedeeld in 3 etappes:
Etappes 1 t/m 5 vind je in traject 1: de Veluwe.
Etappes 6 t/m 9 vind je in traject 2: van IJssel naar Maas via het Reichswald
Etappes 10 t/m 15 vind je in traject 3: de Maas in al haar verschijningsvormen
Etappes 16 t/m 19 vind je in traject 4: naar het Zuid-Limburgse heuvelland
Vanuit Epen lopen we langs de Volmolen, langs de Geul en gaan we omhoog naar het fraaie Elzetterbos om vervolgens weer af te dalen naar de Geul. We passeren de beroemde Heimansgroeve en Cottessergroeve, bekend vanwege het oudste gesteente van Nederland dat hier aan de oppervlakte ligt. Wanneer we even verderop de Belgische grens over gaan, raken we verzeild in een oeroud, afgeslepen hooggebergte waar vindbare ertsen zoals lood zelfs terug te vinden zijn in plaatsnamen, zoals Plombières. In de storthopen van de mijnbouw vinden we een heel bijzondere zinkflora. De tocht eindigt in Kelmis (ook wel La Calamine, wat zinkerts betekent), de ‘hoofdstad’ van een slechts 3,4 km2 groot ministaatje. Het werd gevestigd omdat Nederland, Duitsland en België er destijds niet uit kwamen van wie de grote hoeveelheid zink was die hier lag. Het heette ‘Neutraal Moresnet’. Het staatje is later bij België getrokken.
Net buiten Kelmis verlaten we Neutraal Moresnet en lopen we door het dal van het riviertje de Hohn, waar we door een waar sprookjesbos lopen. Een haagbeukenbos dat in het voorjaar een grote bloemenpracht ten toon spreidt van gele en witte bosanemonen, wilde narcissen, slanke sleutelbloemen, schubwortels, zwarte rapunzel en vele andere bijzondere planten. Ze groeien op een ondergrond van oeroud zwart kolenkalk. Ook hier is lood gewonnen. Vervolgens gaat het verder door een fraai kleinschalig heuvellandschap waar weiden, bossen, hagen, beekjes en bosjes elkaar afwisselen. We komen langs wellicht het merkwaardigste museum ter wereld, het ‘Möhrenmuseum’, oftewel het Wortelmuseum. We komen door het plaatsje Raeren met een waterburcht en het Raerener Wald. Uiteindelijk steken we net voor het eindpunt Roetgen de Belgisch-Duitse grens over.
Vanuit Roetgen gaan we weer België binnen en wandelen we door een uitgestrekt bos: het Osthertogenwald. Hier leven edelherten vrij, zonder hekken. Vanuit het bos gaat het ongemerkt verder door de beroemde Hautes Fagnes, de Hoge Venen, een gebied waar vroeger nog wel eens mensen verdwaalden met fatale afloop. Het is een oeroud hoogveengebied dat op een hoogte van rond 600 meter ligt. Er groeien allerlei soorten planten die je in de koele streken van Noord-Europa zou verwachten: zevenster, rijsbes en rode bosbes. In het hoogveen, dat voornamelijk opgebouwd is uit diverse soorten veenmos groeien ook bijzondere plantensoorten, zoals het beenbreek met zijn heel fraaie gele bloemen, maar ook het vleesetende zonnedauw en veenpluis. Vanwege het zeer zompige karakter van het gebied gaat de tocht grotendeels over wallen of 'knuppelpaden'. De oplettende wandelaar zal sporen van zwijnen en herten aantreffen. We lopen een tijdlang over de Belgisch-Duitse grens, waar we het ‘bed van Karel de Grote’ kunnen bewonderen. Daarna steken we de grens naar Duitsland over en komen in een landschap waar typische hagen groeien: op geregelde afstand in de haag staat een hoge boom. We lopen door het zeer open gebouwde plaatsje Mützenich, waarna we al snel bij het eindpunt Monschau uitkomen, een plaats met oude en bijzondere huizen, waar de Roer zich met geweld tussen de rotsen een weg baant. Let goed op: tussen het gesteente dat hier wel 400 miljoen jaar oud is, groeien vele muurplanten.