Het is onbekend hoeveel berghutten er in totaal op Frans grondgebied liggen. Een voorzichtige schatting zegt dat het er ongeveer 350 moeten zijn. Wat in ieder geval zeker is, is dat een derde daarvan (123 hutten om precies te zijn) in bezit is van de Fédéraction Française des clubs et des montagne (FFCAM); de Franse zustervereniging van de Nederlandse Koninklijke Alpenvereniging NKBV.
De FFCAM (voorheen CAF) beheert hutten in alle grote berggebieden van Frankrijk. Dat zijn naast de Alpen (80 hutten) en de Pyreneeën (25 hutten), ook het Centraal Massief, de Jura en de Vogezen. Plus verspreid nog wat andere gebiedjes zoals de Grands Causses in de Cévennen. Wat niet iedereen weet, is dat de FFCAM ook nog vier hutten beheert in Marokko, waaronder de Refuge de Toubkal op ruim 3200 meter. De FFCAM bezit géén hutten langs de beroemde langeafstandsroute GR-20 op Corsica. Deze zijn allemaal in het bezit van het Parc Naturel Régional de Corse (PNR).
De overige berghutten in Frankrijk (ruim 200) worden beheerd door regionale of lokale bergsportverenigingen, gemeenten of zijn op een andere manier privébezit. Dat is een heel andere situatie dan de Alpenlanden Oostenrijk, Zwitserland en Italië. Daar zijn de berghutten in het overgrote deel eigendom van de nationale Alpenverenigingen en is een privéhut eerder een uitzondering.
Dé Franse berghut bestaat niet. Net zomin als dé Oostenrijkse of dé Zwitserse berghut bestaat. De verscheidenheid binnen Frankrijk is enorm; van zeer groot (120 plaatsen) tot heel klein (10 plaatsen of minder), van luxe tot zeer primitief en van zeer afgelegen tot eenvoudig bereikbaar.
Natuurlijk kunnen we wél iets algemeens zeggen over Franse berghut. Als je Franse berghutten vergelijkt met die in bijvoorbeeld de buurlanden Zwitserland of Oostenrijk, mag je stellen dat ze wat eenvoudiger en soms gewoon spartaanser zijn. Niet dat Fransen nu direct smeerpijpen zijn, maar als het om hygiëne gaat zijn ze wat minder precies en lopen ze achter als het gaat om het installeren van moderne toiletten en washokken.
Het spartaanse karakter van veel Franse berghutten geldt overigens vooral voor het oudere type berghut, want berghutten die de laatste jaren zijn verbouwd worden aangepast aan de eisen van de tijd. Ook in Frankrijk verdwijnt langzaam maar zeker de grote slaapzaal voor dertig mensen en komen er meer en meer kamers voor kleine groepen en gezinnen. In Oostenrijk en Zwitserland is dat vernieuwingsproces van hutten al veel eerder ingezet, vandaar dat je daar meer hutten aantreft die voldoen aan de eisen van de moderne tijd. Probleem is wel dat de ‘klimaatcrisis’ het er ondertussen niet beter op maakt. Op zeer veel plekken in de Alpen en Pyreneeën is de watervoorziening penibel. Het installeren van een douche of wasbak als er nauwelijks water is, heeft natuurlijk weinig zin.
Frankrijk onderscheidt zich dus ten opzichte met Zwitserland of Oostenrijk in het aantal privéhutten dat je aantreft in de bergen. In Frankrijk fungeren boerderijen en almhutten veelal als berghut. Soms zijn deze nog origineel (en dus spartaans…), maar het gebeurt ook dat ze in de loop van de tijd geheel of gedeeltelijk tot berghut zijn omgebouwd. Dat gaat vaak met de Franse slag: slaapzaal erop, gebouwtje erbij, paar nieuwe ramen erin, een stervenskoud douchehok getimmerd. Op bijvoorbeeld de GR5 vind je een mix van zowel berghutten als gîtes d'étape als boerderijen of almhutten met slaapgelegenheid. Dit geldt ook voor de populaire Tour du Mont Blanc (TMB). De hutten op deze route zijn zeer divers. Voordeel van de TMB is dat door de populariteit van de route ook de kwaliteit van de slaapplekken de laatste jaren sterk is verbeterd.
Nog een verschil tussen Franse en Zwitserse of Oostenrijkse berghutten is het eten. Als het op avondeten en lunch aankomt, valt er weinig te klagen. Maar dan het ontbijt. Karig! Niet berekend in ieder geval op de forse inspanning die menig bergbeklimmer overdag moet leveren: een paar sneetjes (oud) brood, een kom lauwe koffie, een stuk knetterharde boter en een kabouterbakje jam. Wat dat betreft kunnen de Fransen nog wat leren van hun buren de Zwitsers: flinke bonken volkorenbrood, Bircher-müesli, glazen met multivitamine en een goed stuk kaas. Dáár kun je wel een dag op teren.
Een verhaal apart zijn de hutten op het Franse eiland Corsica. Door de enorme populariteit (ca. 10.000 wandelaars per jaar) van de langeafstandsroute GR-20, zijn hutten zeker in de zomermaanden overvol en absoluut niet berekend op de enorme massa wandelaars. Tegelijkertijd verkeren veel hutten in een vrij desolate toestand en wordt er ook weinig aan gedaan om dat te verbeteren. Gevolg: te weinig (en sterk verouderd) sanitair, kleine eetzalen, veel te weinig slaapplekken in veel te grote zalen en weinig keuze qua avondeten dat ook nog eens schrikbarend duur is in verhouding met wat je ervoor terugkrijgt. Een ander (serieus) probleem: bedwantsen! Deze bijtgrage rakkers zijn door wandelaars in meerdere hutten aangetroffen. Er zijn zelfs verhalen van wandelaars die in hotels in de dorpen werden geweigerd toen de eigenaar hoorde dat ze ook in hutten aan de GR-20 hadden geslapen.
Het capaciteitsprobleem van de hutten op Corsica is een aantal jaar deels opgelost door rondom de hut eenvoudige pop-up-tentjes neer te zetten waar je je slaapzak (en bij voorkeur) eigen matje uit kunt rollen. Probleem is natuurlijk wel dat al die kampeerders hun behoeftes vooral rondom de tent doen wat in veel gevallen een smerige situatie oplevert. Daarnaast worden de tenten en bijgeleverde slaapmatten met weinig respect behandeld. Veel tenten waaien tijdens een flinke storm kapot.
Gelukkig is er ook goed nieuws. In een groeiend aantal hutten is of wordt het sanitair verbeterd. Zo zijn er bij een meerdere hutten inmiddels vrij moderne, min of meer geurvrije dry toilets geïnstalleerd. Sommige hutten beschikken inmiddels ook over warme douches (o.a. de Refuge Manganu). Tegelijkertijd beschikken veel andere hutten nog altijd over de vertrouwde hurktoiletten en ijskoude douches. Ook hier speelt een tekort aan water een wezenlijke rol.
De berghutten op Corsica worden grotendeels beheerd door het Parc Naturel Régional de Corse. Belangrijk om te weten is dat je wél de overnachtingen (hut dan wel tent) kunt boeken bij de PNRC, maar niet de maaltijden. Dat is een privéaangelegenheid die ligt bij de huttenwaarden die dat allemaal op hun eigen manier regelen. Daarnaast profiteer je op Corsica niet van de ledenkorting waarvan leden van de NKBV bij veel andere Franse hutten van profiteren. We noemen dit het zogenaamde Gegenrecht. Het meenemen van een lidmaatschapskaart van de NKBV is echter wel aan te raden, omdat sommige hutten weer aparte afspraken hebben gemaakt waardoor de korting soms toch geldt.
Hoe dan ook is zeer tijdig reserveren is op Corsica absoluut noodzakelijk en in de drukke zomermaanden zelfs verplicht! Wie zonder reservering aankomt, kan de toegang geweigerd worden. In de buurt van sommige hutten is het toegestaan te kamperen met een zelf meegebrachte tent.
In ons artikel over gebieden voor een huttentocht in Frankrijk komen vooral de Alpen, Pyreneeën en Corsica aan bod. Maar er zijn meer gebieden in Frankrijk waar je verspreid (onbemande) berghutten vindt. Denk daarbij aan de Vogezen, de Jura, het Massief Centraal en de Morvan. Hutten in deze gebieden zijn bijna altijd in handen van lokale verenigingen van zeer diverse pluimage: jagersverenigingen, een skiclub, een wandelclub, een gemeente. Vaak ook moet je vooraf een sleutel regelen om er te kunnen overnachten.
Hutten in Franse middelgebergten bestaan veelal uit mengvormen in de vorm van bijvoorbeeld een Ferme Auberge met een slaapzaal en gedeeld sanitair, een gîte waar ook gegeten kan worden of een omgebouwde boswachterswoning of jagershut. Niet echt dé klassieke berghut zoals je ze in de Alpen meestal aantreft, maar bruikbare overnachtingsplekken als je een doorgaande tocht wil maken. En vaak nog verrassend ook!
# Op deze website vind je allerlei soorten overnachtingsvormen in Frankrijk. Via een handig kaartje kun je in een groot aantal gebieden zoeken naar bemande hutten, onbemande hutten, gîtes d’étape, boerderijen etc. Aanrader!
Voor gîtes d'étape en refuges geldt dat reserveren in de drukke zomermaanden absoluut aan te raden is. Een zeer populaire route als de Tour du Mont Blanc is 's zomers echter zo druk dat je zonder tijdige reservering nauwelijks een overnachtingsplek in hutten of gîtes kunt vinden. Op Corsica geldt dat reserveren in de zomer zelfs verplicht is om zeker te zijn van een slaapplek.
Belangrijk om te weten als je in een Franse hut gaat reserveren: met je lidmaatschap van de Nederlandse Alpenvereniging heb je in privéhutten geen en in hutten van een alpenclub wel korting op een overnachting: het zogenaamde Gegenrecht of La Réciprocité in goed Frans. In alle Alpenlanden en Pyreneeën gaat het in totaal om meer dan 1200 hutten waar je met je lidmaatschap een korting op de overnachting ontvangt tot 50 %. In Frankrijk zijn dat dus 123 hutten. Overigens loont het de moeite je lidmaatschap van de bergsportvereniging toch te tonen in privéhutten, want soms zijn er onderlinge afspraken gemaakt.
Aan dit artikel verleenden Noes Lautier, Ton Joosten en Erik van der Perre hun medewerking. Noes schreef enkele wandelgidsen over de Franse Alpen. Erik Van der Perre schreef een gids over de GR-20 (komt uit in april 2021). Ton Joosten schreef een groot aantal wandelgidsen over de Pyreneeën en bezit daar een eigen chambres d’hôtes