In het Nationaal Park Hohe Tauern in Oostenrijk kom je als wandelaar volop aan je trekken in het winterlandschap. Wildspotten, sneeuwschoenwandelen, langlaufen: een mens komt oren en ogen te kort om van de natuur te genieten.
Het is berekoud. De sneeuw kraakt onder onze voeten, onze adem blaast kringetjes in de vrieslucht. ‘Seid bitte leise!’ Wees een beetje stil! De ranger die ons zonet achterop een tractor door rijen vol met sneeuw beladen sparrenbomen heeft gevoerd, laat er in de namiddagzon geen twijfel over bestaan: dit is geen ‘walk in the park’, maar een zoektocht naar wild. Hoog op de berg, op meer dan 1.500 meter, stappen we uit. We zitten in Habach in het midden van het nationaal park, en het is zo stil dat je een speld kunt horen vallen in de sneeuw. In ganzenpas lopen we ‘leise’ naar een verwarmde wildhut, waar we een plekje zoeken voor een groot panoramaraam. We krijgen allemaal een verrekijker, en dan is het wachten. Maar de machtige bergwereld voor onze neus zorgt ervoor dat je je geen moment verveelt. We zitten nauwelijks tien minuten neer als we door onze verrekijker een hinde met haar kleintje in het vizier krijgen, die op een paar honderd meter voor ons rustig in de sneeuw paradeert. Later duikt in het struikgewas verderop nog een edelhert op. En de show moet nog maar beginnen.
Alsof ze er allemaal hun klok op gelijk hebben gezet, komen ineens vanuit alle kanten uit de struiken op de bergen grote roedels herten naar de voederplaats afgezakt. Eerst de kalfjes, nieuwsgierig en hongerig. Dan jonge mannetjes met een echt gewei, sommige met slechts 1 spies. Ze blijven maar komen, met tientallen en tientallen tegelijk. Sommige dieren rennen tegen sneltempo naar het hooi, andere trippelen alsof ze sierlijke pirouettes maken op de ijzige ondergrond. Even schrikt een hinde op van een krakende tak, meteen daarna lopen 80 anderen haar achterna. Helemaal aan het eind volgen de sterren van de dansvloer: 4 grote edelherten, elk zo’n 200 kilogram zwaar en met allemaal kanjers van geweien. Het is geweldig om te zien. Het lijkt wel een dierenshow, maar er is niets geregisseerd aan. Een hert eet dagelijks tot 4 kilo hooi, maar dat is in de winter niet voorradig. Daarom voeren ze in de Hohe Tauern in Oostenrijk al sinds de Middeleeuwen de dieren bij met appels, mäisplanten en hooi. Oorspronkelijk was dat omdat er veel wild nodig was voor de jacht. Ook nu nog zetten de rangers in het nationaal park die traditie verder, maar dan om het wildbestand op peil te houden. Tegelijk is het een manier om honderen dieren te monitoren met zendertjes of een oormerk, waardoor de rangers steeds beter zijn gaan begrijpen hoe edelherten precies leven. Zo weten we nu bijvoorbeeld dat herten ‘s winters ook dwergstruiken en jonge boompjes eten. Resultaat: ze hebben een gigantische invloed op hoe snel een bos groeit of zelfs op hoe groot het wordt.
Met zijn 1.856 vierkante kilometer is Hohe Tauern het grootste natuurreservaat van de Alpen, en het grootste nationale park van Midden-Europa. Hier vind je 266 bergen van 3.000 meter hoog, zo’n 130 vierkante kilometer gletsjers en 550 meren. Een fantastisch gebied dat zowel Salzburgerland, Osttirol als Karinthië bestrijkt. Maar ook al is het een nationaal park, Hohe Tauern is omringd met wintersportoorden waar je in een adembenemend sneeuwlandschap tal van outdooractiviteiten kunt beoefenen. En de laatste jaren mikken die ook meer en meer op niet-skiërs maar actieve buitenmensen. De Wildkogel Arena met de dorpen Bramberg en Neukirchen is een rustig en familievriendelijk sneeuwoord tussen het Zillertal en de Kitzbüheler Alpen in. Als je hier een overnachting boekt, krijg je een gastenkaart waarmee je gratis deelneemt aan enkele activiteiten die elke week worden georganiseerd. Zo is er het onvolprezen sneeuwschoenwandelen. Wat ons betreft is er geen betere manier om dicht bij de natuur te komen dan op sneeuwraketten.
Bij een boerderij in Neukirchen gaan we op weg voor een begeleide dagtocht richting Untersulzbach, een riviertje aan de voet van de machtige Großvenediger, die andere kanjer in het natuurreservaat. We gespen onze kunststof sneeuwschoenen vast en grijpen onze twee stokken beet. Het vriest dat het kraakt, en er waait een gure wind. Al na vijf minuten voel ik me compleet in een andere wereld. Over een maagdelijk sneeuwtapijt banen we ons een weg door het desolate landschap. Af en toe waait er een wolk sneeuw uit de sparren. Met volle teugen genieten we van de absolute stilte. Het landschap rondom ons is een echt postkaartplaatje met het beste van Oostenrijk. Omdat hier niemand komt, is het makkelijk om de sporen van vossen en hazen in het witte sneeuwtapijt te herkennen. We klimmen als gemzen steile heuvels op, doorkruisen besneeuwde maanlandschappen en volgen verder de rivierbedding. Maar het ijs op de rivier is zo dun, dat we een paar keer op onze passen moeten terugkeren om een nieuwe route te zoeken. Sneeuwschoenwandelen is constant improviseren, maar zo zie je ook het meest. Dichter bij de natuur kun je in Oostenrijk écht niet komen.
De volgende dag duiken we vanuit ons pension direct de langlaufloipes op, voor een tocht van een tiental kilometer. Het zachte suizen van de latten in de sneeuw heeft een rustgevend effect. Je geniet van de vrieskou, en verkent tegelijk op een snelle manier de omgeving ver weg van de skipistes. Ook de feeërieke Krimmler-waterval is een must. Met zijn 380 meter is het de hoogste van Europa. Van de imposante stroom water die in de zomer met veel geraas van de rotsen naar beneden dondert en waar elke dag duizenden bezoekers op afkomen, blijft in de winter bijna niets over. Veel volk is er niet, maar het spektakel is niet minder mooi. Het grootste deel van de indrukwekkende waterval is bevroren, en dat geeft je de kans om al die ijspracht langs alle hoeken en kanten te bewonderen. Overigens is het straf hoe krachtig het water op een ijsdag van min 6 graden gewoon door blijft stromen. De Krimmlerfälle zijn de ideale behandelingskuur voor asmatici, die ‘s zomers en masse naar Hohe Tauern afzakken. De watervallen hebben een unieke sproeinevel die ‘waterval-aerosol’ bevat en de lucht tot de gezondste van heel Oostenrijk maakt. Dit is zoveel als een natuurlijke astmaspray, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.