De Sentiero delle Orobie Occidentale is een meerdaagse huttentocht in het Valle Brembana. Deze streek ligt in de provincie Bergamo in de regio Lombardije van Noord Italië.
Beknopte informatie Sentiero delle Orobie Occidentale
Land: Italië
Gebied: Orobische Alpen, Valle Brembana, Bergamo, Lombardije, Noord-Italië
Activiteit: Bergwandelen
De tocht: Meerdaagse huttentrektocht van zes dagen die begint in het dorpje Cassiglio en eindigt in Carona. Zwaarte:
Moeilijkheidsgraad: Pittige bergwandeltocht, alleen voor ervaren bergwandelaars. Per dag tussen 3,5 - 8,5 uur wandelen en 300 - 1600 hoogtemeters.
Navigeren: Markering en topokaart.
Beste tijd: Mei - september.
Overnachten: Berghutten.
Vervoer naar de Orobische Alpen: Auto of vliegen. Utrecht - Piazza Brembana is 1100 km.
Uitrusting: Zie ook de Op Pad paklijst huttentochten
De Orobische Alpen (Alpi Orobie) worden ook wel Bergamasker Alpen (Alpi Bergamasche) genoemd naar de historische stad Bergamo die aan de voet van dit gebergte ligt. In het Italiaans vaak met als extra voorvoegsel 'Pre' (Prealpi Orobie of Prealpi Bergamasche), dit omdat het gebergte niet tot de echte Alpen behoort maar een voorgebergte is. De tocht biedt prachtige panorama's op berglandschappen met meren, weides en rotspieken. Overnachten doe je in comfortabele berghutten. Onderweg is de kans op het zien van dieren zoals bergmarmotten en steenbokken groot. Beneden in de valleien vind je vele authentieke dorpjes.
De Sentiero delle Orobie Occidentali is een zesdaagse huttentrektocht die begint in het dorpje Cassiglio en eindigt in Carona.
Het is een pittige bergwandeltocht en vergt een goede conditie. De dagetappes varieren van 3,5 tot 8,5 uur en je overwint tussen de 300 en 1600 hoogtemeters.
De tocht is geschikt voor ervaren bergwandelaars. Enkele passages zijn steil en beveiligd met kettingen. Een Via Ferrata set is echter niet nodig. De gradatie is T2/T3 volgens het Zwitserse waarderingssysteem. Ervaring met navigatie in de bergen en omgang met kaart en kompas is een pre.
Het grootste deel van de tocht volg je weliswaar route 101 (dit staat op bordjes aangegeven en ook met rood-witte verfmarkeringen) maar af en toe zijn de aanduidingen vaag. Vanaf Passo di Tartano wordt het helemaal onduidelijk. Je volgt dan andere nummers zoals de 202, 203, 208, 213, de aanduiding GVO, en bordjes met Rif. Dordona, Rif. Longo en eindbestemming Carona. Enig zoekwerk is onvermijdelijk. Onderaan deze pagina vind je een gps-track van de gelopen huttentocht.
Disclaimer: Hoewel de redacteurs en auteurs grote zorg besteden aan het verzamelen van informatie en het maken van correcte GPS-tracks, kan Op Pad op geen manier aansprakelijk worden gesteld voor fysieke of financiële schade. Routes in de bergen zijn aan constante verandering onderhevig en de GPS-tracks op deze website dienen slechts als hulpmiddel bij het vinden van de route. Ervaring met bergwandelen en oriëntatie is noodzakelijk, alsmede de vaardigheid om met kaart en kompas te kunnen navigeren.
Nagenoeg de hele tocht is onverhard.
Eind juni - september. Begin juni kunnen de hoge passen nog met sneeuw bedekt zijn en in oktober kan de winter reeds haar volgende intrede doen. Beste periode daarom: eind juni-september.
Als uitgangspunt zijn de dorpen Piazza Brembana of Oltre il Colle geschikt. Hier kom je het snelste met de auto via Milaan en Bergamo (1100 km vanaf Utrecht). Je kunt ook vliegen op Bergamo Orio al Serio Airport en met een huurauto naar Valle Brembana rijden.
Als start- en eindpunt kies je voor een van de vele hotels en B&B’s in de Valle Brembana. Tijdens de tocht overnacht je achtereenvolgens in de berghutten Rif. Lecco, Rif. Casare Begnigni, Rif. Passo San Marco, Rif. Dordona en Rif. Fratelli Longo. Theo Bianchi en Joke van der Meulen van Italiadesso zijn zeer behulpzaam bij het maken van reserveringen of het vinden van andere overnachtingsplekken. www.italiadesso.nl
In vrijwel elk dorp zijn kruideniers met vers brood en vaak ook andere winkels, bars en restaurants. In de berghutten worden uitgebreide Italiaanse maaltijden geserveerd, met lokale specialiteiten en uiteraard heerlijke koffie. Je kunt in de hutten ook eten voor de lunch kopen. Op sommige etappes passeer je onderweg gelegenheden waar je kunt lunchen.
De tocht gaat over bergpaadjes dus stevige wandelschoenen zijn aan te raden. Je draagt de gehele tocht al je bagage zelf mee. Een rugzak moet plaats bieden aan voldoende warme en waterdichte kleding, een setje schone kleren, lakenzak, een EHBO-kit, bivakzak, tochtenvoer, drinken, telefoon en kaartmateriaal. Wandelstokken zijn handig.
In de Valle Brembana liggen veel dorpen met allemaal eigen kenmerken. Er zijn kerken en heiligdommen te bezichtigen, met beelden en schilderijen gemaakt door een regionale, nationale of zelfs internationale bekende kunstenaar. In verschillende dorpen zijn ook muurschilderingen op de gevels aangebracht. Dankzij de bloeiperiode rond 1900 zijn er mooi Jugendstil villa’s, zoals in San Pellegrino. Het grote aantal musea in de buurt biedt verdieping in een scala van onderwerpen.
Ooit liepen de handelswegen van Italië naar Zwitserland door de Valle Brembana en was het een belangrijke en goed ontwikkelde streek. De handelsroutes zijn nog terug te vinden, soms als stuk van de provinciale weg soms als wandelroute.
Niemand minder dan Leonardo da Vinci heeft rond 1509 in deze streek gewoond. Hij verbleef in de Valle Brembana omdat de daar wonende ambachtslieden de vaardigheden hadden om de door hem bedachte uitvindingen daadwerkelijk te maken. Hij heeft in die tijd zowel een kaart van de Valle Brembana getekend als een schets van de Arera gemaakt.
Dag 1: Cassiglio (602m) -Rifugio Lecco (1779m)
Afstand 17,5 km, duur 6,5 uur, 1842 meter stijgen, 684 meter dalen, moeilijkheid T2/T3, zwaarte 3/5.
Vanaf het dorpje Cassiglio (602m) zuidwaarts richting Passo di Baciamorti (1541m) en over een graat naar de Pizzo Baciamorti (2009m). Afdalen richting westen via Passo Sodadura naar Rif. Cazzaniga-Merlini (1885m). Vanaf hier twee opties. 1: 'rechtsom' over de 101 via Bochetta dei Megoffi (2020m) naar Piani di Bobbio en Rif. Lecco over een gemarkeerd wandelpad (T2). Of 'linksom' over een steil paadje met kettingen 'Sentiero Stradini' (T3) naar Rif. Lecco (1779m).
Dag 2: Rifugio Lecco (1779m) -Rifugio Cesare Begnigni (2222m)
Afstand 17 km, duur 7,5 uur, 1437 meter stijgen, 1002 meter dalen, moeilijkheid T3, zwaarte 3/5.
Via Piani di Bobio route 101 naar Passo di Gedrino, Passo di Gandazzo, Passo di Toro en Col di Corvo (2063m). Pad volgen naar Rif. Alberto Grassi (2024m) waar koffie, taart of lunch te krijgen is. Pad gaat verder ten zuidoosten onder de Pizzo di Tre Signore langs naar de Passo Bocca di Trona. Afslaan naar Rif. Begnigni (2222m).
Dag 3: Rifugio Cesare Begnigni (2222m) -Rifugio Passo San Marco 2000 (1830m)
Afstand 9,5 km, duur 4,0 uur, 475 meter stijgen, 835 meter dalen, moeilijkheid T2, zwaarte 2/5.
Steile afdaling door een rotscouloir en verder over de 101 naar Passo Salmurano (2017m). Tussen Monte Triomen en Monte Avaro door richting Lago di Ponteranica. Pad volgen naar Piano dell Aquanera. Rechtsaf via Rif. Ca San Marco door naar overnachtingsplek Rif. Passo San Marco 2000 (1830m).
Dag 4: Rifugio Passo San Marco 2000 (1830m) -Rifugio Dordona (1960m)
Afstand 18,5 km, duur 5,5 uur, 1394 meter stijgen, 1257 meter dalen, moeilijkheid T2, zwaarte 4/5.
Terug naar Rif. Ca San Marco en over paadje omhoog naar de pas. 100 meter over de autoweg lopen en rechtsaf de 101 weer op richting Bivacco Alberto-Zamboni. De bergflank traverseren tot Bocchetta Colomber naar Passo della Porta (2048m). Afdalen naar C.ra Cavizolla (1798m) en weer stijgen naar de Forc Rossa ( 2058m). Via Il Baitone (1862m) naar Passo di Tartano (2102m). Hier houdt de 101 markering op. Pad volgen naar Laghi di Porcile en via de Sentiero G.V.O. (Gran Via delle Orobie) door het Val di Lupi naar de Bocchetta dei Lupi (2316m). Aan de andere kant afdalen en een stukje de bordjes Passo Dordona volgen tot je de hut Rif. Dordona (1960m) ziet liggen. Afstand 18,5 km, duur 5,5 uur, 1394 meter stijgen, 1257 meter dalen, moeilijkheid T2, zwaarte 4/5.
Dag 5: Rifugio Dordona (1960m) - Rifugio Fratelli Longo (2026m)
Afstand 18 km, duur 4,5 uur, 1216 meter stijgen, 1175 meter dalen, moeilijkheid T2, zwaarte 2/5.
Vanaf de hut over de weg naar de Passo Dordona (2067m). Via wandelroute 203 richting Lago di Trote en door naar Passo del Croce (1942m). Route 208 volgen richting Mirtillo (2090m) en via Bocchetta Vecchia langs Rif. Baitone (1701m) tot de kruising met de weg. Linksaf route 224 naar Rif. Fratelli Longo (2026m).
Dag 6: Rifugio Longo (2026m) -Carona (1116m)
Afstand 17 km, duur 5,5 uur, 800 meter stijgen, 1698 meter dalen, moeilijkheid T2/T3, zwaarte 2/5.
Vanaf de hut naar Lago del Diavolo en over pad 246 tot de Passo Selletta (2372m). Dit is het hoogste punt van de tocht. Aan andere kant over 246 en 225 afdalen naar Rif. Calvi. Hier eventueel een koffie. Over route 213 richting dal afdalen. Bij Bocchetta Cabianca (1753m) heb je twee opties. 1: Rechtsaf over pad 247 naar Carona afdalen (T2). 2: Linksaf de 213 blijven volgen tot Lago Sardegnana en na een korte afdaling langs spoorlijn over een zeer steil (en soms glibberig) bospad afdalen naar Carona (T3). Afstand 17 km, duur 5,5 uur, 800 meter stijgen, 1698 meter dalen, moeilijkheid T2/T3, zwaarte 2/5.
* Il sentiero delle orobie occidentali. Itinerari tra i rifugi del sentiero 101, di Lucio Benedetti, Chiara Carissoni.
Theo Bianchi komt al sinds 1985 in de Valle Brembana en ook Joke van der Meulen is verliefd op de Orobische Alpen, met authentieke dorpen en prachtige natuur. Samen hebben ze een huis gekocht in Oltre il Colle en middels hun portal ItaliAdesso willen ze de schoonheid van dit dal aan Nederlanders laten zien. Het duo heeft geen eigen panden, maar bemiddelt tussen lokale aanbieders en vakantiegangers. Hun initiatief wordt door de lokale bewoners zeer gewaardeerd en ook voor Nederlandse gasten is hun hulp bijzonder welkom, aangezien er in het gebied nauwelijks Engels wordt gesproken.