icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Image
Camino del Cid
Routes

Op de fiets El Cid achterna, en verder

  • 23 september 2025
  • Door: Kees Lucassen

Oud-Op Pad-hoofdredacteur Kees Lucassen (66) maakte meer dan honderd fietsreizen. Gevraagd naar de mooiste route, zegt hij: “Onmogelijk te zeggen. Maar de Camino del Cid heb ik drie keer gereden, dat zegt wel wat. De eerste keer, in maart 1994, was door een kaal, winters Spanje, tijdens de Semana Santa. Maar de laatste keer, in mei 2025, fietste ik door 86 tinten groen. Over die reis schreef ik dit verhaal.”

FAQ: de 11 meestgestelde vragen over de Camino del Cid

Wat is de Camino del Cid?

De Camino del Cid (CdC) is een route in Spanje die de sporen volgt van El Cid, een ridder die pakweg duizend jaar geleden leefde. In de regio’s Castilië, Aragon en Valencia vocht hij met zijn leger zowel voor toenmalige koningen als voor zichzelf. Meestal tegen de Moren, die toen heersten over het grootste deel van Spanje, maar soms ook voor. De CdC-hoofdroute, van Burgos naar Valencia, is zo’n 900 km lang en daarnaast zijn er enkele optionele deelroutes. Je doorkruist dunbevolkt Spanje, maar ook historische steden en stadjes, zoals Burgos, Albarracín, Teruel en Valencia. Sterker, reizend door vruchtbare vlaktes, bosrijke bergen en bizarre rotskloven kom je langs tal van cultuurhistorische schatten, van piepkleine kapel tot giga-vesting.    

Image
Camino del Cid
Is de Camino del Cid een fietsroute?

Ja en nee. Eind vorige eeuw kwam ‘A Cycling Tour in Search of El Cid’ uit, een Engelstalig gidsje van de Camino del Cid als fietsroute, 860 kilometer lang en opgedeeld in 20 etappes. In mei 1996 verscheen hiervan een reisverhaal in het tijdschrift Op Pad. De interesse voor de route groeide, in zowel Spanje als Nederland. De CdC werd (deels) bewegwijzerd en er kwamen stempelkaarten en infoborden. Plus, weer iets later: een Camino del Cid-website (zowel Spaans- als Engelstalig) en een CdC-app, met naast info over de fietsroute (opgesplitst in 11 deelroutes), ook informatie over een El Cid-route voor wandelaars, voor gravel- & mountainbikers, en voor motorrijders. 

In ons land verscheen in 2001 de fietsgids ‘El Camino del Cid, op de fiets van Burgos naar Valencia’ van Bert Sitters uit. En in 2013 ‘In het spoor van El Cid, fietsroute van Burgos naar Valencia’ van Clemens Sweerman. Maar… beide gidsen worden inmiddels niet meer bijgedrukt. 
Over druk gesproken, dat is het op de CdC – gelukkig – nooit geworden. En oh ja, de fietsroute van Sweerman en die van de Spaanse website & app komen niet helemaal overeen. Wat niet erg is, ze zijn allebei mooi.

Image
Camino del Cid
Hoe vind ik steeds de route?

De CdC is bewegwijzerd. Niet in elke provincie even goed (of even goed in stand gehouden), maar in combinatie met de Camino del Cid-app op je telefoon en/of de (inmiddels ietwat gedateerde) gids van Sweerman zul je niet snel verdwalen. Al helemaal niet wanneer je hiernaast ook nog gebruik maakt van een navigatie-app, zoals Google Maps (in de fietsmodus) of Komoot.     

Image
Camino del Cid
Hoe kom ik bij het beginpunt en ook weer thuis?

Beginpunt Vivar de Cid, vlakbij Burgos, is op diverse manieren te bereiken. 

  • De snelste? Vliegen op Bilbao (bijvoorbeeld vanaf Eindhoven met Transavia), dat op zo’n 150 km van Burgos ligt. Die kun je fietsen, of je stapt met je fiets op de bus (van ALSA) naar Burgos.
  • De leukste? Zoals Op Pad het deed: fietsen van Vlissingen via Vlaanderen naar Duinkerken (120 km), per ferry naar Dover (2 uur), hierna de zuidkust volgen naar Portsmouth (250 km), per ferry naar Santander (36 uur) en dan fietsen naar Burgos (200 km).
  • Wat ook kan: vanaf half april tot begin september rijdt er een fietsbus (ook geschikt voor e-bikes & tandems) van Cycletours van Amsterdam, via Utrecht en Breda, naar Pamplona, dat op 225 km van Burgos ligt. 

Als CdC-eindpunt kun je voor Valencia kiezen of voor Orihuela (op 25 km van de stad Murcia). Terug naar huis kan dan met onder meer:

  • ‘t vliegtuig: vanaf Valencia, Murcia of Alicante.
  • de bus: (met je fiets) met ALSA vanuit Valencia of Murcia in 24 uur naar Parijs, en dan vanaf hier naar huis per Flixbus (of de trein).
  • de fiets: bijvoorbeeld door vanuit Murcia via Caravaca de la Cruz naar Cazorla te fietsen, en vanaf hier de fietsroute(s) van Paul Benjaminse naar het noorden te volgen, naar Girona en verder.  
Image
Camino del Cid
Hoe zwaar is het fietsen op de Camino del Cid?

Clemens Sweerman schreef: ‘een schitterende en uitdagende route’, en daar sluit Op Pad zich bij aan. Niet geschikt voor een eerste fietsvakantie, maar meer iets voor wie al eerder met bepakking in bergachtig gebied heeft gefietst. De CdC volgt vooral rustige, landelijke wegen. Een aantal daarvan is de laatste pakweg 20 jaar ‘verbeterd’ (lees: verbreed), wat ze juist minder aantrekkelijk maakt. Vaak vindt je navigatie-app dan een mooi gravel-alternatief, hiervoor zijn echter geschikte banden gewenst: liefst 40 mm of breder, zeker als je met bepakking fietst. Sweerman noteerde ook: ‘Het is zaak om voor al de cultuurhistorische schatten de nodige tijd in te ruimen en geen belemmerend strakke schema’s op te stellen waarvan je onderweg spijt van krijgt’. En ook daarmee is Op Pad het eens. Kies steeds zelf, rekening houdend met je conditie, je bepakking, de zwaarte van de weg en alles wat je onderweg wenst te zien, hoeveel kilometer je elke dag fietst: 100 kan, maar 50 is ook prima.

Image
Camino del Cid
Waar overnacht ik onderweg?

Hoewel de CdC door dunbevolkt Spanje slingert, zijn er onderweg voldoende hotels, hostels en casa rurals. Campings zijn er echter lang niet overal, maar vaak kun je wildkamperen (wat officieel niet mag, maar zelden voor problemen zorgt). Door alles te combineren (dus kamperen én hotels), kun je gemakkelijk elke dag bepalen hoeveel kilometer je rijdt.  

Image
Camino del Cid
Wat is de beste tijd voor de Camino del Cid?

In het voorjaar (begin mei tot half juni) en het najaar (september/oktober). Want ‘s winters kan ‘t steenkoud zijn, en ‘s zomers bloedheet. 

Image
Camino del Cid
Wat moet ik zeker meenemen?

Op Pad tipt: geen haast, goede zin en een bergverzet. Plus: een powerbank en/of opvouwbaar zonnepaneel. Want na twee keer achter elkaar wildkamperen, zonder stopcontact, wil je niet met een lege telefoon komen te zitten. Hoewel, toen Op Pad de CdC de eerste keer fietste, in 1994, gebeurde dat zonder mobieltje, en die reis was minstens zo leuk. Voor wie met een tentje reist: neem dan ook een brandertje en wat instant-maaltijden mee, zodat je op de mooiste plekjes kunt slapen en eten.       

Image
Camino del Cid
Maar wie was nou die El Cid?

Rodrigo Díaz de Vivar, in 1040 in Vivar (bij Burgos) geboren, was een Spaanse ridder, beter bekend als El Cid Campeador. Een verbastering van ‘sayyid’, Arabisch voor ‘heer’. De bijnaam getuigt van respect, van zowel Moorse als christelijke kant. 

Als jonge ridder raakt hij bevriend met prins Sancho, die in 1065 koning van Castilië wordt en Rodrigo dan opperbevelhebber maakt. Al snel verovert El Cid voor zijn vriend naburige gebieden. In 1072 wordt Sancho echter vermoord. Koning van Castilië én León wordt nu zijn broer Alfonso, de man van wie El Cid denkt dat hij (mede)schuldig is aan Sancho’s dood. Tot drie keer moet Alfonso daarom zweren onschuldig te zijn. Een diepe vernedering, maar omdat Alfonso El Cid nodig heeft, blijft Rodrigo in dienst en krijgt hij Jimena als vrouw. 

Op zijn paard Babieca trekt El Cid vervolgens naar o.m. Sevilla en Toledo, vechtend tegen Moren en christenen. Soms tegen de zin van Alfonso, mede daarom wordt hij verbannen. Voortaan werkt Rodrigo met een huurleger, ook voor Moorse sultans. Succesvol, terwijl Alfonso pijnlijke nederlagen incasseert. De koning heft daarom Rodrigo’s ballingschap op. Waarna El Cid Valencia, waar sultan Al-Qadir de baas is, in 1094 veroverd. Zogezegd in naam van Alfonso, maar in feite sticht hij een onafhankelijke staat, waarover hij als een vorst regeert, tot zijn dood in 1099. Jimena laat zijn lichaam begraven in het klooster van San Pedro de Cardeña, en later wordt het overgebracht naar de kathedraal van Burgos, waar El Cid nu naast haar rust.

Al tijdens zijn leven, maar vooral daarna, doen wonderlijke verhalen over El Cid de ronde. Enkele daarvan staan in het Cantar de Mio Cid, een heldendicht, ruim een eeuw na zijn dood opgeschreven. En nog later gevonden, in de kathedraal van Burgo de Osma.  

Image
Camino del Cid
De Camino del Cid per e-bike, kan dat?

Sí! Op Pad kwam onderweg diverse vrolijke e-bikers tegen, ook uit Nederland. Opladen kan & mag bij vrijwel elk stopcontact. Neem voor alle zekerheid een extra batterij mee, want het volgende stopcontact is soms best ver weg. Vliegen met een e-bike mag niet, dus naar Spanje & terug moet je per trein, bus en/of fietsend. 

Image
Camino del Cid
Waar vind ik nog meer info over de Camino del Cid?

Op de CdC-website, in het Spaans en het Engels. En in het Nederlands op de Europa-fietsers website.

Image
Camino del Cid
Image
Camino del Cid

Reisverslag over de Camino del Cid

“En toen?” vraagt Petra, haar linker wenkbrauw optrekkend. Wie Petra is, dat vertel ik zo, maar eerst wil ik hier iets kwijt over de talrijke mensen die mij onderweg naar hier, Montes de Perín, precies hetzelfde hebben gevraagd. Zoals? Nou Juan bij de kathedraal van Burgos, Benito in Aguilar de Anguita, Pedro in El Pedregal, María in Teruel, Luna in Valencia en José in Orihuela.

1) Over waar de reis begon

Juan is een politieman. Pal voor de kolossale kathedraal van Burgos bewonderde hij mijn fiets, een Koga met Rohlof-naaf. Zelf fietst hij ook graag. En of ik op weg was naar Santiago. 

Waarna ik deze sympathieke arm der wet in Steenkolenspaans vertelde dat mijn route, de Camino del Cid, nog maar net was begonnen. In Vivar del Cid, het geboortedorp van Rodrigo Díaz alias El Cid, twaalf kilometer ten noorden van Burgos. Én dat ik, om daar te komen, wel al in Holanda was begonnen. De Kustroute min of meer volgend naar ‘t Vlaamse Middelkerke. Via Vlissingen, Damme, Brugge, Plassendale en Snaaskerke. Plus: 1001 populieren, zeeën van fluitenkruid, tongstrelende garnalenkroketjes en een picon van het huis bij Resto Mijn Plezier. 

Image
Camino del Cid
Kapel van Nieuwege
Image
Camino del Cid
Kees & Juan in Burgos

2) Over hoe ik in Spanje kwam

Eenmaal Middelkerke voorbij was ik via Veurne naar Duinkerken gefietst, om daar op de ferry naar Dover te stappen. En hierna naar Portsmouth gefietst, via Folkestone, Hastings, Seaford & Brighton. Plus: witte kliffen & knalblauw Kanaal, breakfasts met bacon & bloedworst, overstekende dassen & eekhoorntjes, en de sporen van o.a. Henry VIII, Charles Dickens, koningin Victoria, & mister Bean. 

"Y luego? (En toen?)” wilde Juan weten, starend naar het giga-godshuis.
Dus ik vertelde verder. Over hoe ik, na een afstapwaardige rustdag in Portsmouth, op de boot naar Santander was gestapt. Ook weer een historische havenstad, waar ik – onderweg dolfijnen spottend in de Golf van Biskaje − 36 uur later wiel aan wal zette. Vervolgens verdween ik in de Cordillera Cantábrica, het Cantabrisch Gebergte, om via de Puerto de Alisas (674 m) en de Puerto de los Tornos (920 m) Castilië & León te bereiken. Hoy (vandaag) één Spaanse regio, maar in de tijd van El Cid twee kiftende koninkrijken. Ik kampeerde er wild, ontbeet spotgoedkoop in kleine dorpskroegen, met koffie & tortilla, en trapte door rotstunnels en onder zwijgende gieren & klepperende ooievaars. Plus, na Oña, sfeervol stadje nummer zoveel, over een oude spoorlijn, nu een gravelpad, de camino naturales tussen Medina de Pomar en Burgos. 

Image
Camino del Cid
Op de Puerto de Alisas
"Om nog maar te zwijgen over de tapas, de rioja en wat verder ter tafel komt."

3) Over Burgos, de wieg van Spanje

“Zo bereikte ik, elf dagen na vertrek, Vivar de Cid. Geboortedorp van Rodrigo Díaz, oftewel El Cid, alias El Campeador. Zijn geboortehuis, een hoogbejaarde molen annex café en stempelpost, bleek echter cerrado, dicht. Ik ben daarom maar doorgefietst, naar hier, Castiliës stokoude hoofdstad.” 

“En nu? Toch wel een rustdag?” reageert Juan. “Kijk, hier in deze kathedraal, werelderfgoed met mucho bezienswaardigheden, rusten Rodrigo en zijn Jimena. Voor eeuwig. En in de sporen van zijn leven gaat u nu trappen. Maar er is nog zoveel meer. De middeleeuwse stadspoort, El Cids standbeeld, het Museo de la Evolución Humana en… ach, welbeschouwd is Burgos de wieg van Spanje. Om nog maar te zwijgen over de tapas, de rioja en wat verder ter tafel komt.” 

En ja, daar had Juan een punt.

Image
Camino del Cid
Het (gesloten) geboortehuis van El Cid
Image
Camino del Cid
El Cid & Babieca in Burgos

4) Over het gezondste water van Spanje

In het gehucht Aguilar de Anguita vraag ik of het bronwater potable (drinkbaar) is. Aan Benito, een kromgetrokken grijsaard die reageert als door een adder gebeten: “Sí señor, dit is ‘t gezondste agua de España!” 

Demonstratief neemt hij een slok, recht zijn rug en vraagt dan met schorre stem wat ik hier doe. Waarna ik hem vertel over hoe ik van Burgos naar San Pedro de Cardeña ben gefietst. “Daar was El Cid ooit, zowel dood als levend. En Babieca, zijn paard, ligt er in de kloostertuin begraven.”

Ook vertel ik over Membrillas de Lara, waar onverwacht een dinosaurus opdook. En over Covarrubias, een van Spanjes mooiste dorpen. En over Sad Hill, het kerkhof in de slotscène van The Good, the Bad & the Ugly. En over de monnik Moises (Mozes), zingend in Santo Domingo de Silos. En over de Garganta de la Yecla, mijn derde kloof onder zwijgend zwevende gieren. En over Clunia, rijk aan de ruïnes van een Romeinse stad. En dan… dan stop ik even voor een slokje gezond water.  

Image
Camino del Cid
Kees, Benito & een onbekende vrouw
"Muren met uitzicht op schier oneindig niets dat wordt bevlekt door de schaduw van overdrijvende wolken"

5) Over het grootste fort van Europa

“Y luego?” raspt Benito prompt, 38 rimpels fronsend. 

Ik vertel hem over de kasteelruïnes langs de Río Duero. Over giga-El Cid-graffiti, in Estaban de Gormaz. Over El Burgo de Osma, waar in de middeleeuwse kathedraal het Cantar de Mío Cid is gevonden. Een heldendicht, na El Cids dood geschreven en waarin hij een avontuurlijk edelman is, trouw aan koning en kerk. Onmisbaar in de Reconquista, de woelige strijd tegen de Moren. Bekend is echter dat hij met zijn huurleger ook voor de Moren vocht, als hem dat meer opleverde.     

Trappend tussen ontelbare appelbomen, zo kwam ik in Navapolos. Een spookgehucht, waar El Cid, aldus regel 401 van het heldendicht, Castilië verliet door hier de Duero over te steken. Iets verderop was een brug, maar die werd destijds beschermd door het grootste fort van Europa: het Castillo de Gormaz. “Gebouwd door Moren, begeerd door Christenen. In een halve eeuw tijd wisselde het tien keer van eigenaar alvorens onze held het definitief veroverde. Hoy is het een leeg karkas. Muren met uitzicht op schier oneindig niets dat wordt bevlekt door de schaduw van overdrijvende wolken.” 

Image
Camino del Cid
Castillo de Gormaz
Image
Camino del Cid
Affodil, een van de ontelbare bloemen onderweg

6) Over slapen met Babieca

“Y luego?” grijnzen de 38 rimpels opnieuw.

“Na Berlanga de Duero, ooit eigendom van El Cid en nu een van Spanje’s mooiste dorpen, met uiteraard weer een giga-kasteel, passeerde ik eerst de Ermita de San Baudilio, een grafkapel (vol fresco’s, bloedmooi en ‘Ver van alle routes’, aldus de schrijver Cees Nooteboom in De omweg naar Santiago, maar dat laatste klopt dus niet). Dan Caltojar, met huizen van leem en muren met Picasso-graffiti. Daarna vestingdorp Rello (middeleeuws, ommuurd en ‘een hoogtepunt’ volgens Bert Sitters, schrijver van de fietsgids El Camino del Cid). En dan het gehucht Barahona (‘Hallucinerend’, aldus de Spaanse schrijver Ortega y Gasset). Zo kwam ik in Siguënza, stokoud stadje & werelderfgoed-kandidaat. Met een oogstrelende kathedraal, een dito Plaza Mayor, mijn vierde gesloten Turismo-kantoortje & Hotel El Laberinto, waar ik gisteren een kamer vond voor mezelf én mijn Babieca.

Benito: “Por qué amigo? Hier had je gratis kunnen slapen.”     

Image
Camino del Cid
Gesloten Officina Turismo número 4
"Ik bemerkte mijn stuurtas te missen. Met daarin: geld, pasjes, paspoort, gids, kaarten, oplaadkabels, zeg maar todo!"

7) Over hoe alles ineens kwijt was

Weer vijf dagen later vraagt Pedro, een 78-jarige oud-leraar: “Y luego?”  We zitten dan voor mijn tentje, in de geuren van rozemarijn, lavendel, wilde kamille en jamón ibérico. Iets buiten El Pedragal, el pueblo waar Pedro woont. Hij ontkurkt een fles en ik vertel. Over hoe ik van Maranchón naar Medinaceli ben getrapt, via windmolens op montañas.

Pedro: “Sí, sí, Don Quichots reuzen!”

, en Medinaceli is een stadje op een heuvel, waar El Cid ooit man tegen man vocht.” 
Pedro: ”Sí, sí, zoals het ‘n Campeador betaamt!”

, een brokkelige plaquette op de uitgestorven Plaza Mayor herinnert aan zijn aanwezigheid. Enfin, na een café con leche tussen bar en Mariakapel, daalde ik eerst drie kilometer lang af, als een baksteen, om vervolgens 25 kilometer lang fluitend de Gargantas del Rio Jalón te doorboren. Denk: rode rotswanden, grillig geboomte en bulderend water, tot voorbij het dorp Arcos de Jalón, waar ik bemerkte mijn stuurtas te missen. Met daarin: geld, pasjes, paspoort, gids, kaarten, oplaadkabels, zeg maar todo!”

Pedro: “Nó, nó! Y luego?

Image
Camino del Cid
Bij de reuzen van Don Quichote
Image
Camino del Cid
Koffie & bruschetta € 2,50

8) Over María, mijn beste vriendin

“Terug naar Arco gefietst, daar gevraagd of er iemand Inglés sprak, aan de schooljuf de situatie uitgelegd en om ‘n taxi gevraagd. Heen & weer naar Medinaceli, dat kon, voor € 25. Perfecto, zei ik. Verzwijgend dat ik niets zou kunnen betalen indien ik de tas niet terug zou vinden. Naast de chauffeur en tot Maria biddend, zo reed deze ongelovige terug naar Medinaceli, richting terrasje. De kastelein keek me vol onbegrip aan toen ik stotterend vroeg of hij mijn stuurtas had gevonden. Maar op ‘n tafeltje in de hoek, daar stond ie, compleet met inhoud. Met de chauffeur zingend terug naar Arcos gereden, de man 10 euro fooi gegeven en hierna fluks koers gezet naar de beoogde plaats voor de nacht: het hospederia van Santa María de Huerta. Dat bleek net die dag echter cerrado, gesloten. Maar buiten het dorp, daar stond een Maria van steen. Gastvrij naast een fijn kampeerplekje. Nogmaals, ik geloof niet in hogere machten, maar María, dat is toch wel mijn beste vriendin.”

Image
Camino del Cid
Het (gesloten) hospederia

9) Over een miljoen klaprozen

“Chico afortunafo! (Bofkontje!)” roept Pedro, mijn mok bijvullend. “Y luego?”  

“El Cid volgend ben ik tot hier gekomen. Rollend over puinpaden, stille N-wegen, hondsdolle kronkelweggetjes en ex-spoorlijnen. En via afstapwaardige plaatsen als Ateca, Catalayud, Villafeliche, Daroca en El Poyo del Cid. Plus: oude stadspoorten, blaffende herten, de Río Jilcoa, spotgoedkope menus del dia, inclusief wijn & koffie, kloosters & kerken in mudéjar-stijl (met zowel Moorse (islamitische) als christelijke elementenwaarover zo dadelijk meer) en minimaal ‘n miljoen klaprozen”   

Pedro: “Als un ciclista feliz, een gelukkige fietser. Nog wijn?”

Image
Camino del Cid
Kerkdeur in Catalayud
Image
Camino del Cid
Kamperen bij Pedragal
"Duits beheers ik beter dan Spaans, dus spreken we dat"

10) Over het Lapland van Spanje

“Und dann?” informeert María, die ik in de stad Teruel ontmoet. Weer vijf dagen later en op La Escalinata, een iconische trap in de mudéjar-stijl. María – volbloed Aragonese & ex-student geschiedenis − spreekt vloeiend Duits, wat ik beter beheers dan Spaans, dus spreken we dat. 

Ik vertel haar over slapen onder zehntausend sterren, over het oude hart van Molina de Aragón, veel genoemd in het Cantar de Mío Cid en over de Barranco de la Hoz del Río Gallo, een kloof tussen domtorenhoge rotswanden. Plus: ‘t Parque Natural del Alto Tajo, ‘t Reserva Nacional de los Montes Universales en de Montañas Vacías (Lege Bergen) oftewel het Lapland van Spanje. Met: bizarre bergen & woest water, knoflooksoep & gazpacho, droomdorpen & zoutpannen. “En iets voorbij de Puerto de Villarosario, met 1705 meter ‘t letterlijke hoogtepunt van de reis, daar schitterde Albarracín. Googlewaardig María, und du weiẞt wahrscheinlich warum.”

Image
Camino del Cid
Albarracín

11) Over een volstrekt uniek doolhofstadje

María: “Selbstverständlich! Een doolhofstadje, dat één groot monument is. Al bewoond in de prehistorie. En in de roerige tijd van El Cid was dit adelaarsnest, dat toen Santa María de Abin Rázin heette, een taifa (mini-staatje).”

“Precies. Ommuurd, met Alberque Albarracín, een gastvrije herberg, en Alizia, eethuisje in een trapsteeg, goed voor goddelijk eten & vloeibaar geluk. Wat ik allemaal achter me liet, verder fietsend over de weg naar Bezas en Teruel. Kronkelend langs Pinturas  Rupestres (grotten met prehistorische rotstekeningen) en vistas panorámica (“Aussichtpunkte”) en geurend als een lekkende tankwagen vol dennenshampoo. Tot hier. En manaña neem ik een Ruhetag.”

“Oh, dan heb ik vrij. Zal ik je Teruel laten zien?”

Image
Camino del Cid
Vloeibaar geluk in een trapsteeg

12) Over Diego & Isabel, een droef verhaal

Teruel, de kleinste provinciehoofdstad van Spanje, is bekend om veel. Ik noem, met dank aan María, 4 dingen: 

1) Delicias de Teruel (ham, ham & ham). 

2) Torens in mudéjar-stijl (werelderfgoed).  Maria: “Mudéjares is Arabisch voor: zij die mogen blijven. Kunstenaars onder de Moren, die na de Reconquista in Spanje bleven, verstehst du?

3) Fonda Del Tozal (knuskrakend tophostal voor mens én fiets) en… 

4) Los Amantes. María: ”Tja Kees, dat is een droef verhaal. Ergens in de 13e eeuw waren Isabel en Diego smoorverliefd op elkaar. De vader van Isabel vond Diego echter te weinig man van de wereld. Hij moest zich eerst maar eens bewijzen. Daarop trok Diego voor vijf jaar de wereld in. En op de dag dat hij als rijk man terugkeerde, bleek Isabel diezelfde ochtend te zijn getrouwd met een ander. Hij vraagt haar om een laatste kus. Zij weigert. Waarna Diego met een gebroken hart sterft. Als Isabel zijn begrafenis regelt, kust ze hem alsnog en valt dan dood in zijn armen. Nu nog liggen samen hier in de San Pedro, naast elkaar. Wollen wir hingehen? Doen we daarna de Delicias.

Ik zei het al eerder, María is mijn beste vriendin.

Image
Camino del Cid
Plaza del Torico
Image
Camino del Cid
Torre El Salvador
"Daarom koos ik, zoals El Cid al eerder deed, voor de A33 richting Valbona"

13) Over de Via Verde de Ojos Negros

“Y luego?” vraagt Luna, vier dagen later in Valencia. Of zeg maar gerust: in een andere wereld. Hierover zo dadelijk meer, eerst leg ik nu uit aan Luna − fietsgek, camarera (barjuf) & zojuist centro ciudad ontmoet − hoe ik tot hier ben gefietst. 

“Vanuit Teruel zijn er twee routes mogelijk. Een mooie, zware en lange, via vijf bergpassen, stokoud Cantavieja & Villafranca del Cid. Pakweg 310 kilometer tot aan de stad Segorbe. En een korte, over een voormalige spoorlijn, dus vrijwel vlak, de Via Verde de Ojos Negros. En dan is Segorbe slechts 110 kilometer ver. Omdat ik de lange weg al in 1996 heb gefietst, koos ik nu voor de Via Verde. Over asfalt & gravel, via hoge viaducten & donkere tunnels. Allesbehalve lelijk, maar toch ook wat saai, want vrijwel vlak (en soms met snelwegzicht). 

Daarom koos ik, zoals El Cid al eerder deed, voor de A33 richting Valbona, de Sierra de Gudar, Rubielos de Mora (mijn zevende pueblo mas bonito van Spanje), de Río Mijares en Montanéjos (pueblo met warmwaterbronnen). Met onderweg: knoestige olijfbomen, ‘n fonkelend stuwmeer, ‘n gapende afgrond & ‘n nieuwsgierig bergbokje. Plus, na Segorbe: ontelbare sinaasappelbomen, de Via Verde Xurra, artisjok-akkertjes, fletse flats en de Torres de Serranos. Stadspoort uit de 14e eeuw, naar het hart van Valencia, de Stad van het Licht, volgens het Cantar de Mío Cid.”

Image
Camino del Cid
Barranco de Río Mijares

14) Over hoe El Cid zijn laatste gevecht won

“Maravilloso!” lacht Luna. "Weet je wat de volledige naam van deze stad is? Valencia del Cid! In 1094 veroverde Rodrigo deze stad en vijf jaar later stierf hij er. De Moren stonden op dat moment voor de poort. De legende wil dat zijn dode lichaam in zijn harnas is gestopt. En dat werd op zijn trouwe Babieca gezet, die vervolgens door de poort galoppeerde. De Moren wisten niet wat ze zagen en sloegen op de vlucht. Fiesta voor Valencia, maar Rodrigo was dood.”

“Ja, de meeste CdC-fietsers stoppen hier. Op de app staat echter nog ‘n deelroute naar het zuiden, waar El Cid ook is geweest. Die ga ik doen.” 

“Maar eerst toch wel een rustdag?” 

En ja, daar had Luna een punt. Een ‘rustdag’ in de reeds genoemde andere wereld. Na drie weken dunbevolkt Spanje struinde ik nu tussen zwierige zomerjurken en vapende yups op elektrische stepjes. Naar kathedraal, Heilige Graal, Mercado Central, La Lonja, Rafael Abads fietsenwinkel (sinds 1922), Mercado de Colón, Antigua Morellana (klein tophostal, hartje stad, bestiert door twee hupse bakkersdochters), Agua de Valencia (iets met sinaasappelsap, cava & wodka) en 1001 andere mooie dingen. Zoals, jawel, vlakbij de arena: El Cid zelf. Hoog op Babieca, versteend in galop.  

Image
Camino del Cid
Rafael Abads fietsenwinkel (sinds 1922)
Image
Camino del Cid
Valencia, stad van 1001 mooie dingen
"Bergop-bergaf, langs één stuwmeer, tienduizend citroenbomen en nog net wat meer vlinderlokkende kogeldistels"

15) Over vliegende herten en dode koelkasten

Vier dagen later zit ik in Orihuela, eindpunt der zuidelijkste CdC-deelroute. Historische stad aan de Río Segura. Met kerken, eeuwenoud & beeldschoon, van klopper tot spits, zodat zelfs een ongelovige er blij van wordt. En met José, ook zestiger, ook op de fiets, en onbegrijpelijk Zuid-Catalaans keuvelend. 

Hij eet olijven en ik vertel. Over hoe ik na Valencia nog maar eens in een andere wereld kwam. Die van het Parque Natural de la Albufera, rijk aan nevelig moeras, felgroene rijstvelden, zwarte ibissen, roze flamingo’s, puike paella, vliegende herten, kleine vissershuisjes & Spanjes grootste zoetwatermeer. En over hoe ik daarna, rode verfklodders volgend, naar Xàtiva fietste. Stokoud stadje onder een heuvel, gekroond met een castillo – uiteraard − en tjokvol monumenten. En daarna verder, bergop-bergaf, langs één stuwmeer, tienduizend citroenbomen en nog net wat meer vlinderlokkende kogeldistels. Plus, in de berm: drie dode koelkasten en een uitgemergeld schapenkarkas. 

Image
Camino del Cid
Aqua de Xàtiva

16) Over het einde van mijn Camino del Cid

“Y luego?” krast José, waarna hij een olijfpit uitspuugt. 

Ik vertel verder.  Over de CV81, de gestaag stijgende weg naar de Sierra de Mariola. Van Ontinyent naar Bocairent, een parel waar ik nog nooit van gehoord had (tip: google ‘t maar eens). Met een middeleeuws hart, prehistorische grotten én Villa Carmen: een gastvrij casa rural met zwembad & mini-camping. Waar ik ’s morgens voor mijn tentje een haan en een kip zag doen, wat ik een week eerder twee konijntjes had zien doen.  

“Y luego?”

“Kort samengevat: teerweggetjes & puinpaden, levendig industrieterrein & dode slangen, Monforte del Cid (druivendorp) & Elche (palmenstad) en sangria & olleta (stoofpotje met o.m. pompoen, knolraap, witte bonen, varkensribbetjes, spek, bloedworst, uien, pastinaak, tomaat, Spaanse pepertjes, distels, saffraan, komijn, venkel & olijfolie). En nu ben ik hier. Waar El Cid terug naar Valencia ging. Om daar dood te gaan. Dat ga ik dus niet doen. No way José!

Mijn nieuwe vriend knikt, begripvol kijkend. En spuugt dan nog een pit uit. 

Image
Camino del Cid
Met José in Orihuela
Image
Camino del Cid
Bocairent

17) Over waar Hannibal vertrok, met zijn olifanten

“En toen?” vraagt Petra, met wie ik – weet u het nog? – aan dit verhaal begon. Samen met haar vriend Roel bestiert ze Montes de Perín: een mini-park met enkele vakantiehuisjes & camperplaatsen, verstopt tussen palm-, vijgen- & zoetgeurend citrusgeboomte. Niet ver van Middellandse Zee, Parque Natural Sierra de la Muela, Cabo Tiñoso y Roldan én Cartagena, mijn zevende historische havenstad, rijk aan sporen uit de oudheid, van Punische stadsmuur tot Romeins theater. En bekend dankzij Hannibal, die vanaf hier met zijn olifanten door Spanje en de Alpen richting Rome trok. Welnu, aan Petra vertel ik, terwijl Roel drie glazen met zelfgemaakte limoncello vult, hoe mijn laatste zes dagen zijn verlopen.

Image
Camino del Cid
Kees, Hanibal & Roel in Cartagena

18) Over de Via Verde del Noroeste

“Als je vanuit Orihuela de Río Segura volgt, 25 kilometer lang over de Camino de Levante, kom je vanzelf in Murcia. Hoofdstad van de regio Murcia. Wat rommeliger dan ‘t Spanje dat achter me lag, maar zeker niet minder leuk. Alleen de stad al, met naast de flamboyante kathedraal een dito Koninklijk Casino (annex museum) plus: barokbeelden, tapasbarretjes & Discos Tráfico, zo’n platenzaak waarvan je het bijna jammer gaat vinden dat je per fiets reist. Enfin, via een muur van rijstebrij − de in beton gegoten rafelranden van Murcia – bereik je hierna de Via Verde del Noroeste, de 80 kilometer lange fietsroute naar Caravaca de la Cruz, een Heilige Stad. Via verkruimelde stationnetjes, roestige viaducten & wreed, kaal onland. Plus: zowel citroenboomgaardbergen als, na het dorp Bullas, schaduwrijk bos. Waarna Caravaca opduikt, stad van een mirakel.” 

Image
Camino del Cid
Via Verde del Noroeste
Image
Camino del Cid
Detail van het Casino Real

19) Over een Heilige Stad

“In het jaar 1231 was Abú Zeid, een Moorse sultan, hier de baas. Over, door giftig water, doodzieke onderdanen. Tot er plots twee engelen verschenen die aan Abú het Vera Cruz (Ware Kruis) gaven, gemaakt van een stuk hout van het kruis van Jezus. En zie, Abú bekeerde zich, heel Caravaca genas en kreeg de status van Heilige Stad. De oude Morenburcht, hoog boven de stad, is nu verbouwd tot kloosterbasiliek, met daarin, in een kapel achter het altaar, het kleine, vierarmige Vera Cruz. Desgewenst kun je daar Onze Lieve Heer om een gunst vragen.”  

“Dus jij rijdt nooit meer lek?” wil Roel weten. 

Spanje - Murcia Privéreis 7 dagen

Fietsvakantie langs hotels en herbergen

  • Fietsen langs rijstvelden en amandelboomgaarden
  • Heilige stad Caravaca de la Cruz
  • Nog authentiek stukje Spanje
Vanaf € 718,75 Prijs per persoon bij min. 2 personen
Bekijk op snp.nl
  • Zwaarte: 3 op 5
  • Comfort: 2 op 5
  • E-bike beschikbaar
  • GPS tracks beschikbaar

Inbegrepen

  • 6 overnachtingen in hotels en herbergen (hospederias)
  • Ontbijt op dag 2 t / m 7 (uitgezonderd ontbijt op dag 6)
  • Bagagevervoer
  • Transfer op dag 2 van Murcia naar Bullas
  • Digitale reisinformatie
  • Fietsroutes in SNP-reisapp

Niet inbegrepen

  • Heen- en terugreis
  • Ontbijt op dag 6
  • Lunches
  • Diners
  • Overige transfers
  • Fietshuur (zie materiaalhuur)

Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.

Uitgevoerd door SNP Natuurreizen

ANVRSGR
Image
Camino del Cid
Aankomst in Caravaca

20) Over het einde en een nieuw begin

“En toen?” vraagt Petra, voor de laatste keer.

“Kort samengevat? Onder een verzengend zonnetje − goed voor 33 graden Celsius in de schaduw, die er nauwelijks was − naar hier gefietst. Via 1001 geiten & schapen (verstopt in zeeën van wuivend koren), donder, bliksem & hagel, hotel Puerta de Andalucia in Puebla de Don Fadrique (dorp onder nog maar eens tienduizend sterren), het Parque Natural Sierra de María (met Vélez Blanco, een wit bergdorp) en de EuroVelo 8 (mijn derde kustroute).” 

“En nu?”

“Enkele dagen rust. En dan Hannibal achterna, terug naar het noorden. Of verder á la Don Quichote, over wie Cervantes schreef: ‘Hij hield het voor nuttig en noodzakelijk dolend ridder te worden.”

“Of terug naar María,” oppert Roel, limoncello bijvullend.

“Hoe dan ook, jij bent un ciclista feliz!” lacht Petra.

En ja, daar heeft ze een punt.  

Image
Camino del Cid
Op weg naar de Sierra de María
Image
Camino del Cid