icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Image
Fietsen op de NC500 in Schotland
Reisverhaal

Fietsen over de North Coast 500, Noord-Schotland

  • 11 juli 2022
  • Door: Kees Lucassen
  • Fotografie: Ruben Drenth

Twee vrienden, fotograaf Ruben Drenth (29) en journalist Kees Lucassen (63), fietsten samen tien dagen lang over de North Coast 500. Een bijzondere route in Noord-Schotland, over kliffen, langs kastelen en via overstekende herten en hooglanders. Dit is hun verhaal, inclusief twaalf tips.

Een huilend spook

‘Dit? Dit is Ardvreck-kasteel. Nou ja, wat er van over is. Gebouwd in de 16e en 17e eeuw, en toen al meteen een plek van moord en doodslag. De MacLeoads hè, die hadden veel vijanden én een pleurishekel aan elkaar. De MacKenzies, ook geen lieverdjes, veroverden Ardvreck in 1672. Met veel geweld. Waarna Moeder Natuur het kasteel verder ruïneerde. Met donder en bliksem. Enkel de spoken zijn gebleven. Zoals de dochter van een MacLeod-leider, die verdronk hier in Loch Assynt nadat ze, in de hoop papa’s kasteel te redden, een pact met de duivel had gesloten. Ze wordt nog regelmatig gespot, huilend op dat strandje daar.’

Naar Inverness (1)

Het was op Dag 5 van onze NC500-reis dat Sean, een knoestige keuterboer, ons spookverhalen vertelde. Bloedserieus kijkend, in foutloos Schots. Voor wie ‘t nog niet weet: NC500 = North Coast 500 = een rondrit van 516 mijl (824 km) in het uiterste noorden van de Schotse Highlands. Langs de west-, noord- én oostkust, en met Inverness als start- & finishplaats. Om daar te komen zijn Ruben & ik − alias MacVlasbaard & MacGrijsbaard − eerst naar IJmuiden gefietst, waar we op de DFDS-nachtboot naar Newcastle zijn gestapt. Aan de overkant van de Noordzee moet je dan nog, om vanaf de terminal bij het 19e-eeuwse Central Station te komen, zo’n 10 kilometer over Hadrian’s Cycleway trappen. Waarna een LNER-trein je naar Inverness brengt. Keurig op tijd en uiterst comfortabel, maar let op:

Tip 1) In Schotse treinen is vaak plaats voor slechts vier fietsen, reserveer dus tijdig een plekje.

Image
Fietser op de brug van Inverness, Schotland

Dag 1: Why? Why? Why? Delilah!

Inverness, welgelegen aan de noordkant van de Great Glen, bij de monding van de rivier de Ness, is de hoofdstad van de Schotse Hooglanden. En ja, dat klinkt imponerend, maar ‘t is gewoon een knus stadje, met een kasteel, een camping, hooguit 50.000 inwoners en enkele fijne pubs. Zoals The Walrus & Corkscrew en MacGregor’s, waar Gerry, een doorgroefde pianist met dito stem, die avond een hartverscheurende versie van Tom Jones’ Delilah laat horen: ‘I felt the knife in my hand and she laughed no more!’

Zo gezellig, dat we op dag 1 niet geheel fris aan de NC500 beginnen. Die overigens niet exclusief voor fietsers is. De route is ontworpen in de hoop om een tranentrekkend mooi maar afgelegen deel van Schotland populairder te maken. Bij reizigers per fiets, auto, motor of camper. Vandaar:

Tip 2) De wegen zijn oud, de route niet. De NC500 bestaat sinds 2015 en wint elk jaar aan populariteit. Ga daarom in het voor- of najaar om zowel de drukte als de midges (steekvliegjes) te vermijden.

Kermis in de hel

Nu, in mei, hebben wij weinig last van verkeer noch vliegjes. Enkel rond Inverness is het vrij druk op het asfalt, maar al na 25 kilometer, bij onze eerste stop (de tasting room van de Glenn Ord-distilleerderij uit 1838), is het rustig op de weg. Dapper trappend door Schots weer – lees: kermis in de hel, wind tegen en regenboog na regenboog – komen we bij onze volgende stop: een café annex ex-smederij in het gehucht Contin, in een bouwsel dat hier in 1534 al stond, maar de koffie is vers. Waarna we, innerlijk gesterkt, westwaarts trekken. Langs Loch Luichart, blinkend als zilver, en bergen als de Sgurr a’ Mhuilinn (879 m), vol gele brem en witte schapen. Dan: Achnasheen, een dorpje van niks in de regen. Met een verlaten station, een gesloten café en de Ledgowan Lodge, een behaaglijk hotel, verstopt in een Victoriaanse villa. En mijlenver buiten ons budget. ‘Maar we hebben ook een bunkhouse’, troost de begripvolle receptionist.

Wat dat is? Nou, in dit geval een sober gebouw, type uitgewoonde bouwkeet, met simpele kamers, lauwe douche en keukentje. In 5 minuten is daar onze pasta bolognese klaar, met dank aan Adventure Food. Want:

Tip 3) Er zijn campings op de route, maar niet overal. Houd er rekening mee dat je soms wild moet/mag kamperen. Voor eten geldt hetzelfde: er zijn fijne (eet)cafés & restaurantjes op de route, maar niet overal. Neem daarom een brandertje, pannetje en wat droogvoermaaltijden mee.

Image
Fiets geparkeerd langs de weg in Schotland
Image
Fietser in Schotland

Dag 2: Outstanding beauty

Ook op dag 2 is de wind hard en tegen. Beukend bereiken we de westkust, een area of outstanding beauty. De weg heeft zich inmiddels tot 1 baan versmald, met hier en daar ‘passing places’, waar het lapjesteer wat breder is gewalst, opdat tegemoetkomend verkeer kan passeren. Bij het gehucht Balnacara wordt het wegdek dan ook nog bedreigd door oprukkende rododendrons, knalpaars en formaat dubbeldekker, waarna we de Attadale Gardens (iets om zelf te googelen) rechts laten liggen en via Loch Carron en Loch Kishorn bij het Bealach Café in Tornapress uitkomen.

‘And now you have to choose!’ grijnst Beth, die hier met haar moeder Sharon werkt. Waarmee ze niet bedoelt dat we moeten kiezen tussen de kerriesoep met stukjes krab en de aardappel-pompoensoep met zeeduivel, maar tussen de 12 kilometer lange teerstrook naar Sheildaig en het 57 kilometer lange alternatief naar datzelfde plaatsje: een lint van kruimelasfalt langs de kust, met zicht op het eiland Skye. Voor deze teerslinger − verboden voor ‘campers, caravans & unexperienced drivers’ – dient echter eerst een hachelijke bergpas te worden bedwongen: de Bealach-na-Ba. De langste klim vanaf zeeniveau in Groot-Brittannië. Van 0 naar 626 meter, met hier en daar een stijgingspercentage van 20%. En met vandaag − uiteraard − storm tegen.

Image
Fietser in het landschap van Schotland

-5⁰ Celsius

Beth is een mooie vrouw. Wellicht dat ik daarom MacVlasbaard lachend ‘Die laatste weg natuurlijk!’ hoor zeggen. Waarna we stapvoets trappend richting top bewegen. Soms zelfs een stukje lopend. In een macaber mooi landschap en onder wolken, donker en kolkend, van waaruit, jawel, een hagelbui losbreekt. Alsof er iemand een spijkerbed in je gezicht duwt, ken je dat gevoel?

Het uitzicht boven is krankzinnig mooi, maar lang op de Bealach-na-Ba blijven is geen optie (gevoelstemperatuur -5⁰ Celsius, horen we later). Dus dalen we af. Wat bij windkracht 7 en door de dubbelzinnig enge weg, kronkelend als een hondsdolle anaconda, best link is. Maar evengoed ‘n feestje: de zon breekt door, een vissersgehucht duikt op, voor de camping staat het welkomstcomité al klaar − in de vorm van een roedel edelherten − en in de Applecross Inn − herberg, 200 jaar oud − serveren ze hemelse drankjes van de lokale brouwerij.   

Tip 4) De Bealach-na-Ba is het letterlijke hoogtepunt van de NC500. Je zou daarom kunnen overwegen om de route andersom te fietsen, tegen de klok in.

Image
Het landschap van Schotland

Dag 3: Ontelbare diamantjes

Zoals gezegd, de NC500 golft op en neer. Over een met heide overwoekerde rotskust, met zicht op schapen, herten, Skye, de zee en af en toe een strandje of kustdorp, zoals Shieldag en Torridon. De fotograaf in ons tweekoppige reisgezelschap reist met een aanhangwagentje, met daarin een klapstoel, enkele cameralenzen formaat neushoornpenis, een extra paar schoenen, twee tenten en zo nog wat zaken. Graag zou ik hem hierom uitlachen, maar dat gaat lastig. Ondanks alle bagage trapt hij namelijk steevast ver vooruit. Nog wel zichtbaar, dankzij de regenhoezen over karretje en tassen. Een neongeel stipje op de horizon. In de Vallei van Torridon, langs Loch Maree en bij de Victoria-waterval.

Waarna MacTrekpaard wel glunderend op mij wacht bij het haventje van Gairloch, van waaruit zee-safari’s vertrekken om dolfijnen en walvissen te spotten. Die heb ik niet gezien, maar wel zag ik vandaag 3021 muurtjes van gestapelde keien in de regen, naast 1073 lammetjes en 11 Schotse hooglanders (die hier-Heilan coo heten of, in het Gaelisch, Bò Ghàidhealach). Plus: ontelbare druppels waar kort de zon doorscheen zodat ze fonkelden als diamantjes.

‘Hé MacTurtle, slakken gegeten? Zeg, zullen we nog 10 kilometer fietsen? Naar Poolowe, een dorp met, volgens mijn mobieltje, een camping en een café.’
Het café blijkt gesloten, de camping niet. Dus eten we weer Adventure Food. Chili-con-carne, met voor ons Loch Ewe en achter ons – gaap – weer een regenboog.  

Tip 5) De zon kan schijnen, maar 3 dagen regen achter elkaar, dat kan ook, net als vier seizoenen op één dag. Neem geschikte kleding mee, en fiets daarmee lekker door, keihard ‘Du’ van Peter Maffay zingend of − voor de jongere lezers – ‘Door de wind’ van Miss Montreal. Ook als ‘t regent is Schotland mooi.

Image
Fietsen langs een loch in Schotland
Image
Loch in Schotland

Dag 4 & 5: Papegaaiduikers

Dit wordt een saai verhaal. Want? Ook dag 4 & 5 zijn top. Eerst langs Loch Ewe. Vanwaar, toen Hitler half Europa had veroverd, vrachtschepen stilletjes via de Arctische route op Moermansk voeren. Hierna tussen de An Teallach (1062 meter hoog) en de mosselbanken in Little Loch Broom (-1 m) tot bij Hotel Dundonnel, dat oud, grauw & gesloten blijkt. Maar Rhona, die voor de deur de stoep veegt, wil best een pot thee zetten. Voor ons en voor het trio mannen in kilt dat hier ietwat tipsy op een bootje wacht. ‘To take us to a wedding. And yes, before you ask, without underpants.

Image
Schotten in rokken

Na de thee laten we de kloof van de Gorrieshalloch rechts, en de Measach-waterval links liggen, want we willen naar Ullapool. Voorwaar een stadje, met een supermarkt, cafés met live-muziek, de ferry naar de Hebriden en een jeugdhotel. Daarin hangen nu onze tentjes te drogen en beweert Adrian, de sympathieke hotelbaas, zelf ook te fietsen.

‘Oh, waar dan?’ willen wij weten.
‘Nou, een keertje van Alaska naar Vuurland, en een andere keer van…’
‘Ja ho maar.’

De volgende dag, noordwaarts trekkend, zien we bergen met hun kop in de wolken, horen we het verhaal van het huilende spook van Ardvreck, en zien én horen we papegaaiduikers, vlak voor Scourie, een klein dorpje aan een baai. Met een camping, goed voor een hete douche, en de Whale Tale, het restaurantje van David & Katarina, goed voor de beste vissoep van het noordelijk halfrond.

Tip 6) Zoals gezegd, langs de NC500 zijn er zijn redelijk wat campings. Groot zijn ze niet, maar voor fietsers is er vrijwel altijd plaats. Reserveren vooraf kan, maar lijkt ons voor fietsers niet verstandig. Qua reizen ben je dan veel minder vrij. Wel slim: kijk, zodra je weet waar je gaat kamperen, of er een eethuis in de buurt zit en reserveer daar dan een plekje. 

Image
Eindeloze wegen in Schotland

Dag 6: Wat zeker wel waar is

Een pittige single-track-road, 27 mijlen lang, voert ons naar Durness aan de noordkust, ook weer een area of outstanding beauty. Nog 1 mijl noordwestelijker, aan een weidse baai, ligt Balnakeil, een hippiegehucht gevuld met ateliers, tiny houses en het Meet & Eat Café, waar wij de soep van de dag bestellen. Pompoen met chili, met nog een halve dag te gaan. Oostwaarts, dus waait nu de wind uit die richting. Maakt niks uit, de weg is schitterend, letterlijk & figuurlijk. Langs Loch Eriboll (0 m), met zicht op Ben Hope (927 m) en daarna over de gestolde golven van de A’ Mhoine-hoogvlakte naar een fonkelbaai: de Kyle of Tonghe. Waarin een giga-octopus woont die af en toe een auto grijpt en naar de zeebodem sleurt, zo wordt ons verteld.

‘Zou kunnen.’
‘Wat zeker wel waar is: aan deze baai ligt een campinkje met, in het oude jachthuis van de Hertog van Sutherland, een hostel-café. En kijk, de zon schijnt nu dus…’
‘Vandaag hier kamperen?’

Tip 7: De NC500 is allesbehalve vlak. De weg gaat omhoog of omlaag, soms met wel 15%. Wie dat niet leuk vindt, kan hier beter niet gaan fietsen.

Image
Waarschuwingsbord octopus
Image
Fietser in Schotland

Dag 7: Ben ik abnormaal?

Breakfast in Bettyhill. Want ja, er ligt alweer a dozen hilly miles achter ons. Bettyhill is een kustdorpje met kreeftenkooien, verbleekte boeien, een reusachtig strand en The Store Café, waar Solaire glimlachend twee borden voor ons op tafel tovert. Roerei met bacon en bloedworst.
‘Er kleven zeker ook voordelen aan het fietsen in veel regen en weinig zon,’ filosofeert MacNozem, ‘zelfs bloedworst smaakt nu heerlijk.’
‘Dat niet alleen. Elke serveerster lijkt ineens op Scarlett Johansson.’

Toch trekken we verder. Door kermis in de hel in het kwadraat. Tussen helgroen trilveen, felwitte berkenboompjes en gele zeeën van brem. Langs hertenkadavers, moerasheksen en zeeduivels. Plus: lochnimfen, ergens in het midden van nergens, een massage belovend via een bord in de vorm van een vis aan een racefiets. Dokter, ben ik abnormaal? Hoe dan ook, er is vrijwel altijd een stip op de horizon. Neongeel. En trouw op mij wachtend bij The Halladale Inn, een bistro met camping bij het kustgehucht Melvich. Zodra we binnen zitten, breekt buiten de zon door.

‘Je hebt van die weerhuisjes, met twee deurtjes. Uit de ene komt, zodra de zon schijnt, een vrouwtje in een vrolijke jurk, en uit de andere, zodra het regent, een chagrijnig kijkend mannetje met een paraplu...’
‘Wat is je punt MacGrumpy?’
‘Ik ben dat mannetje, maar…’
‘Jij bent niet chagrijnig?’
‘Correct.’
‘Mooi. Juffrouw, mogen wij de Halladale Curry?’
‘Zeg, weet je op wie zij lijkt?’

Tip 8) Er bestaan diverse NC500-reisgidsen, zoals die van The Rough Guide (80 blz/Engels/€ 12,50 ) of van Kees Rodenburg (160 blz/Nederlands/€ 22,50). Informatief, al is de puur praktische info beperkt en soms gedateerd. En ook online is een schat aan info te vinden, o.m. via www.visitscotland.com.

Image
Fietsen in Schotland
Image
Kasteel in Schotland

Dag 8: Jan de Groot

‘Goidag! Wiln joe koffie? Mit ain koukje?’
Dit vragen Freddie & Bianca, vroeg in de ochtend, zittend voor hun kampeerbusje. Groningers, gastvrij & reislustig, die Noord-Schotland in 9 woorden weten te vangen. “Almoal prachtig!”, opent Freddy, starend naar zee. ‘De natuur, de mensen en de oetzichten…’, vult Bianca aan. Rest ons instemmend te knikken, waarna we nog een tweede kopje krijgen.

5½ uur later zit ik op het marktplein van Wick, 88 kilometer verderop. Op het terras van The Alexander Bain Inn, genoemd naar een uitvinder van vele dingen, terwijl The Eagles zingen dat er een ‘New kid in town’ is. Klopt, maar die is nu even bier halen.

Wat een dag! Eerst zijn we, met zicht op de Orkney-eilanden, van Freddie & Bianca naar Thurso gefietst, ‘t noordelijkste stadje van het Britse vasteland, rijk aan oude zandstenen huizen. Regenpijpen kruipen er met vreemde bochten naar daken die dreigen te bezwijken onder schoorstenen formaat mini-camper. Vervolgens reden we, via het kasteel van Mey − buitenverblijf van de Prins van Wales, 500 jaar oud − en het kerkhofje van Canisbay − tjokvol met korstmos overwoekerde tombes − naar de plek waar eeuwen terug ene Jan de Groot uit Holland begon met een veerdienst tussen het vasteland en de Orkneys. Vandaag staat die plek, John O’Groats, bekend als ‘t meest noordoostelijke puntje van het vasteland. Plus: het eindpunt van The End to End Trail, de wandel- en fietsroute vanuit Lands End, Engelands zuidelijkste puntje.

MacPlatentrekker & ik gaan John O’Groats niet snel vergeten. Vanaf hier waait de wind in de rug én straalt de zon. De 17 mijlen naar Wick, zuidwaarts langs de Noordzee, vliegen voorbij. Links van het stadje staat de ruïne van een kasteel, in de 13e eeuw door Vikingen gebouwd, en rechts ligt de Wick River Campsite. Tijdelijk gesloten, aldus een bord aan het hek. Ernaast ligt vers gemaaid veldje, tussen wilde hyacinten, parelmoervlinders en twee betrapt kijkende konijntjes.  

‘Zeg MacPersmuskiet, zullen we hier dan maar...’
‘Yes!’

Tip 9) Lees nogmaals deel 1 van Tip 3.

Image
Kerkhof van Canisbay
Image
John O Groats fietsen in Schotland

Dag 9: Een muis in een wc-pot

We klimmen en dalen, over kapen en kliffen. Remmen voor wat schapen, passeren 1 whisky-distilleerderij, 2 vuurtorens & 200 stenen uit de prehistorie, en remmen dan opnieuw, maar dit keer voor een punt tongstrelende worteltaart, daar waar de Highlands in zee verdwijnen, bij The River Bothy in Berriedale. Een gehucht tussen twee asfaltgolven van 13%, reden waarom dit theehuis op een warme dag voor een fietser is als wat een wc-pot op een warme dag is voor een muis. Je piept er vrolijk in, dobbert wat rond, en dan pas denk je: hoe kom ik hier nog uit?
Lang verhaal kort: 1 liter zweet later komen we in rustiger fietswater.

Nu gaat het snel. De NC500 wordt breder, het asfalt glad. Spaken twinkelen, de lucht knalt blauw. Maar… tegelijk is er de weemoed, denkend aan wat is geweest: de stroken kruimelteer, amper een fiets breed, als een lint van zilver onder een hemel als lood. Begrijp me goed, waar wij nu kamperen, zijn de vergezichten ook oneindig en allesbehalve lelijk. Maar onze tentjes staan nu wel pal naast Hole 10 van de Bora Golf Course.
‘Er grazen lammetjes,’ sust MacApple, 1 seconde van zijn mobieltje opkijkend, ‘en hier in het dorp, in de Sutherland Inn, tappen ze een fijn glas Scottish Ale.’

Tip 10): Is er overal wifi? Nee, maar wel op vrijwel alle plekken die in dit verhaal worden genoemd. Gratis. 

Image
Kamperen in Schotland
Image
Schapen in Schotland

Dag 10: Naar Inverness (2)

‘Wow!’
Voor ons staat een giga-kasteel, met 189 rijkversierde kamers, als uit een sprookjesboek. Dunrobin Castle. Om half negen ’s ochtends.
‘En dus potdicht.’
‘Drone?’
Het mag natuurlijk niet, hier zo’n ding laten vliegen, maar 5 minuten later zoemt ‘ie de lucht in, met als resultaat bijgaande foto.

Image
Dunrobin Castle

Wanneer we verder trappen, wordt het drukker op de weg, wellicht omdat het vandaag de vrijdag voor Pinksteren is. Hoe dan ook, wij verlaten de NC500. Bij Tain, ook weer zo’n stadje met bouwsels uit andere tijden. Het meest populaire? De Glenmorangle distilleerderij, uit 1843.

Met de hulp van Rubens mobiel en de kleine weggetjes op mijn kaart vinden we, op 37 kilometer van Inverness, een veerboot over de Cromarty Firth, het water tussen Nigg en Cromarty. Een ferry waarop hooguit 2 auto’s passen. En geen campers of caravans. Na Cromarty − een doddig dorp met witgekalkte cottages en dito vuurtoren − gaan we die dus niet meer zien. Sterker nog, deze zelfgekozen weg blijkt weer een stille strook asfalt, tussen korenbloemen en klaprozen.
Wat we wél zien, net na onze op één na laatste stop −The Plough Inn (een pub uit 1691) in Rosemarkie − is de 1 kilometer lange Kessock-brug naar Inverness. Nietig aan de horizon, maar alras groter groeiend.

‘Eerst naar The Walrus & Corkscrew, voor ‘n Black Isle Brewery Blonde?’
‘Yep! En daarna naar Gerry in MacGregor’s.’
Zingend leggen we de laatste mijlen af: ‘Why? Why? Why? Delilah!

Tip 11) De NC500 is een succes. Wat doet vrezen voor drukte op de smalle wegen die toch – naar onze mening – vooral niet verbreed moeten worden. Er zijn overigens nog meer fraaie weggetjes in de North Highlands. Zorg daarom voor een route-app (bijvoorbeeld Google-maps, ViaMichelin of Komoot) op je mobieltje en/of neem een goede kaart mee.

Image
Schotland bergen

Impossible!

Met je fiets per LNER-trein en DFDS-boot comfortabel naar huis, daarvoor moet je − Zie tip 1 − tijdig een plekje reserveren. Hebben wij ook gedaan. Maar pas vanaf Edinburgh, blijkt nu.  
‘Ah, kunnen we écht niet mee?’ smeken wij. ‘No’, zegt de computer. ‘Sorry love’, zegt de vrouw achter het loket. ‘Impossible!’ weet de stationschef. En ook conductrice Heather schudt sipkijkend haar hoofd. Maar vlak voordat de trein vertrekt, roept ze ‘Come!’ En ja, ze heeft nog een plekje gevonden.
‘Jullie moeten nu wel in de 1e klas gaan zitten, hopelijk vinden jullie dat niet erg?’

TIP 12) Neem de trein van conductrice Heather.

Image
Fietser op het station van Newcastle

Georganiseerd fietsen in Schotland

Zin om zelf in Schotland te gaan fietsen, maar dan meer relaxed en via sfeervolle accommodaties? Dat kan tijdens deze reis, uitgevoerd door SNP Natuurreizen.

Groot-Brittannië - Schotland Privéreis 8 dagen

Fietsvakantie langs hotels en b&b's

  • Één extra dagje in Killin om wat dieper de Highlands in te fietsen
  • Fietsen door de Schotse Hooglanden
  • Onderweg volop gelegenheid om de kastelen langs de route te bezoeken
Vanaf € 1.282,75 Prijs per persoon bij min. 2 personen
Bekijk op snp.nl
  • Zwaarte: 3 op 5
  • Comfort: 3 op 5
  • E-bike beschikbaar
  • Dag 1: aankomst Perth, overnachting Perth
  • Dag 2: fietstocht naar Dunkeld, overnachting Dunkeld
  • Dag 3: fietstocht naar Aberfeldy, overnachting Aberfeldy
  • Dag 4: fietstocht naar Killin, overnachting Killin
  • Dag 5: optionele fietstocht Glen Lochay en Glen Lyon of dag ter eigen besteding, overnachting Killin
  • Dag 6: fietstocht naar Crieff, overnachting Crieff
  • Dag 7: fietstocht naar Perth, overnachting Perth
  • Dag 8: einde arrangement

Inbegrepen

  • 7 nachten verblijf in hotels, B&B's en guesthouses op kamers met eigen badkamer
  • 7 x ontbijt
  • bagagevervoer
  • fietsroutes in SNP-route app
  • digitale reisinformatie

Niet inbegrepen

  • heen- en terugreis (vlucht of ferry optioneel bij te boeken)
  • eventuele fietshuur inclusief afleveren en ophalen bij hotel (optioneel bij te boeken)
  • eventuele entrees 
  • lunches en diners
  • reis- en annuleringsverzekering
  • uitgaven van persoonlijke aard

Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.

Uitgevoerd door SNP Natuurreizen

ANVRSGR