In het najaar van 2015 maakte Maarten Ridderbos een fietsreis in het zuidwestelijke deel van Yunnan, door de oostelijke uitlopers van de Himalaya. In dit verslag beschrijft hij niet alleen zijn tocht, maar ook tal van praktische zaken die handig zijn voor als je het zelf na zou willen doen.
Jaren speelde bij mij de wens om ooit eens een grote reis door De Volksrepubliek China te maken. Het najaar van 2015 was het eindelijk zover. Voor een land dat zich zo snel transformeert en sporen van een oude cultuur in een hoog tempo worden uitgewist, is ieder jaar van uitstel eigenlijk al een verloren jaar. De grootste transformaties doen zich tot nu toe vooral voor in het oosten van China en in de gebieden langs de Chinese kust. Ik wil daarom een gebied bezoeken, dat nog relatief ongerept is en waar nog veel van de oude Chinese cultuur kan worden ervaren. Een gebied zonder allesoverheersende luchtvervuiling of waar op grote schaal natuur en landschap worden aangetast. Mijn reis is uitgezet in het westelijke deel van de provincie Yunnan. Hij voert door een bergachtig gebied, langs de oostelijke uitlopers van de Himalaya’s en de Tibetaanse hoogvlakte, met als hoogtepunt de spectaculaire Tiger Leaping Gorge. Ik begin in de hoofdstad Kunming. Vanwege de unieke landschappelijke omstandigheden wordt dit gebied gerekend tot één van de meest zeldzame ecologische ‘hotspots’ op aarde.
Een goede voorbereiding is het halve werk, dat geldt ook in dit geval. Het westelijke deel van Yunnan, is een streek met een subtropisch klimaat. Er bestaan nog ziektes, die bij ons nauwelijks meer voorkomen. Het gaat om Hepatitis A en B, Difteria, Tetanus, Polio en Rabiës. Inenting via de plaatselijke GGD is echt noodzakelijk voor degenen die nog niet eerder deze streken hebben bezocht. Het zuidelijk deel van het traject dat ik ga rijden, ligt binnen een malariagebied. Het ligt grotendeels boven de 2.000 meter, waarbij de kans op besmetting aanzienlijk is verminderd. Een klamboe meenemen voor tijdens de nacht is raadzaam. Tabletten zijn er wel, zoals malarone of larian, maar vragen om langdurig gebruik en kunnen leiden tot alle mogelijke bijverschijnselen als misselijkheid en diarree. Zelf kies ik ervoor alleen een klamboe mee te nemen en geen tabletten te slikken. Ervaren fietsers weten vaak wat ze wel allemaal mee moeten nemen en dat in de eerste plaats je fiets goed in orde moet zijn voor vertrek. Gelukkig blijken de meest noodzakelijke fietsonderdelen voor mountainbikers langs het traject wel verkrijgbaar te zijn, maar soms moet je dagen rijden, voordat er aan je wensen kan worden voldaan. Het is dus zaak het hier niet op te laten aankomen.
In de provincie Yunnan wordt, in tegenstelling tot het oosten van China, nauwelijks Engels gesproken. Zelfs niet in hotels. Laat staan in restaurants of openbare instellingen, musea, stations en dergelijke. Als je het Chinees (Mandarijn) zelf niet beheerst, vormt dat een aanzienlijke handicap. Gelukkig kent het internet wel enkele handige apps, maar die vragen om een goed lopende internetverbinding, die niet overal beschikbaar is. Woordenboekjes voor reizigers zijn onontbeerlijk en goed te gebruiken. Dit zal mijn eerste reis worden waarbij ik geen tent meeneem. De overnachtingen in China zijn namelijk spotgoedkoop. Voor 100 tot 200 yuan (13-25 euro) heb je een uitstekende slaapplaats in een hotel, meestal inclusief ontbijt. De maand oktober blijkt te behoren tot een van de meest gunstige tijdsperioden, omdat dan het regenseizoen (moesson) beëindigd is. Zelf heb ik nog een week gewacht met afreizen in verband met de Nationale dag in China (1 oktober). De meeste Chinezen koppelen aan deze dag een vakantie van minimaal een week, waardoor het bijzonder druk kan zijn in het hele land.
Ik reis af per vliegtuig vanuit Amsterdam op 8 oktober in het begin van de middag. De reis neemt in totaal zo’n 11 uur in beslag. Het is altijd een hoop gedoe op een luchthaven. Zeker als je een fiets bij je hebt die op een speciale manier moet zijn ingepakt, om hem veilig door de douane geloodst te krijgen. Vrijdagochtend vroeg kom ik aan op de luchthaven van Hongkong, waar ik vervolgens nog vijf uur moet wachten, voordat ik mijn overstap kan maken voor het vliegtuig naar Kunming. Het is rond het middaguur wanneer de vliegtuig eindelijk vertrekt richting Kunming. De vlucht duurt nog zo’n twee en een half uur. Op de luchthaven van Kunming zal ik opgehaald worden door iemand van het Camellia hotel. Na een gedenkwaardige rit door de stad neem ik, eenmaal in het hotel aangekomen een douche en kleed ik mij om. Ik kan niet wachten, totdat ik mijn eerste wandeling door de stad kan maken op zoek naar een eetgelegenheid. Lopend door de straten van Kunming in de buurt van het hotel, voel ik mij opeens wel erg westers, doordat ik overal om mij heen Chinezen zie en vrijwel niemand van een andere nationaliteit. Wel leuk eigenlijk!
De volgende dag reis ik af richting het westen, naar Dali, een oude hoofdstad van het inmiddels eeuwen verdwenen Nanzhao koninkrijk. Ik fiets met al mijn bagage dwars door de stad, richting het noordwestelijke deel. Vanaf het grote busstation vertrekt er elk uur een Expressbus richting Dali. Een kaartje kost zo’n 150 yuan (20 Euro) en voor het meenemen van de fiets moet worden onderhandeld bij de buschauffeur. Ik tref het niet. Voor minder dan 100 yuan gaat mijn fiets niet mee. Meestal kan het voor minder, zo lees ik in mijn reisgids. Het is een hele zit van zo’n vijf tot zes uur. Door een open, overwegend agrarisch gebied, met veel maisvelden, wat rijstbouw en plaatselijke woningbouwuitbreidingen. Tegen het eind van de rit neemt het bergachtige karakter geleidelijk aan toe. Gerekend vanaf Kunming is er een hoogteverschil van zo’n 1.000 meter overbrugd om in Dali te komen. De bus arriveert tegen het einde van de middag in Dali-Nieuwstad, een stad die evenals Kunming de laatste jaren sterk is uitgedijd, met veel hoogbouw en een druk bevolkt centrum.
Op enkele kilometers vanaf het Erhai Meer fiets ik vervolgens met al mijn bagage richting Dali-oldtown, de plaats waar ik zal overnachten die avond. Het Erhai Meer is het grootste meer in dit deel van Yunnan en ligt op een hoogte van 2.690 meter boven zeeniveau. Ik fiets langs een vrij drukke provinciale weg. Wat meteen opvalt, is de grote variatie aan voertuigen: van het uiterst primitieve paard met wagen tot moderne auto’s en alles wat zich daar tussen in begeeft. Scheiding van verkeerssoorten is er eigenlijk niet. In een stadspark van Kunming ben ik al enkele exotische vogels tegengekomen, maar hier tref ik mijn eerste Chinese roofvogel aan, biddend langs de weg. Het is de grijze wouw, die weinig verwantschap vertoont met de meeste wouwen. Maar bijzonder is hij wel met z’n grotendeels grijskleurig uiterlijk en diep ingevallen roodkleurige ogen. Na enig vind- en zoekwerk kom ik aan het begin van de avond eindelijk aan bij mijn overnachtingsplek van die dag. De eigenares van de hostel blijkt vloeiend Engels te spreken en is erg vriendelijk. Ze runt de hostel samen met haar moeder en man, die beiden overigens geen Engels spreken. Ik word snel bijgepraat over de mooiste plekjes van de voormalige middeleeuwse vestingstad Dali.
De oude stad is de middeleeuwse hoofdstad van zowel het Bai-koninkrijk Nanzhao (737-907 CE) als het Koninkrijk van Dali (937-1253 CE). Bouwer en stichter van de stad Dali is een van de eerste koningen van het koninkrijk Dali, Duan Siping, die regeert vanaf 937 CE.). Dali behoorde in die tijd ooit tot de tien grootste steden ter wereld. Waarschijnlijk vertoont de stad destijds de trekken van de oude gerestaureerde vestingstad van tegenwoordig, die tijdens de Ming-periode weer opnieuw is opgebouwd. Met de komst van de Mongolen wordt Dali grotendeels verwoest. Vandaag de dag is nog steeds te zien dat het hier gaat om een oude vestingstad gebouwd in een carré-vorm. De muren rondom zijn in totaal zes kilometer lang, zes meter breed en zo’n acht tot negen meter hoog. Alle windrichtingen zijn in het midden ontsloten door een stadspoort. De volgende dag word ik vriendelijk uitgezwaaid en beloof ik aan het eind van mijn tour terug te zullen komen op dit adres. Dali vormt het eigenlijke startpunt door de oostelijke uitlopers van de Himalaya, die in totaal zijn drie weken in beslag zal nemen.
Mijn eerste fietsdag begint met een oversteek van het grote Erhai Meer per boot. Het weer is bewolkt, maar wel droog. In de loop van de dag slaat het weer om in zonnig. Alle drie de daaropvolgende weken zal het weer zo blijven, zonder een spatje regen, maar wel met een heerlijke fietstemperatuur van rond de 20 graden. De tocht die grotendeels voert door het befaamde Three Parallel Rivers Nationale Parc met als hoogtepunt de doorgang door de spectaculaire Tiger Leaping Gorge. Er zal flink moeten worden geklommen met soms een hoogteverschil van 1.750 naar 3.400 meter op één dag.
De eerste drie dagen beginnen echter rustig en voeren mij langs brede dalen en glooiende wegen. Het landschap is vrij open en draagt een overwegend agrarisch karakter. Het landschap oogt kleinschalig, het grondgebruik weinig intensief en met een nog overwegend traditionele landbouw. September en oktober zijn de maanden van de oogst en er zijn daarom ook grote hoeveelheden landarbeiders op de velden. Een haast Breugeliaans beeld, in het Azië van de 21e eeuw.
De Chinese keuken is wennen. Hoe zorgvuldig ik de eethuisjes ook selecteer voor de avondmaaltijd, een maag of ingewanden stoornis is wel haast onvermijdelijk. Dit is de ervaring van de meeste Chinagangers, die ik over dit onderwerp gesproken heb. Een onverwachte doch doeltreffende remedie blijkt echter het drinken van Coca Cola; een paardenmiddel, maar het werkt en beter dan welk medicijn dan ook.
Op de vierde dag dient de eerste pittige etappe zich aan. Het traject voert van Yongsheng naar Lijiang en neemt in totaal zo’n 101 km in beslag. Een zware beklimming van 30 km en een stijgingspercentage van 4,5 % is bedoeld voor de echte doorzetters, maar tevens onontkoombaar. Je krijgt er wel wat voor terug in de vorm van schitterende vergezichten en spectaculaire berghellingen. Dankzij de reisorganisatie ‘Asian way of life’ beschik ik gelukkig over een zeer gedetailleerde reisbeschrijving, wat zeker helpt bij het klimmen. Het is hierbij raadzaam om de kilometerteller op de dagstand af te stellen, waardoor je voortdurend weet hoeveel kilometer je nog te gaan hebt. Mijn minder goed gevallen maaltijd en de ongemakkelijke gevolgen daarvan, hadden er toe geleid dat ik die ochtend wat later was vertrokken, dan aanbevolen, waardoor ik de lange afdaling naar Lijiang grotendeels in het donker, in de regen (de enige regen van mijn tocht) moest afleggen. Het was dus uitkijken geblazen, maar mijn uitgebreide fietservaring zorgde uiteindelijk toch voor een behouden aankomst in de 1.000 jaar oude stad Lijiang. Het lukt mij vervolgens om een geschikte slaapplaats te vinden en ik besloot om twee dagen te blijven om de stad te bekijken.
Lijiang staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco. In feite gaat het hierbij om een drietal gebieden (clusters), die op relatief korte afstand van elkaar liggen. De grootste cluster vormt de binnenstad van Lijiang , het centrum van de oude Naxi-cultuur. De architectuur uit de Ming en Qing-dynastie is, ondanks het groot aantal aardbevingen, die de omgeving met enige regelmaat teistert, toch goed bewaard gebleven. De oude stad vervult sinds de 12e eeuw een belangrijke marktfunctie door z’n ligging langs de Tea Horse Route (de Chama), een zuidelijke uitloper/variant van de Zijderoute. Met deze functie verbindt de stad vanouds oude culturen van etnische bevolkingsgroepen als de Naxi, Han, Bai en het Tibetaanse volk.
Uitzonderlijk fraai is de ligging van de stad in z’n omgeving: het landschap van het hooggebergte met onder meer de Jade Dragon Snow Mountain. Deze berg is bron van het water, dat via bergbeken, aangekomen in het dal, uiteindelijk de stad in loopt. Een uitgekiend systeem van smalle kanalen voert het water vervolgens al vanaf de vroege Ming door de stad. Veel van de historische plaatsen zoals Dali en Lijiang waren tien tot vijftien jaar geleden nog overwegend werkstadjes. Het accent van de werkgelegenheid is in een rap tempo op grote schaal veranderd van bedrijvigheid naar winkels gericht op de toeristenindustrie. Ondanks dat veel van de oude panden de laatste jaren op grote schaal zijn gerestaureerd en opgeknapt trekken de goed lopende winkeltjes en horeca grote hoeveelheden toeristen aan en raken de smalle straatjes in het en buiten het seizoen overvol. Dit fenomeen doet duidelijk afbreuk aan de monumentaliteit en het historisch karakter; een nadelig gevolg van de voorspoed en vooruitgang. Het nog grotendeel door de Naxi-cultuur beheerste, iets noordelijk gelegen Baisha is een bezoek zeker de moeite waard.
Vanaf de Lijiang is het nog twee dagen fietsen naar de hoogvlakte van Zhongdian met de daar aanwezige gelijknamige plaats, het tegenwoordig Shangri-La, vernoemd naar het in de jaren dertig verschenen boek ‘Lost Horizon’ van John Hilton. Een slimme zet van locale bestuurders om meer toeristen naar Zhongdian te trekken, dat voor enkele jaren terug nog werd geteisterd door een grote brand, waarbij tientallen houten historische panden op een noodlottige wijze verloren zijn gegaan. De voortvarendheid waarmee herstel en vernieuwbouw vervolgens ter hand is genomen kan alleen maar bewondering oogsten. Tijdens mijn bezoek aan de stad blijken de restauratiewerkzaamheden nog in volle gang. Met behulp van ambachtelijk vakmanschap, met veel nadruk op zorgvuldig uitgevoerd houtsnijwerk, ogen de vernieuwde panden nog mooier dan ooit te voor. Echter ook hier dreigt het massatoerisme langzaam grootse vormen aan te nemen, zij het minder dan in Lijiang. Ten noorden van de stad bevindt zich het prachtige Tibetaanse Gandem Sumtseling Gompa monastery (Songzanlin Si), dat ten tijde van de Culturele revolutie van de jaren zestig grotendeels verloren was gegaan. Herstel en restauratie van boeddhistische kloosters en tempels is in het hedendaagse China de normaalste zaak van de wereld. Het vervult een wezenlijke bijdrage aan de herwaardering en nieuwe zingeving aan oude culturele waarden en levensbeschouwingen, nu het communisme als officiële staatsideologie in betekenis en inhoud steeds meer aan erosie onderhevig is. Dit klooster is erg mooi gerestaureerd, wat zeker niet geldt voor alle kloosters die een tweede leven wordt gegund in het hedendaagse China.
De Zhongdian hoogvlakte vormt het meest noordelijke gelegen deel van de route. De voorkomende klederdracht, de bouw, de aanwezige stupa’s en het landschap tonen tezamen een sterk Tibetaanse invloedssfeer, meer dan welk ander deel van de route. Vanaf nu is het nog twee dagen fietsen naar de Tiger Leaping Gorge. De weg voert door het Shangri-La Potaso National Park. Voor Shagri-la moet de weg meerdere malen met het drukke milieuonvriendelijke (vracht)verkeer worden gedeeld. Vanaf nu echter kunnen grote delen worden gefietst, zonder ander wegverkeer tegen te komen. Fraaie afdalingen door zogenaamde temporale naaldwouden, die voor een deel ook uit gemengd bos bestaan (met groenblijvende loofhoutsoorten). De biodiversiteit komt vooral tot uitdrukking in de grote diversiteit aan boom- en plantensoorten, waaronder ook veel soorten, die elders niet voorkomen en dus specifiek zijn voor dit deel van China. Overal hoor je de meest kleurrijke exotische vogelsoorten, die wat betreft geluid en voorkomen vaak sterk afwijken van de vertrouwde Europese soorten. Tussen de bossen liggen de terrassen, waar landbouw wordt gepleegd en je doen beseffen dat je in Azië bent.
De Tiger leaping Gorge is een belevenis op zich. Het gaat hier om een diepe insnijding in het landschap, een direct gevolg van een geologisch proces, dat reeds zo’n 23 tot 34 miljoen geleden begon. De steile rotswanden zijn meer dan spectaculair en vormen dan ook een prachtig decors voor en tijdens het fietsen. Halverwege is het mogelijk te overnachten in één van de kleine guesthouses, veelal met direct uitzicht op de diepe kloof, een plaatje dat je zelf niet kunt bedenken. Overdag is het mogelijk om te voet af te dalen via speciaal door de plaatselijke bevolking onderhouden wandelpaadjes, waarvoor op verschillende plekken om een kleine financiële bijdrage wordt gevraagd, omdat de ooit aanwezige overheidssteun hiervoor is weggevallen.
Wie denkt dat na dit landschappelijk hoogtepunt de rest van de tocht in het niet zal vallen, vergist zich. De terugtocht richting Dali, waar de tocht begon, zal nog ruim een week in beslag nemen. Er zijn zware en minder zware etappes, langs overwegend rustige goed begaanbare wegen, zonder veel verkeer.
Van de historische plaatsjes, die vaak onderdeel uitmaken van de reeds genoemde Tea-Horse Route verdient Shaxizhen een aparte vermelding. Het geologisch nog altijd actieve Himalaya-gebergte zorgt regelmatig voor aardbevingen met grote en minder grote gevolgen. Zo werd ook Shaxizhen nog enkele jaren geleden getroffen door een aardbeving, die plaatselijk de nodige schade aanrichtte in en rond het oude centrum. Het overgrote deel van het stadje staat echter nog overeind en beschikt onder meer over één van de meest mooie marktpleinen van de provincie Yunnan. Aan de oostkant van dit plein bevindt zich het oude theater, waarbij de voorstellingen in de open lucht gehouden worden. Aan alles is te zien, dat het hier om een authentiek historisch gebouw gaat, dat vrijwel geheel in z’n oorspronkelijke staat verkeert.
Aan de overkant van het plein ligt de Boeddhistische Xingjiao-tempel met ter weerszijde van de ingang twee reusachtige vervaarlijk blikkende houten, wachters, zongenaamde Nio’s, die de tempel moet vrijwaren van kwade geesten en ander ongewenst volk. Het aantrekkelijke van Shaxizhen is, dat het nog niet wordt overspoeld door dagjesmensen en toeristen en een goed beeld geeft van hoe het hier eeuwen lang is toegegaan.
Voor het maken van de tocht moet gemiddeld zo’n drie tot vier weken worden uitgetrokken. Je kunt de reis echter zo lang en kort maken als je zelf wilt. Op verschillende plekken langs de route kan worden afgeweken, voor een bezoek van historische woonplekken of tempels in de bergen. Vele plekken lenen zich voor een langer tussentijds verblijf, voor het maken van een mooie bergwandeling in het hooggebergte. De tocht eindigt waar hij is begonnen, de stad Dali.
Vanuit Dali is het mogelijk om zowel per bus als trein terug te reizen naar Kunming. Mocht de aandrang om naar huis te keren nog niet groot blijken te zijn, dan bestaat hier nog de mogelijkheid een bezoek te brengen aan het zestig kilometer van de stad gelegen bezienswaardige geologische park ‘Stone Forrest’ of de ten oosten van de stad gelegen ‘World Expo Horti Garden Expo 98’.
Maarten Ridderbos schreef naar aanleiding van zijn fietsreis een boek: ‘Een nog niet verloren landschapsparadijs in het westen van China’, dat najaar 2016 verscheen en verkrijgbaar is via diverse reguliere boekhandels en via het internet (ISBN: 97890151799422). In het boek wordt uitgebreid stilgestaan bij de geschiedenis, diverse geestelijke en ideologische stromingen en het landschap en de natuurwaarden als ook de bevolkingscentra en voorkomende minderheidsgroepen in het gebied.