Rivieren zijn geliefd als leidraad voor fijne fietstochten. Klassiekers als de Donau Radweg, La Loire à Vélo en de Elbe Radweg wijzen jaarlijks tienduizenden fietsers de weg. Ook de Maasroute, die alleen al in Nederland goed is voor bijna 500 afwisselende fietskilometers, wordt inmiddels ‘platgereden’. De Drauradweg die door Italië, Oostenrijk, Slovenië en Kroatië slingert, is eveneens een fietsersfavoriet. Het eerste traject, aan weerszijden van de grens tussen Italië en Oostenrijk, is het populairst. Niet ten onrechte, zo stelde fietsjournalist Robert van Weperen vast.
Bij de start van deze rivierroute, in het Italiaanse Dobbiaco (= Toblach), is de Drau nog een woeste bergrivier, om 15 kilometer later onstuimig Oostenrijk binnen te stromen. Steden als Lienz, Spittal en Villach kwamen alleen dankzij haar tot volle wasdom. Na Oostenrijk zijn Slovenië en Kroatië aan de beurt. Eenmaal bij het eindpunt van de Drauradweg heeft je fietscomputertje maar liefst 540 extra kilometers verzameld. De Drau kabbelt nog even onvermoeibaar door om uiteindelijk meedogenloos opgeslokt te worden door een imposante Donau.
De eerste 50 kilometer tussen Toblach en Lienz zijn het meest geliefd. In het hoogseizoen is het er zelfs fietsfile rijden. Zelf vind ik dat verre van aantrekkelijk: ook pretparken en festivals zijn niet aan mij besteed. Echter, landschappelijk is de route helemaal in orde. En wat ook zo fantastisch is: ik heb nog nooit zoveel blije en enthousiaste fietsers bij elkaar gezien. Van geoefende toerfietsers tot stoere mountainbikers. En van pensionado’s tot jonge gezinnen met piepjong grut dat langs de Drau haar eerste serieuze meters wegtrapt. Alle genres bij elkaar, zonder boos gebel, in perfecte harmonie.
Route: Zuid-Tirol - Oost-Tirol - Karinthië - Slovenië - Kroatië
Lengte: 510 km
Etappes: 8
Karakter: Voornamelijk vlak. Doordat de hele route langs een spoorlijn loopt kun je ook delen met de trein afleggen.
Zwaarte: Makkelijk
Vervoer naar: Afstand Utrecht - Toblach: 1020 km
Ik moet nog beginnen aan mijn tocht en kijk al mijn ogen uit. Op het centrale plein van Lienz stikt het van de vrijetijdfietsers. Eén van hen valt extra op: een jonge vader in de categorie stoere hipster. Een flinke baard, een afgetraind lichaam, een modieuze zonnebril en een tattoo op zijn rechterarm die nog eens beklemtoont dat hij bepaald geen watje is. Maar die accu op zijn fiets dan? In Nederland zijn jonge vaders op een e-bike net zo zeldzaam als een eerlijke fietsendief. Voor mij is het weer eens bewezen: fietscultuur varieert per land, een extra reden om grenzeloos te fietsen.
Mijn plan is om naar het startpunt Toblach in Zuid-Tirol te fietsen. Volgens een Nederlands echtpaar, dat ik bij het VVV van Lienz spreek is dat onmogelijk. “Je rijdt dan tegen een stroom fietsers in, en dat is levensgevaarlijk.” Volgens VVV-medewerkster Nadia valt dat reuze mee, als je maar oplet. En ze heeft nog meer goed nieuws: bij hun VVV kan ik kosteloos een gloednieuw regenjasje lenen. Beschikbaar gesteld door een fabrikant van high tech outdoor-kleding. Het is weliswaar fantastisch mooi weer, maar zoiets mag domweg niet ontbreken.
Zodra ik op de Drauradweg aanhaak, snap ik waarom de landgenoten zich bezorgd toonden: een oneindige sliert fietsers komt mij tegemoet. Solofietsers, complete families en vriendengroepen. Alsof alle Italianen – de meeste van hen komen onmiskenbaar uit Italië – hun land ontvluchten. Ik wrijf opnieuw mijn ogen uit, wat geweldig dat nu ook de Italianen recreatief fietsen hebben omarmd.
Dat vrijetijdfietsers dolgraag langs de Drau fietsen, is te begrijpen: de condities zijn perfect. Strakglad asfalt en verharde paden wisselen elkaar af. Er is amper autoverkeer en er zijn volop eetgelegenheden. Verveling krijgt geen kans, daar zorgt het afwisselende landschap wel voor. In het begin fiets ik door bosgebied en hoor ik de rivier vaker dan dat ik ‘m zie. Verderop rijd ik vlak langs de oevers van een immer woelige rivier. Uiteindelijk breekt het landschap open, en kan ik 360 graden om mij heen kijken. Vrijwel ongemerkt fiets ik de grens over. Een slagboom ontbreekt. Slechts een bescheiden verkeersbord kondigt ‘Italia’ aan. Het menu van het restaurant waarvoor ik in de remmen ga onderschrijft mijn grensoverschrijdende fietsavontuur: mijn lunch komt voor de volle 100% uit de cucina italiana.
Als ik aankom bij het beginpunt van de Drauradweg wordt het mij duidelijk waarom ik de schoonheid van deze route met zo ontzettend veel andere enthousiaste fietsers mocht delen. Direct naast het treinstation is een schuur waar misschien wel 1000 huurfietsen inpassen. Daarmee fietst iedereen naar Lienz om uiteindelijk per trein in een uurtje terug te boemelen. Om die reden is het voorbij Lienz gedaan met de fietsende dagjesmensen en kom je alleen hard core vakantiefietsers op de Drauradweg tegen, zo vertelt een fietser mij die óók tegen de stroom is ingefietst.
Ik spring op in omgekeerde richting en verbaas me over de riante ruimte die vrijgehouden wordt voor meegebrachte fietsen. Dat pakken ze hier stukken beter aan dan in Nederland. Samenvattend, de Drauradweg kent alleen maar plussen. Niet toevallig krijgt de route 5 sterren van de ADFC, het Duitse neefje van onze ANWB.
Meer informatie over de Drauradweg vind je op de website van het Oostenrijks Verkeersbureau. Fietsen kun je huren in Lienz of in Toblach.