In de Alpen is er aan prachtpieken geen gebrek. Maar er zijn van die bergen die met kop en schouders boven de rest uitsteken. We selecteerden de 10 meest karakteristieke alpenreuzen.
Hij mist het erepodium van hoogste alpenpieken op een metertje of zeventig. Maar wat de 4.478 meter hoge Matterhorn nipt tekortkomt in hoogtemeters, wordt ruimschoots goedgemaakt door het wereldberoemde silhouet. Klimmers van Albanië tot Zimbabwe kunnen de iconische contouren dromen. Die piramide-achtige piek. Die schier loodrechte flank. Een kathedraal van steen en sneeuw is het, op de grens van het Zwitserse Wallis en de Italiaanse Valle d’Aosta. De Brit Edward Whymper zette in 1865 als eerste voet op de top. Maar dat de Matterhorn zich niet zomaar laat bedwingen bleek al op de terugweg, toen vier van zijn zes teamgenoten hun dood tegemoet stortten. Het klimverbod waarop de Engelse koningin daarna aandrong is er gelukkig nooit gekomen. En zo kunnen elk jaar nog altijd duizenden getrainde klimmers hun tocht naar de top wagen. Je hebt liever het ansichtkaartenuitzicht vanaf een afstandje? Vanuit Zermatt pak je gewoon de kabelbaan naar het bergstation van Klein Matterhorn (op 3829 meter boven zeeniveau het hoogste bergstation van de Alpen) voor een prachtige blik op ’s werelds meest gefotografeerde berg.
Je hebt bergtoppen die het wolkendek voorzichtig kietelen. En je hebt de Aiguille du Dru, een piek zo puntig dat de bovenhangende wolken als door een slagersmes aan repen worden gesneden. De 3.754 meter hoge ‘Naald’ in de vallei van Chamonix maakt onderdeel uit van het Mont Blanc massief. Wie de berg wil beklimmen moet van goede huizen komen. Nadat de Britse klimgeit Clinton Dent in 1878 als eerste mens de top aantikte, waarschuwde hij zijn collega’s al over de opvallend gladde rotsen. Een reeks desastreuze aardverschuivingen heeft de boel er de laatste twintig jaar niet bepaald makkelijker op gemaakt. Wie de kennis en kunde bezit om toch de top te bereiken, wordt opgewacht door de opmerkelijke gastvrouw van de Dru: een door de wind gegeseld Lourdesbeeld dat in 1913 omhoog werd gezeuld en nog altijd stevig op haar sokkeltje staat.
Aan het decor kan het niet liggen: de markante top van de Finsteraarhorn steekt als een haaienvin boven de glinsterende gletsjers van het Berner Oberland uit. Hoogte is ook het probleem niet: maar liefst 4.274 meter schoon aan de haak. Toch behoort de Finsteraarhorn, op de grens van de Zwitserse kantons Bern en Wallis, onder alpinisten tot de minder bekende en bezochte bergen. Ja, (toer)skiërs zijn verzot op de flitsende flanken van de Finsteraarhorn. Maar wie verder kijkt dan zijn latten lang zijn kan zich ook ’s zomers flink in het zweet werken op en rond de puntige piek. Het meest gangbare traject loopt vanaf de Grimselpass via de zuidwestelijke helling en de noordwestelijke bergkam naar de top. Maar via de Finsteraarhornhütte en de Oberaarjochhütte kronkelen nog veel meer routes richting de eeuwige sneeuw.
Deze bijzondere berg laat zich moeilijk in een hokje proppen. Echt puntig kun je de piek niet noemen. Maar ronde lijnen zijn ook ver te zoeken. Een tafelberg dan? Nee, daar is-ie veel te steil voor. Volgens Italianen lijkt de Piz Badile (3.308 meter) nog het meest op een reusachtige schep (een ‘badile’ dus) die door onvoorstelbare krachten in de grond is geramd. Maar trek verder naar het zuiden en je kunt er ook zomaar een woeste drakenrug in herkennen. Genoeg te turen dus, daar op het rafelrandje van het Zwitserse kanton Graubünden. Als je tenminste in het dal blijft. Wie de top wil bereiken heeft – met name op de uitdagende noordoostwand – zijn handen vol aan het gladde graniet.
De Grand Combin de Valsorey (4.184 meter). De Grand Combin de la Tsessette (4.135 meter). En precies daar tussenin de hoogste van het stel: de Grand Combin de Grafeneire (4.314 meter). Op de Grand Combin krijgen alpinisten drie toppen voor de prijs van één. Logisch dat ze niet zijn weg te slaan van de wonderschone berg in de westelijke Alpen. Het massief ten oosten van de Grote Sint-Bernhardspas is zo rijkelijk bedeeld met dikke lagen gletsjerijs dat het ook wel de Himalaya van Zwitserland wordt genoemd. Al schuilt daarin ook de uitdaging: doordat er geregeld ijs van de berg afbreekt, krijgen getrainde klimmers – die vanuit Bourg St. Pierre omhoog trekken – het vaak flink te verduren.
Je moet al aan de zuurstof bij de gedachte om een ruim 3.600 meter hoge berg te beklimmen? Wees maar gerust: voor zijn formaat is de Zwitserse Barrhorn zo laagdrempelig als een inloophuis. Dit kroonjuweel van de Walliser Alpen is een van de hoogste alpenreuzen wiens top je zonder professionele klimuitrusting kunt bereiken. Geen ingewikkeld gehannes met crampons, touwen en klimbijlen dus. Gewoon de veters aansnoeren, de blik naar boven en gaan met die banaan. In twee dagetappes is de klus te klaren, inclusief een overnachting in de immer gemütliche Turtmannhütte op 2.519 meter hoogte. Van de haarspeldbochten naar de Schöllijoch tot de puinvelden richting Inners Barrhorn: mochten de steilere passages of de ijle berglucht je toch teveel worden, dan maakt de omgeving vol bejubelde vierduizenders als de Weisshorn alles goed.