Een berghut biedt onderdak aan bergwandelaars, alpinisten en/of rotsklimmers. Zie het als een primitieve herberg, waar alleen voor de meest basale benodigdheden wordt gezorgd: warmte en onderdak voor de nacht en, afhankelijk van het type hut, ook voeding. Een huttentocht is een goede manier om met relatief weinig/lichte bepakking toch comfortabel grotere afstanden in de bergen af te leggen en dus meer van de omgeving te zien en ervaren.
In de Alpen zijn ongeveer 1800 berghutten. De meeste zijn eigendom van lokale of nationale bergsportverenigingen, een klein aantal is in privébezit. De omvang van berghutten varieert van grote gebouwen met soms wel meer dan honderd overnachtingplaatsen tot minihutjes met een handvol britsen, zogenoemde Bivacco’s (vooral in uithoeken van de Italiaanse Alpen). Je hebt ‘bemande’ (Bewirtet) en ‘onbemande’ (Unbewirtet) hutten; de eerste soort heeft een waard of waardin die maaltijden serveert, de andere bieden die service niet. Als er een waard of gardien op de berghut let (Bewartet), dan kun je over het algemeen ook drankjes of tochtproviand kopen.
Het avondeten wordt in de meeste berghutten op een vast tijdstip geserveerd aan tafels waaraan je soms met meerdere groepen zit. Je eet wat de pot schaft: meestal een driegangenmenu met soep, een voedzame vleesschotel tussendoor en een puddinkje of (blik)fruit toe. À la carte eten kan in berghutten over het algemeen niet. Vaak worden de tafels vooraf ingedeeld.
Zeker in Tessin (Ticino) bestaan hele comfortabele onbemande hutten waar je uitgebreid kunt koken en de beschikking hebt over een complete keukeninventaris. Hier kun je (tegen betaling) ook wijn, frisdrank en bier kopen zodat je deze niet uit het dal mee hoeft te slepen.
Veruit de meeste van de ongeveer 1800 hutten in de Alpen zijn eigendom van de Duitse Alpenvereniging (DAV), Oostenrijkse Alpenvereniging (OeAV) en Alpenverein Südtirol (AVS), namelijk 588, en de Italiaanse Alpenvereniging (CAI), ca. 760. De Zwitserse Alpenvereniging (SAC) bezit er ongeveer 150, de Franse (FFCAM) 125 en de Sloveense (PZS) 176. Daarnaast is er nog een onbekend aantal privé-hutten, die dus niet in het bezit zijn van een een nationale alpenvereniging.
De Nederlandse Alpenvereniging NKBV heeft overigens ook een eigen berghut gehad, de Wangenitzseehütte op ruim 2500 meter in de Oostenrijkse Schobergruppe. In 2008 ging deze hut over naar de Sektion Lienz van de Oostenrijkse Alpenvereniging. De NKBV heeft deze hut nog wel een tijd lang financieel ondersteund en oa een portret van onze eigen koning Willem-Alexander herinnert nog aan de Nederlandse jaren.
Niet onvermeld mag blijven dat er natuurlijk buiten de Alpen ook berghutten zijn. Denk aan Spanje (Pyreneeën en Sierra Nevada, maar ook op Tenerife en Mallorca), Engeland, Kroatië, Corsica, Liechtenstein en nog een aantal andere landen en eilanden met serieuze bergen.
Overnachten doe je in het algemeen op matrassen met meerdere mensen op een zaal, niet tussen lakens, maar onder dekens of dekbedden. In het Duits heet zo’n slaapzaal een Lager (of Matratzenlager) en in het Frans dortoir. Een kussen en deken ligt in de meeste hutten voor je klaar, maar het is tegenwoordig bijna in iedere hut uit hygiënisch oogpunt verplicht om je eigen lakzenzak (met kussensloop) te gebruiken. Mocht je deze niet hebben (of zijn vergeten), op sommige Oostenrijkse en Duitse hutten is een eenvoudige lakenzak (of Hüttenschlafsack) te koop of te huur. Een eigen slaapzak meenemen kan natuurlijk ook, maar is volumineus en relatief zwaar. Maar sinds de corona-crises verplichten sommige berghutten om een eigen slaapzak mee te nemen.
De al enige jaren geleden ingezette tendens berghutten te moderniseren zodat de gasten meer privacy kan worden geboden zet zich nog steeds door. In dergelijke hutten heb je soms zelfs kamers voor twee of vier personen. Zeker voor gezinnen met (kleine) kinderen is dit ideale manier om het huttenleven te leren kennen. De prijzen van een kamer liggen hoger die van een Matratzenlager, soms betaal je het dubbele.
In (bijna) alle hutten zijn tegenwoordig sanitaire voorzieningen, zoals toiletten en stromend water, maar alleen in de modernere vind je (vaak tegen betaling) douches en warm waswater. Als je op een Lager of een dortoir slaapt, kan het soms wel eens erg onrustig zijn: gesnurk, plassende kamergenoten, gerommel in rugzakken. Als het druk is, lig je vaak als sardientjes in blik. Het voordeel is dat je elkaar dan heel snel goed leert kennen, maar het is vaak wel even wennen. Neem oordopjes mee of een voorraadje met slaaptabletten.
Reserveren voor een overnachting doe je per telefoon of per mail (afhankelijk van de berghut). Sommige wandelroutes kunnen erg druk zijn waardoor hutten in de drukste zomermaanden bijna letterlijk uitpuilen. Het is voor sommige huttentochten, zeker als je met een groot gezelschap bent, verstandig om zeker een maand van tevoren te reserveren. Mocht je je tocht al in het voorjaar voorbereiden, boek dan de hutten meteen als je route duidelijk is. De telefoonnummers van de hutten kun je over het algemeen op internet vinden en anders wel in speciale wandelgidsjes. Vergewis je er altijd van dat je een bevestiging krijgt op je reservering, anders ben je niet zeker van je boeking. Gaat je tocht onverhoopt niet door (ziekte, slecht weer, noodsituatie), annuleer dan altijd je reservering.
Steeds meer Duitse, Oostenrijkse en Zwitserse huttenmerken met een centraal reserveringssysteem. Je kunt dan ook meteen zien of er in een bepaalde periode nog plaats is. Niet alle hutten zijn hier op aangesloten.
Als je bij een hut aankomt, word je geacht je allereerst bij de waard te melden. Meestal krijg je dan meteen een slaapplaats toegewezen, maar in een aantal landen is het gebruikelijk om de slaapplaatsen pas om een uur of zes ’s avonds te verdelen, dus als de waard inzicht heeft in het totaal aantal gasten. Zo krijgt een ieder een even grote plaats. Dat betekent wel dat je de kans op een middagdutje wordt ontnomen.
Het is zeer de moeite waard om lid te worden van de NKBV (Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging). Een lidmaatschap geeft korting op de overnachting voor hutten van bergsportverenigingen die zijn aangesloten bij de U.I.A.A. Je kunt je bij de NKBVook een betrouwbare en uitgebreide bergsportverzekering afsluiten. Niet alle standaard reisverzekeringen dekken namelijk bergsport.
In officiële berghutten van een van de Alpenverenigingen geldt een aantal regels en gebruiken die je moet kennen om niet meteen een aanvaring met de waard te veroorzaken. In alle berghutten moet je je schoenen over het algemeen in de hal uittrekken en vervangen voor slippers, sloffen of klompen die er voor je klaar staan. Je bergschoenen aanhouden in de slaapruimte is absoluut een doodzonde!
Je pickel of je wandelstokken moet je op een speciale plaats achterlaten en soms word je ook geacht je rugzak elders te stallen. Voor je spulletjes die je ’s nachts nodig hebt, staan dan mandjes of een eigen kastje of plank ter beschikking. Zo kun je je droge kleding en toilettas meenemen naar de slaapzaal. Om tien uur ’s avonds gaat in berghutten het licht uit en treedt er ‘rust’ in, omdat veel bergwandelaars en zeker klimmers vroeg in de ochtend alweer van start gaan.
Als je ’s ochtends opstaat, is het een goed gebruik je dekens netjes op te vouwen en deze in een stapel terug op je bed te leggen. Vuilnis neem je weer mee naar het dal.
Het verschilt per berghut. Voor leden van een bergsportvereniging kost een overnachting in de meeste berghutten ongeveer € 40 tot € 60 per persoon per nacht halfpension dus inclusief ontbijt en avondeten. Niet-leden betalen voor een overnachting meer (10€ tot het dubbele bedrag). In Oostenrijk en Duitsland hebben leden van een bergsportvereniging recht op zogenaamd Bergsteigeressen. Voor een vaste prijs (ca. 8€) krijg je dan een eenvoudige, doch voedzame maaltijd. In andere landen bestaat dit voordeeltje voor leden niet.
Overigens zijn dit geen keiharde getallen. Zwitserse (en Liechtensteinse) hutten zijn fors duurder dan Oostenrijkse en Duitse. Houd bovenop de prijs van het avondeten vooral ook rekening met de kosten van drankjes en eventuele extra’s. Opnieuw ben je op Zwitserse hutten voor een glas bier of wijn meer kwijt dan in Oostenrijk of Duitsland. Slovenië en Italië zijn gunstig, maar in Slovenië is de keuze voor eten en drinken vaak beperkt. Al wordt deze achterstand in rap tempo ingelopen.
Onderling kunnen hutten in een land ook weer van elkaar verschillen omdat de prijzen voor maaltijden en drankjes niet vastliggen. In het algemeen: hoe lastiger de hut te bevoorraden, hoe hoger de prijzen. Heel soms heb je te maken met toeslagen omdat er bijvoorbeeld extra gestookt moet worden ivm koud weer.
Bijna alle berghutten zijn eigendom van regionale of nationale bergsportverenigingen. Deze zijn op hun beurt weer aangesloten bij een overkoepelende internationale organisatie, de U.I.A.A. Binnen de U.I.A.A. is afgesproken dat wie lid is van de ene bergsportvereniging gelijke rechten heeft als de leden van de lokale zustervereniging. Dit noem je het ‘tegenrecht’ (Gegenrecht). In de praktijk betekent dit dat je in de hutten korting krijgt op overnachtingen en in sommige landen (Oostenrijk, Duitsland) zelfs op maaltijden. Bovendien geniet je in drukke berghutten als lid voorkeursrecht bij het toewijzen van slaapplaatsen boven niet-leden. Let echter op: in een aantal beschreven trektochten wordt onderweg ook gebruik gemaakt van particuliere berghotels en herbergen; hier genieten leden geen korting! Je ziet in een aantal Alpenlanden een tendens om berghutten in particuliere handen te geven of concessies voor nieuwbouw aan lokale uitbaters te gunnen, zoals in de Brenta Dolomieten, waar de beste hutten privéhutten zijn.