‘Zoveel mensen, zoveel wensen’, luidt het gezegde en dat gaat ook op voor tenten. In dit artikel geven we antwoord op vragen. Welke typen tenten bestaan er? Waarvan zijn ze gemaakt? Wat is het verschil tussen een drie- en een vierseizoenentent? Wat mag een tent wegen? Aan het eind weet je precies welke tent jij zoekt en kan je kampeervakantie niet meer stuk. We beginnen met de tenten.
Ooit bestonden er alleen noktenten: tenten waarbij het doek in de nok omhoog wordt gehouden met één of meerdere rechte stokken. En ze bestaan nog steeds. Meestal uitgevoerd in relatief zwaar (lichtgewicht) katoen, maar ook in nylon of polyester of in technisch katoen (zie materialen).
Het nadeel van éénstokkers is dat ze weinig ruimte in de binnentent hebben. Bij een éénstokker slaap je meestal achter elkaar, waardoor de achterste dicht tegen het tentdoek aan ligt. Bij een tweestoks noktent slaap je veelal naast elkaar en heb je dit nadeel niet.
Veel noktenten hebben een luifel, die met scheerlijnen en/of extra stokken een beschutte plek biedt om te koken.
Een traditionele vierseizoenen noktent voor twee personen van lichtgewicht katoen weegt tussen de 4 (voor een hele eenvoudige) tot 8 kilo (voor een tent met luifel). Voor rugzaklopers is 4 kilo met z’n tweeën nog net te doen, maar voor fietsers is het geen enkel probleem.
De echte klassieke koepeltent is een geodeet. Hij heeft vier boogstokken: twee stokken kruisen elkaar in de nok en de andere twee ‘duwen’ het tentdoek naar buiten, waardoor de binnenruimte maximaal wordt benut. De eerste koepeltenten vinden hun origine in expedities waarbij een tent nodig was die zwaardere weersomstandigheden aan kon. De koepelvorm levert een tent op die goed windbestendig is en bovendien erg goed het gewicht van veel sneeuw op het dak kan verdragen.
Afhankelijk van het gekozen materiaal voor de binnentent – gaasdoek of gesloten doek – zijn veel koepeltenten echte vierseizoententen. Pluspunt van een klassieke koepel is ook dat ze volledig zelfdragend zijn en dus eenmaal opgezet makkelijk verplaatst kunnen worden. Haringen gebruik je alleen om de tent vast te zetten. Een nadeel van veel koepeltenten is de ventilatie. Wat ze ook bedenken, helemaal afdoende is het nooit. De eenvoudigste koepel is er een waarbij slechts twee boogstokken elkaar in de nok kruisen. Doorgaans zijn dat goedkope tentjes en vooral geschikt als bijzettentje in warmere gebieden.
Koepeltenten hebben een minimaal gewicht van zo’n twee kilo voor twee personen. Dit geldt voor een drieseizoenen tent. Wil je ook in de winter kamperen, reken dan op ca. een kilo meer. Een echte volwaardige expeditietent (geodeet) zit op zo’n vijf kilo of meer. Voor elke activiteit is een koepeltent te vinden met het juiste gewicht.
Net als koepeltenten zijn tunneltenten opgebouwd uit boogstokken, maar bij de tunnel staan de stokken in elkaars verlengde. Eigenlijk hetzelfde principe als goedkope kassen voor hobbytuinders. Het grote voordeel van tunneltenten is dat ze heel veel binnenruimte hebben in verhouding tot het gewicht. Ook zijn ze heel eenvoudig op te zetten.
Tunneltenten zijn goed windbestendig als de wind op de kop of op de kont staat, maar de grote hoge steile zijvlakken zijn echte windvangers. Met veel wind zul je alle scheerlijnen bij moeten zetten. De meeste tunneltenten zijn lengteslapers. De eenvoudigste tunneltent heeft twee boogstokken en meestal alleen een klein luifeltje. Anders wordt het met drie stokken; dan creëer je meteen een behoorlijke luifelruimte.
Er zijn merken die tunnelsegmenten eindeloos aan elkaar koppelen waardoor hele lange combinaties ontstaan. Tunneltenten voor twee personen en drie seizoenen met een luifel wegen tussen de 2 en 4 kilo voor een winterbestendig exemplaar. Neem je een eenvoudige tweestoks tunnel zonder luifel dan is 1,7 kg zo’n beetje met minimum gewicht.
Een hybride tent is een combinatie van een tunneltent en een koepeltent. Net als bij een koepel kruisen twee stokken elkaar en wordt met een derde stok de luifel gemaakt.
Maar bij een hybride tent zijn heel veel vormen mogelijk en blijft het lang niet altijd bij drie stokken. De slaaprichting kan zowel dwars als in de lengterichting zijn. Het mooie van een hybride tent is dat hij vaak zelfdragend is.
Hybride tenten zijn doorgaans goed windvast, maar door het veelal relatief platte dak blijft er wel gemakkelijk sneeuw op liggen en zijn ze minder geschikt voor winterkamperen.
Hybride tenten hebben een minimaal gewicht van zo’n twee kilo voor twee personen. Dit geldt voor een drieseizoenen tent. Wil je ook in de winter kamperen, reken dan op ca. een kilo meer. Een echte volwaardige expeditietent (geodeet) zit op zo’n vijf kilo of meer. Voor elke activiteit is een hybride tent te vinden met het juiste gewicht.
Een tent die de laatste jaren sterk in populariteit toenam is de tipi. De tipi en de bekende indianen wigwam zijn overigens in vorm hetzelfde. De tipi wordt in Scandinavië al heel lang door de Sami gebruikt. De ‘oer’ tipi bestond uit rendierhuiden en een bundel dikke stokken en was relatief makkelijk mee te nemen als de Sami met hun kudde rendieren verder trokken. Door een opening in de nok kan er in een tipi een houtvuur worden gemaakt.
Tegenwoordig worden de meeste tipi’s van katoen gemaakt, maar er zijn steeds meer lichtgewicht, kunststof varianten waarin je nog steeds met een houtkachel de boel warm kunt houden en een potje koken. De tipi is erg ruim in verhouding tot het gewicht en is goed geschikt voor alle seizoenen.
Kijk je naar ruimte en gewicht, dan scoren vooral de lichtgewicht tipi’s erg goed. Rond de 2 kilo voor een driepersoons super lichtgewicht drieseizoenen tent; tot 8 kilo voor een vierseizoenen vijfpersoons katoenen exemplaar.
De tarp is eigenlijk de eenvoudigste tent die bestaat: een groot stuk doek dat je tussen twee punten (bijv. wandelstokken of twee bomen) ophangt als enkeldaks tent. Een tarp is ook handig om als luifel voor een klein tentje te spannen om beschut te koken. Of… bij koud weer boven je tent, zodat de kou al wordt tegengehouden.
Een bivakzak is een hoes van waterdicht en ademend materiaal waarin je je slaapzak legt. Hij is licht en biedt voor echte diehards voldoende bescherming tegen de elementen. Er zijn bivakzakken met een boogstok bij het hoofd zodat er een minimalistisch tentje ontstaat.
Het tentdoek van een buitentent kan gemaakt zijn van katoen, polyesterkatoen, nylon of polyester.
Het type tent, drie- of vierseizoenen en het materiaal van het tentdoek bepalen voor een groot deel het gewicht van een tent. Toch zijn er wel wat vuistregels te geven.
Het gewicht van een noktent
Een traditionele vierseizoenen noktent voor twee personen van lichtgewicht katoen weegt tussen de 4 (voor een hele eenvoudige) tot 8 kilo (voor een tent met luifel). Voor rugzaklopers is 4 kilo met z’n tweeën nog net te doen, maar voor fietsers is het geen enkel probleem.
Het gewicht van een geodeet, koepel en hybride
Deze tenten hebben een minimaal gewicht van zo’n twee kilo voor twee personen. Dit geldt voor een drieseizoenen tent. Wil je ook in de winter kamperen, reken dan op ca. een kilo meer. Een echte volwaardige expeditietent (geodeet) zit op zo’n vijf kilo of meer. Voor elke activiteit is een koepel- of hybridetent te vinden met het juiste gewicht.
Het gewicht van een tunneltent
Tunneltenten voor twee personen en drie seizoenen met een luifel wegen tussen de 2 en 4 kilo voor een winterbestendig exemplaar. Neem je een eenvoudige tweestoks tunnel zonder luifel dan is 1,7 kg zo’n beetje met minimum gewicht.
Het gewicht van een Tipi-tent
Kijk je naar ruimte en gewicht, dan scoren vooral de lichtgewicht tipi’s erg goed. Rond de 2 kilo voor een driepersoons super lichtgewicht drieseizoenen tent; tot 8 kilo voor een vierseizoenen vijfpersoons katoenen exemplaar.
Met zowel een drie- als vierseizoenen tent kun je het hele jaar door kamperen. De vierseizoenen tent is degelijker uitgevoerd om harde wind, ijs, sneeuw en hagel in de winter beter te weerstaan. Ook zijn de boogstokken wat zwaarder uitgevoerd, zit de ventilatie aan de bovenkant en loopt het tentdoek tot aan de grond of heeft ‘sneeuwflappen’. Dit is enerzijds voor de stabiliteit en anderzijds voor het binnenhouden van de warmte. Een drieseizoenentent is wat lichter uitgevoerd (lichtere doeksoorten, dunnere boogstukken) en heeft meer ventilatiemogelijkheden (zo staat het doek wat hoger van de grond).
Houd bij de aanschaf van een lichtgewicht tent er rekening mee dat je extra haringen moet aanschaffen. Fabrikanten proberen het totaalgewicht van een tent zo laag mogelijk te houden en vaak zit er een summier aantal aluminium tentharingen bij het pakket. Maar elke ondergrond behoeft zijn eigen haring en dus zal je wat extra’s moeten aanschaffen.
De meeste tentstokken zijn gemaakt van aluminium. Sommige van carbon. Grote namen zijn stokproducenten DAC, Yunan en Easton. Aluminium is licht en sterk en door de stokken op te delen in segmenten zijn ze klein mee te nemen. Een elastiek in de stokken houdt de delen bij elkaar, waardoor ze makkelijk uit te vouwen zijn. Stokken van glasfiber: niet doen!
Heb je een nieuwe tent gekocht? Wacht dan niet met proberen tot je echt op vakantie gaat. Zet hem meteen een week in de tuin op en leg wat zwaars in de binnentent op het grondzeil. Zo weet je binnen een paar dagen of de tent ergens lekt en kun je verhaal halen.