Het tentdoek van een buitentent kan gemaakt zijn van katoen, polyesterkatoen, nylon of polyester.
Katoen is een natuurlijk materiaal dat waterdicht is en goed ademt, waardoor er een erg prettig leefklimaat in de tent ontstaat. Goed bestand tegen uv-straling. Erg geschikt voor warme gebieden. Minpunten van tentdoek van katoen: het erg hoge gewicht en de lange droogtijd en daarom eigenlijk niet geschikt voor lichtgewicht trekkerstenten.
Polyesterkatoen: ook wel 'technisch katoen' (TC) genoemd. TC is een mengsel van 65% polyester en 35% katoen. Voordelen zijn dat het lichter is, minder vocht opneemt en sneller droogt dan katoen. Om tentdoek van TC 100% waterdicht te maken, zit er aan de binnenkant een waterdichte polyurethaan (PU) coating. Helaas ademt de tent dan ook niet meer. Bijzonder is Breathable TC (BTC). BTC is geïmpregneerd TC met een waterafstotend middel, waarbij het ademende vermogen deels blijft behouden. Verder is TC beter bestand tegen uv-straling dan polyester of nylon.
Polyester tentdoek neemt geen vocht op en is behoorlijk licht in gewicht. Polyester rekt minder dan nylon, waardoor je bij regen niet zo vaak de tent opnieuw moet opspannen. Vooral bij koud weer is het een stuk stugger en daarom minder makkelijk op te vouwen. Polyester is minder sterk dan nylon. Om een zelfde sterkte te krijgen, moet polyster tentdoek dikker en dus zwaarder worden uitgevoerd. Door een waterdichte coating aan de binnenzijde van het doek ademt de tent niet.
Nylon tentdoek is erg licht, erg sterk, soepel onder koude omstandigheden, maar wil bij nat weer erg snel gaan doorhangen. Nylon is gevoeliger voor uv-licht dan polyester, maar bij kwaliteitstenten is het doek behandeld met een uv-werende laag aan de buitenkant. Nylon tentdoek wordt waterdicht door een coating aan de binnenzijde van het doek. Helaas kan het doek hierdoor niet meer ademen en heb je zonder goede ventilatie last van condensvorming.
Bij de technische specificaties van een tent staat bij het doek vaak vermeld hoe dik het is. Er staat bijvoorbeeld ‘40D polyester’. D staat voor Denier. Het getal ervoor geeft de dikte van een stof aan. Een stof van 30D is dus dunner en doorgaans lichter dan een stof van 40D. En hoe dunner het doek, des te minder lang gaat het mee.
Zowel polyester als nylon tentdoek is van zichzelf niet waterdicht. Om ze waterdicht te maken, wordt het doek aan de binnenzijde voorzien van een dun waterdicht laagje: de coating. Ook hier twee keuzes: polyurethaan (PU) of siliconen coating. PU-tentdoek is goedkoper dan siliconendoek. PU-gecoat doek heeft bovendien als voordeel dat de naden aan de binnenzijde voorzien kunnen worden van een taping, een soort plakbandje. Hierdoor worden de naden 100% waterdicht. Bij siliconen gecoat doek kan dit niet (alleen Vaude heeft op dit moment een methode gevonden om dit wel te kunnen). Veelal is dit ook niet nodig, omdat de stikgaatjes worden opgevuld met garen en er meestal geen lekkage ontstaat. Sealen kun je zelf doen met Seamseal. Ook is er doek met een siliconen coating aan de buitenzijde. Deze zorgt ervoor dat water sneller van het doek afloopt en bovendien dat het doek beter tegen de inwerking van uv-straling kan.
De binnentent is bij katoenen of TC tenten gemaakt van… katoen. Goed voor het leefklimaat. Bij de lichtgewicht trekkerstenten zijn ze van ademend nylon, polyester of een mengsel van polyester met katoen. Veel binnendoeken van duurdere tenten hebben een afparelende werking zodat condensdruppels niet door de binnentent komen. Muskietengaas, al dan niet afsluitbaar, zorgt voor extra ventilatie. Echte zomertenten hebben een binnentent van gaas.
Zonder goed grondzeil slaap je in een plas water. Hij moet waterdicht en slijtvast zijn, maar ook lichtgewicht. Een nylon grondzeil, gecombineerd met een slijtvaste PU-coating, heeft vanwege zijn elasticiteit de voorkeur. Die coating kan aan de binnen- of buitenzijde zitten. De binnenzijde heeft de voorkeur, want daar slijt het doek het minste.