Steile kliffen, een azuurblauwe zee, zand in je schoenen, wind om je hoofd. Het South West Coast Path is een must voor wandelaars. Al doe je maar een stukje van het meer dan duizend kilometer lange wandelpad. Nanda Raaphorst liep het traject Perrenporth - Penzance, met onderweg het kunstenaarsdorp St. Ives en het meest westelijke puntje van Engeland: Land's End.
Op het zandstrand rollen spierwitte golven zich uit tot elk rimpeltje schuim is verdwenen. De laatste surfers peddelen de ondergaande zon tegemoet. Vanuit ons hotel op Cliff Road zien we de sterren verschijnen. Morgen onze eerste dag over het South West Coast Path. Het wordt omschreven als misschien wel Brittanniës uitdagendste tocht voor langeafstandwandelaars: 630 mijl kust en in totaal 35.031 meter klimmen en dalen vanwege alle riviermondingen, wat in totaal vier keer de hoogte is van de Mount Everest. Dat klinkt veel erger dan het is, al is het zeker handig om met een goede conditie aan het kustavontuur te beginnen. Snelle wandelaars doen het South West Coast Path in dertig dagen, maar ga je in een ‘leisurely pace’ dan heb je zeven tot acht weken nodig. Een waarschuwing bij de route: walking the South West Coast Path is addictive. Wij liepen in zes dagen het traject Perranporth - Penzance, 111 kilometer in totaal.
Perranporth moet een ‘bustling town’ zijn, maar vanmorgen gaat de stad gehuld in mist. Natuurlijk is Cornwall - de tropische uithoek van Groot Brittannië - niet alleen zonneschijn, warme zandstranden en smeren met factor 30, al hebben we dat laatste voor de zekerheid wel gedaan. In dikke flarden wordt de mist over de kliffen geblazen. Toch zien we dat de hei paars bloeit - het lijkt van de hellingen zo in de turquoise zee te glijden. Minder goed zijn de stroken kopermineralen te zien, die zijn achtergebleven in de rotsen onder ons. Cornwall wordt omschreven als een massief stuk graniet, rijk aan erst, dat zo’n 300 miljoen jaar geleden verrees. Tot de negentiende eeuw was Cornwall de belangrijkste tin- en koperbron ter wereld. Dichter bij de klifrand om de rode strepen te zien durven we niet. 'Dangerous cliff ahead', waarschuwt een bordje. 'Keep away from edge!' Als we stilstaan giert de wind om ons heen en grijpt onze poncho’s. Je moet er niet aan denken om van de klif te stuiteren en pas 95 meter lager opgevangen te worden in zee.
De wegwijzers voeren ons op en neer. ‘Neer’ via een bountystrandje aan de monding van een vallei; ‘op’ naar Newdowns Head waar je bij helder weer zeehondenkunt spotten'; neer naar een volgend baaitje en dan weer omhoog naar St. Agnes Head. Vier keer werd de haven van St. Agnes opgebouwd en binnen een paar maanden door stormen weer verwoest. De vijfde keer ging het beter en was de haven ruim honderd jaar dé haven voor de export van koper naar Wales.
Gebouwd op een brok rotsen ligt café Schooners. Vanaf de veranda kijken we uit over een goudkleurig strand. Het ligt in de luwte van een bijna honderd meter hoge kliffenboog. Het is vakantie. De golven zijn vol surfers en kajakkers, er wordt beachvolley gespeeld, gespierde bruine surfleraren geven kinderen les. Nergens een parasolletje waaronder een roodverbrand gezin beschutting zoekt, het clichébeeld dat we hebben van zonaanbiddende Engelsen. Naast ons op de veranda een vrouw in een piepklein bikinietje. Haar man glimt van het vet. Brazilianen? Nee, ze zijn van hier, vlakbij Chapel Porth. Ieder jaar doet hij mee aan de worldcup bellyboards championships: mannen die op hun buik op de golven surfen.
Het pad vervolgt, voert als een smokkelpaadje hoog bovenlangs zee, door struiken en hei. We zien de kustlijn, een rafelrand van bruine en oranje tinten. Waar het land is weg gehapt liggen boogvormige inhammen, gevuld met goud zand, diepblauw water en witte golven. We zijn er stil van. Om zeven uur bereiken we Portreath. Het is eb en nog steeds lekker warm. Kinderen plonzen tussen de rotsen in een glazige zee. Het lijkt Hawaii wel.
De volgende ochtend. Het pad schudt ons meteen wakker: vier keer gaat het steil op en neer voordat het na anderhalf uur uitkomt bij Hell’s Mouth. Dat is ook zo’n plek waar surfboys te vinden zijn, maar niet in café Hell’s Mouth, waar de lemoncake vooral in trek is bij dames op leeftijd. Aan de wand hangt een foto van de Godrevy vuurtoren. Hij staat voor de kust van St. Ives, op een plek waar golven tegen de rotsen bonken en horen en zien je vergaat door het krijsen van vogels. Onderweg ernaartoe passeren we Navax Point. Please .. alleen fluisteren en geen onverwachte bewegingen maken .. staat er op een bordje. Dat is om de zeehonden op het strandje beneden niet te verstoren. Om een val te voorkomen is langs het randje van de afgrond een touw gespannen. Onder het touw ligt een bos bloemen, een kaartje wappert woorden in de wind. ‘Kom’, zegt Margriet.
De temperatuur van de lucht is 17 graden, die van de zee 14. Het staat met krijt op een bord. Op elk strand door lifeguards bewaakt strand vind je zo’n bord. De wind is W - SW en voor beginnende surfers zijn de golven perfect: 1 foot clean surf. Door het mulle zand sjokken we langs de branding, vinden een fijn duinpannetje zonder zicht op al dat verleidelijke water. Acht kilometer verderop ligt St. Ives. In zee dobberen vissersbootjes, meeuwen krijsen erop los. Het fraaie stadje is opgebouwd in lagen, en heeft stevige muren waarlangs trappen de schuinoplopende straatjes verbinden. Nu kom je er voor de stranden, de winkeltjes en voor de Tate Gallery, vroeger was het bekend om de sardienvisserij. Vlak voor St. Ives, hoog op een heuvel lopen we langs een gebouwtje waar de ‘huer’ zijn uitzichtpost had. Zag hij een school sardientjes, dan floot hij hard naar de vissers en wees ze vanaf hoog de plek waar ze de netten moesten uitgooien. Op de stranden van St. Ives zitten de badgasten als een kolonie pinguïns op elkaar gepakt. Zennor, de plek waar we de volgende dag slapen, is ongeveer het tegenovergestelde. Het is een gehucht van wat stoere grofstenen huizen met een kerk die onheilspellend vaak slaat. De lucht trekt dicht als we Zennor binnenlopen. De wind giert door de elektriciteitsdraden als we aankloppen bij Trewey Farm. Krakend gaat aardige Nora ons voor, de trap op naar de slaapkamer. Nora is 83, en eigenlijk is ze het werken wel zat. Ontbijt is om 8.30 uur, vroeger wil ze ons niet hebben. Ze moet er zelf ook om lachen.
De storm van gisteren is voorbij en een schoongeveegde glasheldere lucht hangt boven zee. Het pad is een smal paadje tussen hoge malsgroene varens. Het daalt en stijgt, we klauteren en glibberen door een riviertje, op weg naar de volgende klim. Best zwaar, mompel ik, als mijn knieën nog nagloeien van de afdaling en een houten trap van minstens duizend treden ons uitnodigt voor de volgende klim. Dúizend? Margriet haar gezicht staat op tweeduizend. Een warm windje blaast ons droog als we even uitrusten op de klif. We zien hoe het pad over reusachtige landtongen mee slingert met de kustlijn. In de verte de witte vuurtoren van Pendeen. Daar ligt een van de gevaarlijkste kusten van Groot-Brittannië. Voorbij Pendeen verandert het terrein.
Brokken steen, overwoekerde schachten waaruit zeedamp opkringelt, hoge fabriekspijpen en afgerasterd terrein waar half ingestorte tunnels gevaarlijk liggen te zijn. Het lijkt of we beland zijn in een slagveld, maar het is het verlaten terrein van de oude Geevor Mine. Hier werkten de mannen meer dan 500 meter onder de zee. Aan het dreunen boven hun hoofd wisten ze dat er een containerschip over voer. Als de gitzwarte lucht is overgewaaid is het nog niet over met het einde-van-de-wereld-gevoel. Even verderop voert het pad langs wat de achterkant van de wereld lijkt: kliffen van klonten rotsklompen die lukraak in het rond lijken geslingerd.
We slapen in Cape Cornwall, niet meer dan een ‘hummock’ volgens de gids, maar wel een echte kaap: de plek waar de Atlantische stromen zich splitsen: zuidelijk naar het Engels kanaal, noordelijk naar het Bristol Kanaal en de Ierse Zee. Where two worlds meet staat er op het bankje dat in memory van Iris Ruth Reynolds is neergezet. In de verte laat de zon een streep ligt op zee vallen. Wat is dit mooi.
High cliff tops, golden sandbeaches, carpets of purple heather and the Atlantic crashing on the rocks below... De samenvatting van wat ons vandaag te wachten staat. Nog meer moois dus. We beginnen de wandelaar te snappen die we eergisteren tegenkwamen. ‘Godsgruwelijk mooi dat kustpad’, zei hij, ‘maar na een week kun je het moois niet meer opnemen. Langer wandelen doe ik niet.’ We lopen langs Porth Nanven. Het wordt ook wel ‘dinosaur egg beach’ genoemd omdat het strand vol afgeslepen ronde stenen ligt, zo groot als poefs. We klauteren over een rotswand die het pad blokkeert. De brokken steen zijn bedekt met zachtgroen mos wat er sprookjesachtig mooi uitziet. In Whitesand Bay zetten we de rugzakken af en kijken bezweet en verbrand toe hoe de rest van de wereld in de golven dobbert.
‘We zijn er bijna’, zegt Margriet. Bijna bij Land’s End, het meest westelijke deel van Groot-Brittannië. We bereiken het via een wirwar van grassige paden. Het is er druk met toeristen. Een handwijzer bij het witgepleisterd First and Last House wijst naar Den Haag, 569 mijl die kant op. Je kunt de tekst veranderen - andere stad, ander aantal kilometers - je kunt er souvenirs kopen, koffie drinken of een steen laten graveren met een goed voornemen die op de muur van het huis wordt geschroefd. I will make my garden safe for my son and let my husband rest at weekends, staat er op die van Liz. Of ik een goed voornemen heb? Margriet kijkt me aan. Ik kan even niets verzinnen, morgen misschien.
Vandaag laat Cornwall haar andere gezicht zien. Het regent hard en het schuim wordt uit zee zo over de kliffen het pad opgeblazen. In de diepte ligt Penberth, een gehucht van misschien drie huizen met wat bootjes. We klimmen erlangs, dalen af naar de volgende baai, door tunnels van groene struiken en over winderige paadjes. De zon breekt door als we naar Lamorna Cove klauteren. Het ligt goed verborgen in een baai maar is blijkbaar toch een populaire bestemming, want opeens verschijnen er allerlei wandelaars op het pad. Het is zondag, familiewandeldag en maar vier kilometer verderop - een leuk heen en weertje - ligt het ieniemienie plaatsje Mousehole. Een gehucht van grijze, witte en okergele huisjes uitgestrooid rond een piepklein natuurlijk haventje. Overal op de banken langs de huizen zien we etende, lezende en met kinderen spelende mensen. Meer dan drie eeuwen terug verwoestten de Spanjaarden dit schattige muizenholletje, net als buurstad Newly verderop. Maar beide plaatsen herrezen, Newly werd zelfs een belangrijke visserplaats. We lopen door de ruige stad. Je kunt er de The Pilchard Works bezoeken, het laatste bolwerk van de sardienenvisserij op Cornwall. Op zondag is de fabriek dicht, maar het visje doet me aan iets denken. Als ik naar Cornwall ga laat ik nooit meer mijn zwempak thuis liggen. ‘Dat is een goed voornemen’, zegt Margriet.
Op Pad liep 6 dagen over het South West Coast Path, het traject Perranporth - Penzance, 111 km, in Cornwall, in het uiterste zuidwesten van Engeland. Het South West Coast Path voerde ons langs ruige rotsen, exotische stranden en verlaten mijnen. Vanaf bijna 100 meter hoge kliffen kijk je uit op baaitjes met azuurblauw water. In de zomer zijn de golven vol surfers en kajakkers, er wordt beachvolley gespeeld, gespierde bruine surfleraren geven kinderen les. Waar het land is weg gehapt liggen boogvormige inhammen, gevuld met goud zand, diepblauw water en witte golven. Behalve dit mediterrane gezicht van Cornwall heeft het ook een ander, meer verborgen gezicht, dat van de mijnbouw. Cornwall wordt omschreven als een massief stuk graniet dat zo'n 300 miljoen jaar geleden verrees. Dat graniet was rijk aan erts. Tot de 19e eeuw was Cornwall de belangrijkste tin en koper-bron ter wereld.
Het South West Coast Path wordt omschreven als misschien wel Brittanniës uitdagendste tocht voor langeafstandwandelaars: 630 mijl kust en in totaal 35.031 meter klimmen en dalen vanwege alle riviermondingen, wat in totaal vier keer de hoogte is van de Mount Everest. Dat klinkt veel erger dan het is, al is het zeker handig om met een goede conditie aan het kustavontuur te beginnen. Snelle wandelaars doen het South West Coast Path in 30 dagen, maar ga je in een 'leisurely pace' dan heb je 7 tot 8 weken nodig. Een waarschuwing bij de route: walking the South West Coast Path is addictive: het is schitterend!
Het South West Coast Path is een van Brittaniës 'national trails'. Die nationale paden zijn in 2 richtingen bewegwijzerd (symbool: eikel, vaak aangevuld met routesymbool) en staan beschreven in een routegids (zie onder Kaarten en gids). De markering van het South West Coast Path is overwegend goed. Met behulp van de officiële site van het South West Coast Path kun je je tocht plannen. Op die site (tabje 'Plan') staan ook omleidingen en andere belangrijke actuele informatie over het pad, altijd handig om te checken. De gebruikelijke looprichting is tegen de klok in, je hebt dan meer kilometers wind (en evt regen) mee (in de rug) dan tegen.
Gidsen
Er bestaan allerlei gidsjes over het South West Coast Path, op hun site staat een opsomming (onder Multi Day Trip).
Een van de betere (Engelstalige) is uit de Cicerone-serie:
Kaarten
Mei t/m september zijn de mooiste maanden. Bloeiende brem, hei, hellingen vol prachtige varens. Ook in het voor- en najaar kan de beschreven tocht gelopen worden, maar regen zal het stijgen en dalen over onverharde steile paden bemoeilijkenen harde wind kan het lopen over de kliffen lastig en zelfs gevaarlijk maken. In dat geval vind je waarschuwingsborden langs het pad. Ook omleidingen, bijvoorbeeld waar de klif geërodeerd is, worden aangegeven.
Heen: Ondermeer Stena Line vaart tussen Hoek van Holland - Harwich. Aansluitend neem je de trein naar London Liverpool Street. Vandaar de metro naar Paddington Station (Circle Line, westbound). Dan de trein (1x overstap) naar Newquay met een overstap in Par. In Newquay kun je de tocht beginnen. Wij reisden (ivm beperkte tijd) door naar Perranporth, dat is ca 23 min vanaf Newquay. Handige site om de reis te plannen is Rome2Rio.
Terug: Trein Penzance - London Paddington met overstap in Newton Abbot. Door met metro naar Liverpool Street Station. Trein naar Harwich, voor de boot terug naar Hoek van Holland.
Handig is de BritRail Pass (South West): 1x aanschaffen en voordelig reizen binnen bepaalde periode.
Actuele reisinformatie Stena Line: 0174 - 315 811
Internationale treintijden: NS International en Deutsche Bahn
Internationale treintickets: Treinreiswinkel
Bussen Zuidwest-Engeland: Kernow