Ze hebben er geen 21 nationale parken zoals in Nederland, toch vind je ook bij onze zuiderburen een heleboel wandelnatuur. En dat hoeft niet per se in de populaire Ardennen te zijn. Redacteur Johan tipt zijn acht favoriete wandelgebieden in België.
Het Nationaal Park Hoge Kempen is het enige nationale park in België. Het omvat meer dan 12.000 hectare naaldbos en heidegebieden in Belgisch Limburg. Het gezinsvriendelijke nationale park is voor het grootste stuk gesitueerd rond de voormalige steenkoolmijnen en zandgroeves. Er zijn negen ‘toegangspoorten’. Terhills is de hoofdtoegangspoort, maar wij tippen het wandelpareltje Mechelse Heide in Maasmechelen. Een prachtige samensmelting van 700 hectare bos, heide, zandgrond en plassen. De Mechelse Heide is goed voor de meest gevarieerde wandelingen in de streek. Achter elke hoek of bocht wacht wel een hoogteverschil, een weids vergezicht of een adembenemend landschap. Het licht, het landschap, de vegetatie, de brem en de heide: elk seizoen ziet het er hier compleet anders uit.
Tot een tijdje geleden was dit gigantische domein afgesloten voor gewone wandelaars. Het was eeuwenlang in privébezit van een adellijke familie die het liefst geen pottenkijkers zag. Maar een aantal jaar geleden kocht de overheid 1.500 hectare bossen en landerijen over van prins de Merode. In dit gebied kun je nu wandelen via het knooppuntensysteem. Met 700 km wandelpaden is dit het grootste aaneengesloten wandelnetwerk van Vlaanderen, dat trouwens genomineerd is als Mooiste wandeling van het jaar 2021. Een aanrader zijn de wandelingen in de buurt van natuurreservaat Bos & Heide rond de abdij van Averbode. Je wandelt er tussen de 5 en 32 kilometer in een afwisselend landschap van loofwoud, vennen, heide, moerassen en glooiende graslanden. Je merkt dat het gebied jarenlang verborgen bleef voor de buitenwereld, aan de vennen waan je je soms in een Scandinavisch decor.
In een van de ruigste stukjes Ardennen, de driehoek gevormd door Daverdisse-Ochamps-Poix-St-Hubert in de provincie Luxemburg, ligt de 78 kilometer lange wandelroute ‘Tussen Lesse en Lomme’. Dit avontuurlijke langeafstandspad door de bossen van Libin is opengesteld sinds 2018 en is bijzonder omdat je haast non-stop door het woud wandelt. En wat voor een! Er staat niet zomaar ‘Grande’ in La Grande Forêt de Saint-Hubert. Het iconische woud strekt zich uit over meer dan 100.000 hectare en wordt bevolkt door edelherten en wilde zwijnen. In totaal zijn er zo’n 1.500 kilometer bewegwijzerde wandelroutes. Zomaar in het wild kamperen mag in België niet. Maar je kunt wel legaal bivakkeren op één van de 60 bivakzones. Je plaatst er je trekkerstent voor maximaal één of twee nachten. Op het traject van 78 kilometer liggen drie gratis bivakzones die exclusief voorbehouden zijn voor hikers: in Biolin, Bois de Bané en Virée à Chêne. Per bivak zijn maximaal 10 wandelaars toegelaten. Pas na 17.00u. ’s avonds kun je je tent plaatsen, om 9 uur de volgende ochtend moet je weer weg zijn. Een kampvuur maken is toegestaan.
De Westhoek is zoals hij klinkt: een dunbevolkte uithoek in het uiterste westen van West-Vlaanderen, op een paar kilometer van de Franse grens. De streek is de setting voor de beroemde trappistenabdij van Westvleteren en voor de slagvelden en de kerkhoven uit de Eerste Wereldoorlog. Die liggen in en rond de vallei van de rivier de IJzer, 4.000 hectare groot en voorzien van een wandelnetwerk dat tot in Frankrijk voert. De Dode IJzer-wandelroute in de buurt van Poperinge leidt je langs de oevers van de rivier naar kleine dorpjes en een prachtig natuurgebied vol reigers, futen en eenden. Je komt geen levende ziel tegen, dit is echt het Vlaanderen zoals het er vijftig jaar geleden uitzag. ‘s Winters kan de rivier IJzer het vele regenwater niet opvangen, en dus wordt het op een natuurlijke manier afgeleid naar hooi- en weilanden en rietvelden. Dat zorgt voor een ongeëvenaard vogelleven. Hou zeker ook halt in De Blankaart in Diksmuide, een natuurreservaat met rietlanden en rietmoeras waar lepelaars, smienten, kolganzen en steltkluten voor je verrekijker verschijnen
Het Zoniënwoud is het grootste loofbos van Vlaanderen. De Romeinse veldheer Julius Caesar beschreef als eerste het oude ‘Arduenna silva’, het reusachtige woud Arduenna, waarvan het huidige woud een stukje vormde. In de 19de eeuw werd het door de mens omgebouwd tot een ‘kathedralenwoud’, met enkel impressionante beuken. Tegenwoordig is de 4.421 hectare bos een mix van diverse boomsoorten, en een thuis voor vele dieren. Je wandelt er langs idyllische bospaden, ontwortelde bomen en meanderende beken. Er zijn wandelingen van een paar kilometer, en een dagtocht van 25 km. Een andere aanrader is de wandeling die vertrekt in Groenendaal en die je langs vijvers, een door de natuur veroverde paardenrenbaan en een arboretum voert.
Vlakbij de Nederlandse grens in Hoogstraten in de Antwerpse Kempen ligt een adembenemend stukje natuur: de kolonie van Wortel, waar tot 1993 landlopers weer op het rechte pad werden gebracht door hen grote natuurwerken te laten uitvoeren. Nu is de landloperskolonie een paradijs voor wandelaars, met brede dreven en het Natuurpunt-natuurgebied Het Merkske. Perfect voor een tocht langs waterplassen, zandweggetjes, heidevlaktes, hooilanden en het kabbelende riviertje het Merkske dat je voortdurend over en weer de Nederlandse grens voert. Ook Wortel-Kolonie heeft een bivakzone, mooi omgeven door bos. Er is plaats voor maximaal tien personen of drie kleine trekkingtentjes. Er staat een kleine waterpomp, een vuurkorf en een toilet.
Meer lezen over wandelroutes in België? We maakten een overzicht met tien mooie routes in de Ardennen.