Sinds de komst van de softshell is er altijd veel onduidelijkheid geweest wanneer een jas een softshell is en wanneer niet. In dit verhaal geven we (eindelijk!) antwoord op die vraag. En om dat we toch bezig zijn, beantwoorden we gelijk nog negen vragen over deze praktische alleskunner.
Hardshell is een ander woord voor een 100% waterdichte regenjas. Een softshell is niet volledig waterdicht. Daarnaast is een hardshell winddicht. Een softshell kan winddicht zijn, dan wordt het vaak ook wel een ‘windstopper’ genoemd, maar de fabrikant kan er ook nog voor kiezen om een softshell te maken die een beetje wind doorlaat. Dit heeft alles te maken met ademende werking en verkoeling.
Dat is een lastige vraag om te beantwoorden. De term softshell was er min of meer opeens. En ook nog op heel veel plekken tegelijk. We hebben het dan over de periode 2004-2008 waarin opeens meerdere grote merken de term softshell gingen gebruiken. De term was een tegenhanger voor de toen al ingeburgerde hardshell. Dat het met de softshell jas opeens heel hard ging, kwam doordat we tot de ontdekking kwamen dat een hardshell niet altijd zo ademend was als ‘beloofd’ werd. En het sterke punt van een softshell? Juist: hun ademend vermogen.
Niet per se. Eigenlijk bestaan ‘softshells’ al heel erg lang. Maar toen noemden we ze nog niet zo. Vroeger werden er al veel jassen en truien gemaakt waarbij het weefsel zo hecht geweven was, dat er bijna tot geen wind doorheen kon komen terwijl ze wel luchtig genoeg waren om zweet door te laten. Dit soort ‘softshells’ bestaat nog steeds. Vaak zijn het de hecht gebreide truien en jassen van bijvoorbeeld Merinowol.
De andere categorie is de softshell met een membraan of een coating. In de hardshell is dit membraan (of coating) waterdicht, maar door hele kleine gaatjes in het materiaal kan zweet (waterdamp) wel naar buiten. Bij softshells met een membraan of coating zijn de gaatjes in het materiaal gewoon wat groter waardoor ze niet meer waterdicht zijn, maar wel heel erg ademend.
Een softshell doet het goed bij droog en koud tot niet te warm weer. Omdat een softshell winddicht of bijna winddicht is, is een softshell vaak de beste oplossing als je actief buiten bezig bent. Wind krijgt geen kans om voor afkoeling te zorgen en zweet kan wel prima naar buiten. Hierdoor blijf je dus comfortabel. Daarnaast kan een softshell ook een buitje prima aan. Je wordt dus niet meteen doornat.
Ja, beide termen worden door elkaar gebruikt. Het idee van een softshell: de wind tegenhouden, oftewel: wind stoppen.
Nee, niet echt. De meeste softshells hebben aan de buitenzijde van de stof een durable water repellent (DWR) laag. Deze DWR-laag zorgt ervoor dat de waterdruppels – regen dus – snel van de stof af rollen. Dit zogenaamde ‘afparelen’ zorgt ervoor dat de stof niet nat wordt. Bij een langere of een heftigere regenbui zal het water toch een weg door de stof weten te vinden en word je nat. Het leuke van het afgelopen jaar is dat langzaam de softshell en de hardshell steeds meer naar elkaar toe trekken. Softshells worden steeds waterdichter en hardshells gaan steeds beter ademen. Waar dit eindigt? Waarschijnlijk in een nieuwe categorie hardsoftshell…
Het belangrijkste verschil is het materiaal waar ze van gemaakt zijn. Sommige zijn van wol en anderen geheel van kunstvezel. Wat beter is, is niet te zeggen. Het is maar net wat je prettig vindt. De keuze hangt ook af van de tijd van het jaar waarin je ‘m wilt gebruiken. In de warme zomermaanden ben je beter af met een dunne softshell terwijl je in de winter een dikkere moet hebben. En het heeft natuurlijk ook te maken met het type activiteit. Een fietser zal meer windbescherming willen dan een wandelaar; een toerskiër is gebaat bij een softshell met ventilatie-ritsen om bij oververhitting warmte te kunnen afvoeren.
Fleece is een materiaal met een zeer open structuur waardoor het heel goed stilstaande lucht kan vasthouden. Daardoor is fleece een goed isolatiemateriaal. Fleece gebruiken we meestal als tussenlaag, maar soms ook als buitenlaag. Als het windstil is kan dat, maar als het begint te waaien, waait de (koude) wind dwars door je fleece heen. Een softshell daarentegen houdt de wind grotendeels tegen of is helemaal winddicht. Daarmee is een softshell dus beter geschikt als een buitenste laag. Er zijn overigens nogal wat softshells voor de koudere tijd van het jaar die aan de binnenzijde voorzien zijn van een laag(je) fleece.
De softshell is een beetje een alleskunner. Je kunt hem dus als buitenste laag van het drie lagen systeem gebruiken, maar ook heel goed als een buitenste laag met daaronder slechts een vocht afvoerende onderlaag. Daarmee vervangt de softshell dus een laag en daarmee ook een extra barrière die de afvoer van zweet tegen kan houden. Het heeft natuurlijk wel te maken met de omstandigheden en de dikte van de softshell.
Dat kan zeker. En als je het nut van een softshell eenmaal hebt ontdekt, heb je hem vaker aan dan je hardshell. Daardoor wordt hij sneller vies en is wassen noodzakelijk. In het geval van een softshell met een membraan is wassen zelfs heel erg goed. Door het wassen wordt de jas letterlijk schoon tot in de poriën waardoor het membraan zijn volledig ademend vermogen terugkrijgt. Houd bij het wassen wel altijd het wasvoorschrift aan. Let er ook op dat je de afparelende laag – de DWR-laag – na het wassen vaak moet strijken of in de wasdroger moet stoppen om deze laag te reactiveren. Na een aantal keer wassen kan de laag ook verdwijnen en moet je de jas behandelen met een speciaal wasmiddel of een spray. Hoe je een jas het best kunt wassen en hoe je ‘m eventueel na moet behandelen staat meestal in het wasvoorschrift in het label, maar soms ook in de kaartjes die bij aankoop aan de jas vast zitten. Lees die dus even door voor je ze weggooit.