Het Teutoburgerwoud is een middelgebergte in de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen, dat zich als een wig in de Noord-Duitse Laagvlakte boort. De 105 kilometer lange en twee tot zeven kilometer brede keten reikt van Hörstel (Tecklenburger Land) in het noordwesten over Bielefeld tot Horn-Bad Meinberg in het zuidoosten. De hoogte neemt geleidelijk toe van 200 meter in het westen tot ruim 400 meter in het oosten (Horn-Bad Meinberg). De hoogste ‘berg’ is de Barnacken (446 m).
Bij Horn-Bad Meinberg sluit het Teutoburgerwoud naadloos aan op het Eggegebirge, een één tot drie kilometer brede keten, die zich naar het zuiden uitstrekt tot Marsberg in het noorden van het Sauerland. De hoogste ‘top’ van het Eggegebirge is de Preußischer Velmerstot (464 m).
Het ontstaan van beide ketens hing nauw samen met de vorming van de Alpen, een gebeurtenis die ook in het noorden van Duitsland tot zware spanningen leidde. Dikke gesteentepaketten braken, kiepten en werden over elkaar heen geschoven. Door erosie bleef ten slotte een reeks parallelle zandsteen- en kalksteenruggen over, doorsneden door doorbraakdalen. Een imposant resultaat zijn ook spectaculaire zandsteenrotsen zoals de Dörenther Klippen en de Externsteine.
Het Teutoburgerwoud vormt de waterscheiding tussen de Wezer en de Eems, het Eggegebirge tussen de Wezer en de Rijn. Bijna heel het gebied is vandaag als natuurgebied beschermd. In het noordwesten ligt het Natur- und Geopark TERRA.vita, dat 1.220 km² beslaat. Het zuidoosten en het aangrenzende Eggegebirge maken deel uit van het Naturpark Teutoburger Wald/Eggegebirge, dat een oppervlakte van 2.711 km² inneemt. In dit natuurpark vind je ook de Desenberg, de noordelijkste vulkaan van Duitsland.
Grote delen van Teutoburgerwoud en Eggegebirge zijn bedekt met uitgestrekte beukenbossen. Hier en daar werden ook sparrenbossen aangelegd. Op kalkrijke bodems vind je een grote diversiteit van beukenbossen – van lievevrouwe-, bosgerst- en orchideeënbeukenbossen tot de geurige parelgras-beukenbossen, waar in het voorjaar de daslook welig tiert. Aan de oostkant van de kammen bleven heidegebieden en droge kalkgraslanden bewaard, die met behulp van Schotse hooglanders en Exmoorpony’s in stand worden gehouden.
Een bijzonderheid is het Naturschutzgebiet Bleikuhlen und Wäschebachtal bij Blankenrode (Eggeweg). Eeuwenlang werd hier lood- en zinkerts gewonnen. Als reactie daarop ontstond een heel aparte flora, die perfect is aangepast aan bodems met zware metalen. Een buitenbeentje is het violette zinkviooltje, dat nergens anders ter wereld voorkomt.
Het wandelwegennet van de regio is indrukwekkend. Het Natur- und Geopark TERRA.vita heeft 2.300 kilometer gemarkeerde paden, het Naturpark Teutoburger Wald/Eggegebirge 2.000 kilometer.
In het Teutoburgerwoud vind je een ruime keuze aan accommodatie voor ieder budget – van mooi gelegen campings tot comfortabele B&B’s en luxe hotels.
Hotels, pensions, B&B’s, jeugdherbergen of campings afgestemd op de behoeften van wandelaars herken je aan het label Qualitätsgastgeber Wanderbares Deutschland, toegekend door de Duitse Wandelbond. Voor wandelaars bieden ze allerlei speciale voorzieningen, zoals een droogruimte voor kledij en schoenen, een stevig ontbijt, lunchpakketten, de mogelijkheid spontaan en voor één nacht te reserveren, advies over wandelmogelijkheden in de omgeving, transport van/naar de wandelroutes, bagagetransport enz.
Voor boekingen en informatie kun je terecht op de website www.wanderbares-deutschland.de
226 km, 11-13 dagen, 4.110 m, 3.890 m
De Hermannshöhen is hét uithangbord van de regio. De route is tevens één van de 14 zogenaamde ‘Top Trails of Germany’. Ze is in 2004 ontstaan door de combinatie van twee bestaande wandelpaden, elk met een traditie van ruim 100 jaar, die naadloos op elkaar aansluiten: de Hermannsweg en de Eggeweg.
De 226 km lange wandelroute voert vanaf Rheine (aan de westrand van het Teutoburgerwoud) naar Marsberg (aan de zuidrand van het Eggegebirge). De meeste wandelaars delen de tocht op in 11 tot 13 etappes, in lengte variërend van 13 tot 26 km.
De Hermannshöhen is een middelzware route en verloopt meestal als kamweg. De dagelijkse hoogteverschillen liggen in de regel tussen 200 en 500 meter. Het traject biedt geen bijzondere moeilijkheden. Formularbeginn
Brede bos- en veldwegen wisselen af met smalle kronkelpaden door weilanden, beukenbossen en valleien. Aan ongerepte natuur geen gebrek: 85 % van de route liggen binnen het natuurpark TERRA.vita en het natuurpark Teutoburgerwoud/Eggegebirge. Lange stukken door lichte beukenbossen wisselen af met passages over zacht glooiende weilanden of bloeiende koolzaadvelden. Imposante rotsformaties, gezellige vakwerkstadjes, talrijke uitzichtpunten en spectaculaire bouwwerken zoals het Hermannsdenkmal zorgen voor veel afwisseling.
De Hermannsweg en de Eggeweg beschikken beide over een eigen markering. De laatste etappe van de Hermannsweg en de eerste etappe van de Eggeweg overlappen een stuk, zodat je hier beide markeringen aantreft.
163 km, 8-9 dagen, 3.225 m, 2.805 m
De Hermannsweg wordt beschouwd als een van de mooiste kamwegen van Duitsland en verloopt bijna volledig over de kammen van het Teutoburgerwoud. De route begint in Rheine en eindigt op de Lippischer Velmerstot (441 m). Ze is gemarkeerd met een witte letter ‘H’ op een zwarte achtergrond.
De eerste etappe voert vanaf Rheine langs de beemden van de Eems naar Hörstel, waar je de westelijke uitlopers van het Teutoburgerwoud bereikt. Op de tweede dag wint de Hermannsweg geleidelijk aan hoogte en wordt nu een echte kamweg. Een blikvanger zijn de wilde zandsteenrotsen van de Dörenther Klippen. De dag eindigt in Tecklenburg, een middeleeuws stadje met enge steegjes, scheve vakwerkhuizen, beheerst door een machtige burchtruïne.
Op dag drie wandel je door prachtige beukenbossen. Dit traject is bijzonder mooi in de lente (mei), wanneer in de beukenbossen op vele plaatsen de daslook bloeit.
Twee dagen later wacht in Halle een verrassing van formaat: het oudste huis van de stad, een 13de-eeuws pand, herbergt het Museum für Kindheits- und Jugendwerke bedeutender Künstler. Een vreselijk lange naam voor een piepklein, maar geweldig museumpje. Getoond worden kunstwerken die wereldberoemde artiesten als kind hebben vervaardigd – van Dürer en Rafael tot Picasso en Dalí. Een aanrader!
Aan de rand van Bielefeld duiken beren en wolven op: de Hermannsweg loopt hier dwars door het Heimat-Tierpark Olderdissen. Rendierjagers uit de ijstijd en boeren uit de vroege middeleeuwen kruisen je pad in het Archäologisches Freilichtmuseum Oerlinghausen.
Vroeg je je af waarom het pad eigenlijk Hermannsweg heet? Het uitgebreide antwoord volgt op dag zeven. Daar kom je namelijk langs het Hermannsdenkmal. Het kolossale monument herinnert aan de Germaanse leider Arminius (Duits: Hermann der Cherusker), die in de Varusslag (9 n.Chr.) met een allegaartje van verschillende Germaanse stammen drie Romeinse legioenen onder aanvoering van Publius Quinctilius Varus in de pan hakte. Het monument steekt hoog boven de bomen uit en is van op grote afstand te zien.
Dag acht verrast met het landschappelijke hoogtepunt: de geweldige zandsteenrotsen van de Externsteine. Schitterend bij zonsopgang, wanneer de rotsen in het eerste licht vuurrood kleuren. Door het Silberbachtal klim je naar de top van de Lippischer Velmerstot, waar de Hermannsweg officieel eindigt.
72 km, 4-5 dagen, 1.220 m, 1.215 m
Deze route voert vanaf de Externsteine, in het Teutoburgerwoud, naar Marsberg, aan de rand van het Sauerland. Ze doorkruist daarbij het Eggegebergte van noord naar zuid en verloopt de hele tijd over de rug van het middelgebergte. Deze kamweg is heel oud, grote delen waren al in de oudheid in gebruik. In 2004 werd de Eggeweg als een van de eerste Duitse wandelroutes onderscheiden met het label Qualitätsweg Wanderbares Deutschland. De Eggeweg is gemarkeerd met een wit kruis op een zwarte achtergrond.
Tijdens de eerste etappe wandel je vanaf de Externsteine door het idyllische Silberbachtal naar de top van de Preußischer Velmerstot. Tijdens de Koude Oorlog lag op de ‘berg’ een raketbasis van de NAVO. Vandaag kun je er vanaf een houten uitzichttoren grote delen van Teutoburgerwoud en Eggegebirge overschouwen. Op mooie dagen herken je zelfs de koperen Hermann van het Hermannsdenkmal, die hoog boven de bomen met zijn zwaard staat te wapperen. De etappe eindigt in de oude glasblazersstad Bad Driburg.
Dag twee brengt je eerst langs de ruïnes van de Iburg. Vanaf Herbram-Wald Heerse is een ommetje naar Neuenheerse aan te raden. Het plaatsje lokt met een waterburcht en de Eggedom, de machtige kerk van het voormalige stift Neuenheerse, die een van de meest waardevolle collecties reliekschrijnen van Duitsland bezit.
Op de derde dag wordt de Eggeweg weer een ruige kamweg. Afwisseling is troef! Eerst lokt een omweg naar de wilde kloof van de ‘Alter Eisenbahn’ met haar wilde klippen. Nog meer spectaculaire rotstorens bieden de Teutoniaklippen. Vlakbij herinneren verlaten mijngangen en stortbergen aan een verdwenen ijzerertsmijn. Ook aan weidse panorama’s geen gebrek, het mooiste biedt de uitzichttoren ‘Bierbaums Nagel’. En dan duiken midden in het bos de sporen van de verdwenen middeleeuwse grensstad Blankenrode op. Hoewel die al in 1390 werd verwoest, zijn er nog steeds heel wat resten (muren, wallen) te zien. Uniek in heel Europa!
Plantenliefhebbers komen op dag vier al meteen aan hun trekken: de Eggeweg kronkelt hier langs de Blankenroder Bleikuhlen, waar tot 1927 galeniet en galmei werden ontgonnen. Na de stillegging van de mijn ontwikkelde zich een unieke metaal-minnende flora. Het violette zinkviooltje vind je nergens anders! De omgeving is vandaag als Natura 2000-gebied beschermd. Het laatste stuk tot Marsberg volgt de Eggeweg een stuk van de Via Regia, een oeroude verkeersweg die in de middeleeuwen van Worms naar Bremen leidde en, zoals de naam al suggereert, koninklijke bescherming genoot.
75 km, 4-6 dagen, 1.165 m, 1.000 m
De Hansaweg werd rond 1930 aangelegd door de Teutoburger-Wald-Verein (TWV). De langeafstandswandelroute voert dwars door het Nordlippisches Bergland en verbindt de historische Hanzesteden Herford, Lemgo en Hameln. Deze middelzware tocht door zacht golvend heuvelland bestaat uit zes etappes. Bij iedere etappe moet je gemiddeld 200 m stijgen en dalen. Je kunt de tocht in 3 of 4 dagen maken, wie het rustig aan wil doen of af en toe een museum of een terrasje mee wil pikken, kan er ook 5 of 6 dagen voor uittrekken. De Hansaweg is gemarkeerd met het symbool ‘X9’ (witte tekens op zwarte achtergrond).
Uitgangspunt van de tocht is het station van Herford. Een begrip onder kunstliefhebbers zijn hier het museum Marta en het Daniel-Pöppelmann-Haus. De Hansaweg voert langs het riviertje de Werra de stad uit en klimt dan naar de Bismarckturm (uitkijktoren). De eerste etappe eindigt in het kuuroord Bad Salzuflen, waar je op krachten kunt komen in de VitaSol Therme.
De tweede etappe klimt door lichte beukenbossen naar een tweede Bismarckturm en eindigt in de oude Hanzestad Lemgo. Een aanrader is hier het Hexenbürgermeisterhaus met uiteenlopende exposities, o.a. over de Hanze en de heksenjacht.
Op dag vier bereik je op de Steinberg (395 m) bij Dörentrup het hoogste punt van de tocht. Op de ‘berg’ stond tijdens de Koude Oorlog een raketbasis van de NAVO. Bij helder weer biedt hij een weids panorama. Bij de afdaling heb je een mooi uitzicht op de Burg Sternberg – een plaatje waar veel romantische schilders je om zouden benijden.
Fraaie vergezichten kruiden ook etappe vijf. Wie de 70 trappen naar de uitzichttoren van de Hohe Asch omhoogklautert, wordt beloond met een heerlijk panorama van 360° (oriëntatietafel). Bij helder weer herken je zelfs het Hermannsdenkmal, 30 kilometer verderop. De Hansaweg eindigt in de ‘rattenvangersstad’ Hameln.