In het noorden, vlakbij de grens met Albanië vind je een van de mooiste natuurgebieden van Griekenland, wat zeg ik, van heel Europa. Het Nationaal Park Noord-Pindos is dankzij hoge bergtoppen, bossen, rivieren én bijzondere flora en fauna een waar paradijs voor natuurliefhebbers. Er leven onder andere beren, lynxen, wilde katten, reeën en gemzen, aasgieren, steenarenden en talloze reptielensoorten. Je kan er bovendien naar hartenlust wandelen, mountainbiken, raften en kajakken.
Geen wonder dus dat het er ‘s zomers een komen en gaan is van outdoorliefhebbers, reizigers en dagjesmensen. Het kloppend hart van de streek is de Vikoskloof, die dankzij een slimme rekentruc in het Guinnes Book of Records tot ’s werelds diepste kloof is gekroond. En hoewel deze krachtpatser zeker op ons verlanglijstje staat, wagen we ons eerst aan een van de vele andere wandelroutes die het gebied rijk is. Want wandelen, dat kun je hier!
Via een spectaculaire slingerweg rijden we, langzaam maar gestaag, omhoog naar bergdorp Papingo. Langzaam, omdat al die scherpe haarspeldbochten dat ons beletten, maar belangrijker nog… omdat we zoveel mogelijk van het berglandschap willen genieten. Want het uitzicht is spectaculair. Wit besneeuwde toppen steken af tegen een helderblauwe hemel, diepgroen bos zover het oog reikt en aan het verkeer op de weg te zien zijn we nagenoeg alleen. Dat belooft wat de komende dagen. Ik wrijf opgewekt in mijn handen!
Vanuit de verre omtrek zijn de vier ruige pieken al te zien, in de volksmond ook wel de Torens van Papingo. Bergdorp Papingo ligt in de streek Zagoria, op ongeveer 60 kilometer van de stad Ioannina en het gelijknamige meer. Papingo is eigenlijk een verzamelnaam voor twee dorpen, namelijk het grotere Megalo Papingo waar wij overnachten, en het kleine Mikro Papingo. De dorpen bevinden zich vlakbij het noordelijkste puntje van de Vikoskloof en liggen beiden tegen de helling van de Timfi geplakt. De gemarkeerde wandelroute naar de Astraka top is een populaire hike, maar omdat er nu zo vroeg in het voorjaar nog sneeuw ligt bewaren we de tocht naar het Drakenmeer en de Astraka berghut maar voor een volgende keer.
Megalo Papingo is niet alleen schilderachtig mooi vanwege de ligging, maar door de geplaveide straatjes, knusse tavernes en huizen met leistenen daken en rokende schoorstenen heb je het gevoel dat je daadwerkelijk in een Anton Pieck schilderij staat. Maar dan in Griekenland.
Het is de volgende dag vroeg in de ochtend wanneer we aan onze wandeling beginnen. Het wordt een bijzonder mooie dag, de zon schijnt en er is geen wolkje aan de lucht. Opgewekt stappen we verder. We zijn niet de enige vroege vogels. Een jong stel in zwarte wetsuits staat klaar om opgepikt te worden voor een rafttocht. We zwaaien even en wandelen het dorp uit.
Via een stenen boogbrug steken we een bergriviertje over. Die stenen bruggen zie je hier veel, in Zagoria. De meeste stammen al uit de 17e en 18e eeuw, maar zijn nog in zeer goede staat. Vóór de aanleg van de bergwegen tot in de jaren ‘50 vormden de boogbruggen samen met een wirwar aan wandelpaadjes de verbinding tussen de tientallen bergdorpen. Als je ziet hoe afgelegen sommige dorpen liggen, dan kun je je levendig voorstellen hoe geïsoleerd de inwoners hier eens leefden.
Mikro Papingo ligt op ongeveer 3 kilometer van zijn grote broer en is inderdaad de benjamin van de twee. Maar door de leistenen huizen, de kerk en het kerkplein net zo sfeervol en pittoresk. Net voorbij het dorpje stoppen we even voor een pauze én om de eerste laag kleding uit te trekken. Dankzij de felle zon en een kuitenbijter heuvelopwaarts is onze windstopper niet meer nodig. We rusten uit in het gras, genieten van de immense stilte en het uitzicht over de vallei terwijl we ondertussen kleine slokjes hete thee uit onze thermosfles nippen. Dat is zo heerlijk aan een bergwandeling, dat die grote geluksmomenten juist in de kleine dingen zitten.
Dat we na een tijdje wandelen onze wandelroute kwijt zijn vinden we eigenlijk helemaal niet zo erg. We weten waar we ongeveer zitten en besluiten ‘m dan ook niet meer op te pikken. Als de GPS de route niet meer weet, dan verzinnen we er gewoon zelf een. Via het bos dalen we zigzaggend af naar een droge rivierbedding. Als we deze oversteken, de helling op wandelen en iets naar rechts afbuigen, moeten we in de buurt van Megalo Papingo uitkomen. En dat blijkt te kloppen!
Uiteindelijk hebben we iets meer dan 15 kilometer in de benen en dus vinden we dat we wel iets lekkers hebben verdiend. Op het terras van een taverne bestellen we een spanakopita (Griekse spinazietaart met feta) en een ijskoud pilsje. De zon schijnt op onze blozende wangen, we schoppen onze schoenen uit en zijn dik tevreden. Geen zon, zee, strand, maar zon, bergen, sneeuw en stenen bruggen. Dit is wat ons betreft Griekenland op zijn best!
Bij SNP Natuurreizen kun je een individuele zesdaagse wandelvakantie door het Pindosgebergte in Noord-Griekenland boeken. In dit arrangement wandel je van Papingo naar Kipi.