Vanuit het Italiaanse Val Vény en Val Ferret zie je de wilde kant van de Mont Blanc (4810 m). Op de Zwitserse grens verdwijnt deze hoogste berg van de Alpen abrupt uit het zicht, maar het Val Ferret loopt nog wel een eindje door. Het Val Vény strekt zich uit van de Franse grens (Col de la Seigne, 2516 m) tot Courmayeur. Het Italiaanse deel van het Val Ferret loopt van Courmayeur tot de Zwitserse grens (Grand Col Ferret, 2537 m).
24 berghutten en bivaks
Als je vroeg vertrekt en een beetje doorloopt, kun je in één dag van de Col de la Seigne naar de Grand Col Ferret wandelen. De afstand tussen de Franse en de Zwitserse grens is dus niet gigantisch groot, maar vanuit deze twee dalen kun je toch maar liefst 24 berghutten en bivakhutten bereiken. Dat de beroemde Tour du Mont Blanc beide dalen doorkruist is niet de enige reden dat er zoveel onderkomens zijn. Je bevindt je hier namelijk in een van de beroemdste en mooiste klimgebieden van de wereld en dat verklaart met name dat er 12 bivakhutten zijn.
Heerlijk wandelen
Het grootste deel van de wandelpaden is geschikt voor elk type wandelaar. Dat is prettig, want zo kun je optimaal genieten van de hele keten van rots- en sneeuwbergen die zich voor je ogen ontvouwt. Van de Mont Blanc tot de Grandes Jorasses (4208 m) en van de Dent du Géant (4013 m) en de Aiguille Noire de Peuterey (3773 m) tot de Mont Dolent (3823 m). Op de officiële route van de Tour du Mont Blanc is het druk, maar slechts weinig mensen doen de variant naar de Mont Fortin (2753 m) en de Col des Chavannes (2603 m). Daar is het dus heerlijk rustig; het is een mooie dagtocht. Ook heel leuk: de Mont Chétif beklimmen. Van ca. 20 juni tot circa 8 september rijdt er een pendelbus van Courmayeur door beide dalen en dat is heel handig. Bovendien is er een kabelbaan van Courmayeur naar Plan Chécrouit in het Val Vény.
Spannende hut
Onderweg naar Rifugio Monzino heb je vol zicht op de Aiguille Noire de Peuterey (3772 m), een gigantisch mooie en moeilijk te beklimmen berg. De tocht naar de hut mag er ook wezen, want zo’n 300 van de 1000 hoogtemeters is via ferrata. Het begint vrij tam, met een makkelijk stuk. Dan moet je een stuk lopen en vervolgens komt het pièce de résistance: loodrechte ladders. Getrainde armen zijn handig en een via ferrataset, klimhelm en handschoenen zijn verplicht! Veel plezier. O ja, vroeg vertrekken is een goed idee: het kan soms warm zijn op de ladders. In de hut zitten regelmatig klimcursussen, want er lopen diverse vierdegraads klimroutes in de buurt van de hut. Met op het terras zitten en genieten van het uitzicht is niks mis. De tocht naar de hut toe is indrukwekkend genoeg om daarna volmaakt gelukkig te zijn en niets meer te willen.
Spannende hut 2
Rifugio Boccalatte (2803 m) is het uitgangspunt van moeilijke beklimmingen, onder andere op de Grandes Jorasses, maar ook het eindpunt van een prachtige wandeling c.q. via ferrata. De kleine hut oude stijl heeft zo’n 25 slaapplaatsen. Je bereikt de hut niet zomaar: er zijn ladders en met kabels beveiligde passages, maar de route is minder steil dan die naar Rifugio Monzino (dat is een echte via ferrata). Bovendien moet je een moeizame en steile morene overwinnen, maar dan heb je ook wat.
Rifugio Bonatti en Rifugio Bertone
Twee heerlijke hutten in het Italiaanse Val Ferret die je zónder ladders en kabels bereikt. Beide hutten liggen op de Tour du Mont Blanc. In Rifugio Bertone, een hut ‘oude stijl’, maken ze overheerlijke polenta en andere typisch Italiaanse gerechten. Rifugio Bonatti is modern en genoemd naar de wereldberoemde Italiaanse klimmer Walter Bonatti die in 2011 overleed.
In zo’n 2.15 uur loop je van Courmayeur naar Rifugio Bertone (1989 m). Daarna ben je circa 4.25 uur onderweg naar Rifugio Bonatti (2025 m), als je via de Testa Bernarda (2534 m) gaat. Als je het na het super-eten van Bertone liever rustiger aan doet, ben je er in 2.30 uur, via Alp Leuchey en Alpe Lèche. In beide gevallen is de moeilijkheidsgraad T2: heel eenvoudig dus!
Info en gidsjes:
• Met uitzicht op de Mont Blanc, Noes Lautier en Robert Weijdert, uitg. Robert Weijdert.
Route 31: Mont Fortin (2753 m), T3, 4.45 uur, 1216 m stijgen/dalen.
Route 32: Rifugio Franco Monzino (2580 m), T4, via ferrata!, 5.30 uur, 1008 m stijgen/dalen.
Route 33: Rifugio Bertone, Rifugio Bonatti en Testa Bernarda, 2 dagen met overnachting in Bonatti, T2, dag 1: 6.05 uur, 935 m stijgen, 510 m dalen; dag 2 2.40 uur, 100 m stijgen, 525 m dalen.
Route 34: Rifugio Bonatti, T2, 3.55 uur, 500 m stijgen/dalen.
• Tour du Mont Blanc , Traject 4, met o.a. de beschrijving van de Mont Fortin.
Mountainbiken
De ‘Tour dei Rifugi’ is een mtb-tocht langs berghutten die delen van de Tour du Mont Blanc volgt. De start is in het supergezellige stadje Courmayeur (heerlijke cappuccino). De eerste dag rijd je via La Thuile naar Rifugio Elisabetta Soldini, een prima hut in een weergaloze omgeving. Op dag 2 gaat het via Rifugio Maison Vieille en Rifugio Monte Bianco naar Rifugio Elena, vlak bij de Zwitserse grens. Je kunt ’s middags nog makkelijk even naar de Grand Col Ferret, om Zwitserland aan te raken. Rifugio Elena is modern en pico bello in orde, maar de keren dat ik er was ontbrak de gezellige Italiaanse sfeer. Via Rifugio Bonatti en Rifugio Bertone (leuk terras) fiets je terug naar Courmayeur.