Sneeuwschoenwandelen in winters Noorwegen is een feest voor actieve natuurliefhebbers. Vrijwel niets leent zich beter voor het verkennen van maagdelijke sneeuwvlaktes dan sneeuwschoenwandelen, want met sneeuwschoenen verlaat je graag de gebaande paden. Skilifts? Niet nodig. Een sneeuwschoentocht in Noorwegen levert je daarom gegarandeerd superlatieven: qua stilte, qua crispy buitenlucht, qua inspanning en vooral ook ontspanning.
Denk je aan Noorwegen dan denk je aan natuur, natuur en nog eens natuur. Aan fjorden, bossen, rotsachtig hoogland en kale bergen. Steden vind je nauwelijks in Noorwegen. De Noren hebben een manier van leven ontwikkeld die ze Friluftsliv noemen: vrij leven in de buitenlucht. Leven in harmonie met de natuur. Omdat Noorwegen ’s winters wit wordt zijn skiën, langlaufen en sneeuwschoenwandelen de favoriete bezigheden, en de Noren zijn gezegend met veel geweldige natuurgebieden in eigen land. We zetten ze, in willekeurige volgorde, voor je op een rij.
De Hardangervidda is een uitgestrekt hooggebergteplateau in het midden van Zuid-Noorwegen. Het is de grootste hoogvlakte van Europa. Het is een golvend bergland dat is bezaaid met talloze meertjes, stroompjes en watervallen. Een groot deel van het jaar tref je er sneeuw, ook in de zomer. ‘Vidda’ is Noors voor uitgestrektheid en daarom moet je het begrip ‘vlakte’ vooral niet letterlijk nemen. Hoogteverschillen zijn er genoeg in de Hardangervidda. Het hoogste punt op de vidda is de Sandfloegga, met een hoogte van 1721 meter. Je treft hier ook de Hardangerjøkulen, een van de grootste gletsjers van het land, en talloze watervallen als de Voringfossen en de Nykkjesøyfossen. En: duizenden wilde rendieren die hier in grote groepen rondtrekken.
Het relatief onbekende Sirdal ligt in het uiterste zuiden van Noorwegen, en is daarmee redelijk dicht bij huis voor wie Noorwegen met de auto bezoekt. De rivier de Sira is de naamgever voor het dal en stroomt er van ruwweg Adneram in het noorden naar de Anafjord in het zuiden. Met name het hooggelegen noordelijke deel van de uitgestrekte vallei is interessant voor de sneeuwschoenwandelaar. Je kunt rustig zeggen dat dat een paradijs is voor sneeuwschoeners die graag hun weg zoeken in de fjells.
Dagtrajecten zijn er te over vanuit plaatsjes aan de rivier als Sinnes, Fidjeland en Adneram. Als je de echte eenzaamheid wilt opzoeken, dan kun je een meerdaagse huttentocht overwegen. Maar neem in de winter nooit risico’s met je afstand en het weer. Laat je begeleiden door een plaatselijke gids. Heb je wel winterervaring, dan is het wijs om met een korte tocht te beginnen, bijvoorbeeld in twee dagen naar een hut, die dan liefst ook niet al te ver weg ligt: heen op dag een, heerlijk slapen in je hut en weer terug op dag twee. Vanuit Adneram, waar de vallei zo ongeveer doodloopt in de winter, kun je in dagwandelingen naar de selfservice DNT-hutten van Grautheller, Taumevatn en Heibergtunet. Dan heb je een geweldige vierdaagse ronde te pakken. Je kunt het nog uitbreiden door over het bevroren Svartevatn-meer naar de hutten van Auradal en Kringlevatn te lopen.
Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.