Wat eilanden betreft, zijn er twee soorten mensen. Zij die wel op een eiland willen wonen en zij die niet op een eiland willen wonen. Beide types vinden in het boek ‘Ik ben een eiland’ van Tamsin Calidas hun gelijk. Het is zowel verschrikkelijk wat er gebeurt en wat ze meemaakt, als (uiteindelijk!) ontroerend mooi.
‘Ik ben een eiland’ kun je het beste lezen in een krakend (vakantie)huisje waar de regen tegen de ramen klettert met de open haard aan en een goed glas whisky. Je voelt de pijn en frustratie van Tamsin Calidas als werkelijk álles tegenzit wat tegen kan zitten. Zij en haar man verhuizen van Notting Hill in Londen naar een klein Schots eiland in de Hebriden, op zoek naar rust en natuur. Natuur is er in overvloed, maar aan rust ontbreekt het als de plaatselijke bevolking hun komst maar moeilijk kan accepteren, de gewenste zwangerschap uitblijft en Tamsin en haar man langzaam maar zeker tegenstanders worden in plaats van geliefden.
Tamsin schreef haar eigen verhaal. Alles wat is beschreven, is werkelijk gebeurd. Ze beschrijft haar leven, de gebeurtenissen, maar vooral de natuur in bijna poëtische zinnen waaruit te lezen is dat er rust is. En tijd. Dat het hard werken is, maar hoe puur het leven kan zijn als de natuur het enige is waar je op terug kan vallen. Het boek had zomaar kunnen eindigen als het wereldberoemde ‘Into the wild’ als Tamsin uit pure geldnood moet overleven op alles wat in het wild groeit. Maar dat gebeurt niet. Ze overleeft. Wordt sterker, krijgt opnieuw met flinke tegenslag te maken, maar ook daar komt ze bovenop. Ze accepteert, haalt diep adem en zwemt iedere dag in het ijskoude water om sterker te worden. Het mooie is, door de krachtige omschrijving voel je met haar mee. Je wordt meegesleurd in de pijn, maar ook door de kracht die ze daarna opbouwt. Of zoals ze zelf schrijft: ‘dit hebben we nooit voor ogen gehad. Maar het leven heeft soms zo zijn eigen manier om verder te komen.’
De zinnen in het boek dansen en choqueren vaak tegelijkertijd. Ze weet pijnlijke gebeurtenissen te vangen in zinnen vol bijzinnen en treffende woordcombinaties die maken dat snel lezen lastig is. Voor dit boek moet je de tijd hebben, zoals Tamsin tijd nodig had om te kunnen aarden op het eiland. Geef haar, of eigenlijk het boek, jouw tijd en je weet na het lezen nog steeds niet wat wijsheid is. Is wonen op een eiland een droom, of een nachtmerrie voor de gemiddelde stedeling?
‘Ik heb nooit van koud water gehouden, maar hier ben ik van zijn schokkende, ijzige omhelzing gaan houden. Elke dag sta ik, wat voor weer het ook is, vroeg op en loop ik naar de kust. Ik houd me voor dat ik niet raar ben dat ik dit doe, maar soms vraag ik het me toch af. Ik houd me voor dat het geen dwangmatige handeling is, maar gewoonweg een onweerstaanbare roep. Ik heb geen dag overgeslagen, ongeacht stormen en de afmattende Hebridische omstandigheden. Ik heb bij sneeuw gezwommen, in ijskoude regen met ijzeldeeltjes die het zicht belemmerden, in tintelende zonneschijn en in dichte, gloeiende, goudgele nevels en één keer toen de gevoelstemperatuur tot min zestien zakte en de zee aan de randen tot krakend ijs bevroor. Na een poosje denk ik toch dat het niet zozeer verleidelijk is als wel verslavend.’